Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PINKSTEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PINKSTEREN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Ik zal Mijnen Geest geven in het binnenste van u. Ezechiel 36:27a

Geliefde lezer, het is voor ons allen onmisbaar tot zaligheid, dat God de heilige Geest in ons hart woning maakt. Dat juist is de betekenis van Pinksterfeest, wat wij hopen te herdenken. De heilige Geest, de Derde Persoon in het aanbiddelijk, volzalig Wezen Gods is op dien dag nedergekomen. Hij heeft Zijn volk gemaakt een tempel des levenden Gods. Gelijk de Zone Gods nederkwam in onze menselijke natuur in Bethlehems stal “Immanuel”, God met ons, en dat Hij stierf op Golgotha “God voor ons”, zo was het noodzakelijk dat de Heilige Geest nederkwam op de Pinksterdag “God in ons”, zodat het wonder van Gods eeuwig welbehagen zou volvoerd, in de toepassing van het heil dat door Christus was verworven. God maakt Zich het hart van de gevallen mens tot Zijn woning, en stelt hem in de gemeenschap met Hem. De grond is gelegd in Christus. Hij heeft de toorn Gods gedragen en weggenomen, en daarna verheerlijkt aan de rechterhand Gods. Hij moest ten hemel ingaan om de Heilige Geest, de Trooster te zenden, Die bij Zijn volk blijven zal in der eeuwigheid. Vervult werd dus het woord der profetie van Ezechiel: “En Ik zal Mijnen Geest geven in het binnenste van u”. Let wel, dit is dus geen hoofdwerk, maar hartewerk. Geen algemene, maar zaligmakend werk. Hieraan is dus verbonden dood en leven, eeuwig wel of eeuwig wee. Nu kan er over het werk des Geestes gesproken worden, door een historiele kennis, doch dan waar genade gemist wordt is men vreemd van de zalige inwoning des Geestes, Het is door Zijn inwoning, dat het in de overtuiging ter zaligheid het Woord Hem verklaart dat Hij met de Vader en de Zoon een is als de derde Persoon in de Heilige Drieeenheid. Dat Hem met de Vader en de Zoon dezelfde Goddelijke eer toekomt, niet als kracht maar als Persoon. Zulks uitblinkende in het werk, hetgeen Hij doet en de eer, die Hem toekomt. In werk, in schepping en ook in het werk der herschepping komt Hem die Goddelijke eer toe. Hoe noodzakelijk is het, te komen tot zelfonderzoek, om te weten en te ervaren dat Gods Geest in ons gegeven is. Omdat de duisternis groot is, wordt de algemene gave des Geestes voor de bijzondere aangezien. Alleen met de bijzondere gave des Geestes is er een droefheid naar God die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid, een overtuiging van zonde, gerechtigheid en oordeel. Maar ook een gegronde hoop om getroost te leven en eenmaal zalig te kunnen sterven. Daar is zoveel nabijkomend werk, dat het stempel van het ware niet wegdraagt, dat Die Geest in het binnenste gegeven is. Hoe spreken onze tijden, dat we leven in de laatste dagen, hoeveel geesten openbaren zich, een roepen gehoord wordt, hier is de Christus en daar is de Christus, ja indien het mogelijk ware, zelfs de uitverkorenen nog zouden verleid worden. Daarom gelukkig zijn ze die het leren mag, om uit het vrije werk Gods bedient, en door dien Geest bearbeid, opgewekt uit hun doodstaat en ontdekt aan hun verloren staat, door Dien Geest die in hun is, gebracht tot Hem, in Wien zij de verlossing verkrijgen, namelijk de vergeving van hun misdaden, en de herstelling in Zijn gemeenschap. Het is Geestes werk, dezulken niet alleen te ontdekken aan hun verlorenheid, maar ook Christus te openbaren als de weg des behouds, en Zijn werk in hen te verheerlijken. Moge het Gode behagen, in deze dagen van donkerheid en duisternis die de aarde en Gods kerk bedekt, Zijn Geest uit te zenden. De Noorderwind des Geestes, ter ontdekking, om plaats te maken voor de Zuiderwind des Geestes ter vertroosting. Opdat er van Juda nog uit Babel gehaald, en te Jeruzalem vergaderd, en vervuld worde: “En Ik zal Mijnen Geest geven in het binnenste van u”.

And this is the Father’s will which hath sent me, that of all which he hath given me I should lose nothing, but should raise it up again at the last day. John 6:39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1977

The Banner of Truth | 20 Pagina's

PINKSTEREN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1977

The Banner of Truth | 20 Pagina's