Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE LEVENSVORST, DIE LEEFT EN DOOD IS GEWEEST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE LEVENSVORST, DIE LEEFT EN DOOD IS GEWEEST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En die leeft, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. Openbaring 1 : 18

Het woord „openbaring” komt van het Griekse woord „apocalyptis” en betekent „ontdekking van de verborgen dingen”. De Openbaring aan de apostel Johannes is het enige nieuwtestamentische profetische boek en het bevat profetieën voor de strijdende kerk. Johannes is vatbaar gemaakt voor die openbaring, gelijk Ezechiël en Daniël. Ook tot hen kwam de openbaring in ballingschap. Johannes leeft als een balüng op het eiland Patmos. Hij werd verbannen om het Woord

Gods en om de getuigenis van Jezus Christus.

De Benjamin onder de apostelen noemt zich „broeder en medegenoot in de verdrukking, en in het koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus”.

Het eiland Patmos was gelegen in de Middellandse Zee en was een Romeins ballingsoord, zoals het Duivels-eiland een Frans, en Siberië een Russisch ballingsoord is. De apostel der liefde werd onder de regering van keizer Domitianus uit de gemeenschap verbannen, maar de balling is niet van God verbannen. Johannes was op de dag des Heeren in de Geest. Door dat in de Geest zijn, verstaan we een vertrekking of verheffing van zinnen door de Heilige Geest, gelijk ook Petrus is geweest toen een zeker vat tot hem nederdaalde, gelijk een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden. Ook Pau-lus is eens in zulk een toestand geweest. Hij zegt er zelf van dat hij niet wist of het in het lichaam of buiten het lichaam is geschied. Van die scherpe doorn wist hij het wel; deze was niet buiten het lichaam, maar zoals hij zegt: ,,in zijn vlees”.

Johannes was in de Geest, d.w.z. het vlees was er op dat ogenblik tussenuit. De balling op Patmos was op de dag des Heeren in de Geest. Dat is de eerste dag der week, „alzo genoemd omdat Christus op die dag is opgestaan van de doden en omdat de dienst des Heeren airede in die tijd door de christenen werd uitgeoefend in-plaats van de sabbat”, aldus onze kanttekenaren.

Dit is de dag, de roem der dagen, die Isrels God geheiligd heeft. Het is de dag waarop het heilsfeit wordt herdacht. Zeer vroeg in de morgen waren de vrouwen reeds op weg. Ze waren niet zoals Johannes „in de Geest”, integendeel; ze waren „bezwaard van geest”.

Duisternis was gekomen over deze in zichzelf arme zielen. Hoe hadden zij gehoopt dat op het laatst nog een wending zou komen in het lijden van hun geliefde Meester. Hoe hadden zij gehoopt op een wonder, maar dat wonder was uitgebleven. Nog verstonden de vrouwen niet dat vanwege de gerechtigheid en waarheid Gods niet anders voor de zonde betaald kon worden dan door de dood des Zoons Gods. Niet de mens maakt uit wat als betaalmiddel voor de zonde geldt. De gerechtigheid Gods bepaalt het wezen van de straf, en de waarheid Gods de vorm. Gods gerechtigheid eiste de dood van de Borg, maar het zou ook niet bestaanbaar zijn met Gods gerech-tingheid dat Christus dood zou blijven.

Deze zaak was echter voor de vrouwen verborgen; zij hadden nog nooit zulk een paasfeest beleefd. Zij hadden op de sabbat gerust naar het gebod, en toch hadden zij de rust niet gevonden.

Al verstonden de vrouwen en ook de discipelen dan niets van de gerechtigheid en waarheid Gods, zo was toch de liefde in hun harten uitgestort. Als ze hun harten eens open zouden leggen; ge zoudt er Christus in vinden. Het kan zijn dat wij wel een verstandeüjke bevatting hebben van Gods gerechtigheid, maar dat de liefde wordt gemist. Hoe arm, blind en naakt zijn we dan, onze wetenschap zal ons niet redden van de dood. De kudde van Christus was verstrooid, maar de grote Herder der schapen staat gereed om Zijn hand tot de kleinen te wenden. Hij kende Zijn schapen. Hij wist wat in hun harten huisvestte. Is het niet opmerkelijk dat we lezen in Lukas 24 : 13: „En zie, twee van hen gingen op die dag naar een vlek, dat zestig stadiën van Jeruzalem was, welks naam was Emmaüs”? Er staat: twee van hen. Het waren twee schapen van de kudde van Christus. Zij waren ook al bezwaard van Geest. Duizend zorgen, duizend doden kwelden hun angstvallig hart.

Misschien zijn er onder degenen, die dit lezen, ook bezwaarden van geest. Misschien zijn er van die ballingen en medegenoten in de verdrukking. Weet dan dat voor dezulken de heilzon zal dagen.

Want Gods goedheid zal uw druk
Eens verwisselen in geluk.
Hoop op God, sla’t oog naar boven,
Want ik zal Zijn Naam nog loven.

Hoewel dus de vrouwen bezwaard van geest waren, zo was er toch niets dat hen op de dag des Heeren thuis kon houden. Ook de steen niet; ze wisten dat het graf verzegeld was en dat er een grote steen voor de deur van het graf lag.

Toen ze op weg waren, dachten ze er pas aan. Soms verbergt de Heere voor Zijn volk de hinderpalen, en als ze dichtbij de beloofde zaak zijn, vallen de stenen als een zware last op hen. Als de steen gaat drukken, helpen geen vorige uitreddingen meer. De specerijen die de vrouwen torsten, kunnen de steen niet afwentelen. Toch prediken ons die specerijen de liefdesuitgangen en werkzaamheden der ziel. Die werkzaamheden kunnen zoet zijn, de gestalten aangenaam.

Dikwijls verzuchten die oprechte zielen: „Had ik er maar meer van”. Er is echter niets in de mens of bij de mens; dat de hitte van Gods gramschap kan blussen.

O, gij bezwaarden van geest, de steen van Gods toorn is afgewenteld. Gods toorn is in het middelaarsbloed van Christus geblust. Christus is gerechtvaardigd in de Geest, Hij is opgewekt tot rechtvaardigmaking van Zijn volk. In het avondmaalsformulier lezen we dan ook: „Zo zullen wij ook veel meer door Hem behouden worden van Zijn toorn, nadat wij door Zijn bloed gerechtvaardigd zijn”. De steen van schuld is niet met specerijen af te doen. De schuld kan zo drukken als de ziel ziet dat deze nog open staat in Gods gericht. Dan worden bezwaarden van geest verslagenen van geest.

Wie zal ons de steen van de deur van het graf afwentelen?

Er zijn nog veel meer „stenen”, die de ziel kunnen bezwaren. De steen van ongerechtigheid, de steen van inwonend bederf, de steen van dagelijkse zonde.

De apostel Johannes heeft een boodschap voor de kruisgemeente op aarde. Welke boodschap is dat? Deze: de Heere Jezus leeft, Hij is opgestaan van de doden. De apostel, die in de Geest was, hoorde een grote stem als van een bazuin achter hem. De Koning van Zijn kerk roept Zijn knecht als het ware voor Zijn troon.

Johannes hoort Zijn stem; het is dezelfde stem die hij zo dikwijls heeft gehoord. Van binnen ruist het zoals eenmaal aan de zee van Tiberias: het is de Heere, het is de Heere.

Het gaat Johannes als vader Jakob in de huilende wildernis, die bij het ontwaken zegt: „Gewisselijk is de Heere aan deze plaats en ik heb het niet geweten”.

Bar is de rots en woest de zee, maar Patmos wordt een poort des hemels. Voor de ogen van ‘s Heeren apostel verdwijnen rots, zee en strand. De stem als van een bazuin spreekt: „Ik ben de Alpha en de Omega, de Eerste en de Laatste”; en: „Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten die in Azië zijn”.

Johannes keert zich om om te zien, en wat ziet hij? Hij ziet zeven gouden kandelaren, en in het midden van de zeven kandelaren één, de Zoon des mensen gelijk, zijnde bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel.

De verrezen Levensvorst wordt hierin afgebeeld als K ning en Priester. Hij leeft en Zijn gemeente zal leven.

S

H.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

The Banner of Truth | 20 Pagina's

DE LEVENSVORST, DIE LEEFT EN DOOD IS GEWEEST

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

The Banner of Truth | 20 Pagina's