Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET ZOUT DER AARDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ZOUT DER AARDE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

But now thus saith the Lord that created thee, Fear not: for I have redeemed thee, I have called thee by thy name; thou art mine. When thou passeth through the waters, Iwillbe with thee; and when thou walkest through the fire, thou shalt not be burned; neither shall the flame kindie upon thee. For I am the Lord thy God, thy Saviour. Isaiah 43:1–3

Gij zijt het zout der aarde.” Matth. 5:13 a

Part II

Hoe wonderlijk het ook klinke, dat het kleine hoopke van Jezus’ volk, het verderfwerend middel der aarde is, toch is het een onweerlegbare waarheid, zooals trouwens elk getuigenis van Jezus’ lippen de waarheid is. Immers Hij is “de getrouwe en waarachtige Getuige”, die niet liegen kan, Wiens oordeel waarachtig is, zoodat, al is het dat wij van Zijn getuigenis niets begrijpen, dan buigen wij nog vol eerbied het hoofd, en schenken onvoorwaardelijk geloof aan Zijn Woord.—Dat doet al zijn volk.

Maar hier is het een waarheid, die we tasten kunnen. Jezus’ discipelen van toen en Zijn volk van alle eeuwen, zijn waarlijk het zout der aarde.

Zij hebben zout in zichzelven, omdat zij zelf eerst gezouten zijn. Christus zegt: “Hebt zout in uzelven.” Nu, dat hebben zij. En waar u vraagt, wat dat zout is, daar zij ons antwoord: “Het is dat geloof, dat de wereld overwint, en ons met Christus vereenigt; het is die levende hoop, die de nevels doorboort, en die liefde, die geheel het leven kruidt en alles smakelijk maakt.” Zout in zichzelven te hebben, dat zegt, Christus in het hart te hebben, en van het zout Zijner genade doortrokken te zijn, zoodat men zout is. Zonder deelgenootschap aan Christus, hebben we geen zout in ons, en zonder het werk des Heiligen Geestes zijn we het verderf zelve.

O, wat een genadige onderscheiding, zout te zijn, doordat we met genade gezouten zijn, als een vrucht van het zoutverbond.

Heel de wereld is verderfelijk. En het is ook alles geen zout, wat op zout gelijkt. Duizenden schijnen zout, houden zich voor het zout, maar Gods volk is het zout, dat zegt de Heere Jezus! En omdat zij het zijn, krachtens Gods souverein welbehagen, en door de werking des Geestes, daarom zal dit waarachtige zout der aarde altijd Gode de eer geven.

Er is ook een schoone overeenkomst tusschen het volk des Heeren en het zout. En wel:

In oorsprong. De Formeerder van beide is God. Het zout wordt van de zoutbergen afgehouwen of uit de zoutgroeve losgehakt. En in Jesaja 51:5 vermaant de Heere Zijn volk om te aanschouwen de rotssteen waaruit ze uitgehouwen en de holligheid des bornputs, waaruit zij gegraven zijn.

In toebereiding. Beiden zijn, wanneer ze pas afgehouwen of uitgegraven zijn, o, zoo ruw en zoo onrein. Beiden moeten met zorg gereinigd worden in een badwater. O, wat scheiden ze beiden dan een vuil af.

In waardij. Beiden zijn onmisbaar voor het leven. Zonder zout moet alles sterven, zonder Gods volk is er geen leven.

Vooral is er een schoone overeenkomst:

In werking. Zout, wij zeiden het reeds, is verderfwerend. Dat is ook waar van Gods volk; waren er maar tien van die zoutkorrels in Sodom en Gomorra geweest, zij zouden niet omgekeerd en verdorven zijn geworden, zegt de Heere. En zolang als dit zout nog in Jeruzalem was, kon die stad niet worden verwoest. Eerst moest het zout er uit, eerst moest Gods volk naar Pella, toen kon Titus, de Romeinsche veldheer zijn gang gaan. En zoo is het ook nu nog. Zoo meenig gezin, zoo menige gemeente, ons land, ja, geheel de wereld bestaat nog, om het volk van God, dat er nog in gevonden wordt. En zeker zijn het Gods kinderen, die nog reuk en smaak geven zelfs aan de dingen der wereld. Wat is een begrafenis, een bruiloft, een feest, als het zout, het volk van God er aan ontbreekt? Is een leven zonder godsdienst niet als soep zonder zout?

Dwaze menschen zijn doende om dit zout weg te krijgen. Hoe treurig zou het voor henzelve zijn, als hun dat gelukte. Heel de wereld in duisternis van ketterij, van zonden en ongeloof, heel de samenlevingwerd verwoest door socialisme en anarchisme, immers, al dat ontuig kan nog niet gedijen door dat fijne volk, die houden dat nog tegen. Dat voelt men, daarom schreeuwen zij: “Doet die godsdienst weg, dan zullen wij triomfeeren, roeit die fijnen uit, dan zullen wij heer en meester zijn.”

Geliefde lezer, dat volk en het zout:

Worden gelijk gewaardeerd. De dwaas hecht meer waarde aan het goud, dan aan het zout. Maar de wijze is zuinig op elke korrel, wetende, dat dit zijn eerste levensbehoefte is. Zoo is ook het oordeel van den wijze en den dwaas omtrent Gods volk, de een acht ze voor alles, de ander voor niets.

Ook in het einde is er overeenkomst tusschen die twee. Het zout wordt na gezuiverd te zijn, nauwkerig in de opslagplaats verzameld. Zo worden ook Gods kinderen in de opslagplaats des hemels verzameld. Daar komen straks al die als kristal glanzende korreltjes bijeen, het zout uit alle talen en natien, groote stukken en kleine korreltjes van alle vuil ontdaan en om eeuwig te glanzen tot Gods eer en heerlijkheid.

De gedaante dezer wereld gaat voorbij maar het zout blijft eeuwig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1977

The Banner of Truth | 20 Pagina's

HET ZOUT DER AARDE

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1977

The Banner of Truth | 20 Pagina's