Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN ABSOLUUT GETUIGENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN ABSOLUUT GETUIGENIS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Keep thy heart with all diligence; for out of it are the issues of life. Put away from thee a froward mouth, and perverse lips put far from thee. Proverbs 4:23–24

En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welke God gegeven heeft degenen, die Hem gehoorzaam zijn. Handelingen 5:32

II.

Hoe zij van dat alles overtuigd zijn, dat was de Heere bekend, maar daar droegen zij ook zelf kennis van om. Er waren tijden in hun leven geweest, dat Christus voor hen verborgen was. Wij kennen Hem alleen nadat Hij in ons geopenbaard is. Al Gods volk leert, dat er geen Persoon zo verborgen en bedekt voor ons is, als Christus. Johannes de Doper getuigde zelf tot tweemaal toe: “En ik kende Hem niet”, in Joh. 1. Maar die ogen die Hem eens gezien hebben, zullen niet meer terugzien. In die kennis van die gezegende Christus is voor al Gods lieve volk het eeuwige leven.

Maar ook nadat zij kennis van die gezegende Middelaar ontvangen hadden. Wat was de noodzakelijkheid van Zijn borgtochtelijke bediening voor hen bedekt. Petrus, die de belijdenis mocht afleggen: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods, begreep er niets van, zodat Christus Zelf tot hem zeggen moest: Ga achter mij satanas, want gij verstaat niet de dingen die Gods, maar die des mensen zijn.

Zij zijn allen aan Hem geergerd geworden toen Hij inging in het heiligdom van Zijn lijden, en toen Hij overgeleverd werd om gekruisigd en gedood te worden. Het was van alle kanten donker voor hen geworden, ook vanwege de banden van het ongeloof, waarin zij geslagen waren. Maar hoe zij verlost zijn, en in het licht geplaatst ware, overtuigd dat Christus de ware Messias, Verlosser en Zaligmaker was, daar konden zij geen verslag van geven. Het was alles werkelijkheid voor hen geworden, en de zaken waren zo klaar ontdekt, en door het geloof omhelsd, dat alle twijfel uit hun hart was uitgebannen.

Zij zijn getuigen. Neen zij hebben het niet uit de boeken gehaald, of van anderen nagepraat, maar zij hebben het zelf persoonlijk gekend en doorleefd. Het is boven alle twijfel verheven. En van hun Godgelijke roeping en zending om daar nu van te getuigen zijn zij bewust. En ook de Heilige Geest welke God gegeven heeft, degenen die Hem gehoorzaam zijn. Neen, wat zij verkondigen is maar geen dode letter, maar een levende waarheid, gesproken door de inspiratie des Heiligen Geestes. De Geest getuigt niet alleen voorwerpelijk in het Woord, maar ook onderwerpelijk in het hart. Nu staat er, dat de Heilige Geest getuigt. Van gelijkstelling van de Heilige Geest met de apostelen kan geen sprake zijn. Dat blijkt uit de uitstorting van de Geest—een plaats als hoofdstuk 13:2—overduidelijk. Het heeft dan ook een bijzondere bedoeling, dat de apostelen hier spreken van de Heilige Geest. De Heere Jezus is opgevaren en heeft te voren de komst van de Heilige Geest geprofeteerd.

De Geest is gekomen, leert de gemeente, en in een zeer bijzondere zin de apostelen. Daardoor spreken zij ook tot de overheid met gezag, Matth. 10:20, Joh. 14:26. Eindelijk moet er op worden gewezen, dat de Geest het getuigenis der apostelen bevestigt.

Maar wat houdt het nu in, wanneer er tenslotte staat: Welke God gegeven heeft, degenen die Hem gehoorzaam zijn. Er is een komst des Geestes in het ongehoorzame hart, om het te wederbaren tot gehoorzaamheid. Maar er is ook een komst des Geestes in het gehoorzame hart, om het te vervullen met die genade die geschonken is op het Pinksterfeest te Jeruzalem. Of duidelijker gezegd: Er is een ongehoorzaamheid die door de Geest overwonnen wordt—anders zou niemand zalig worden—en er is een ongehoorzaamheid die door de Geest niet wordt genezen, maar gestraft wordt met verharding. Het woord “gehoorzamen” is gekozen in verband met vers 29, de Heilige Geest is bij de apostelen. Dat aan die Hem gehoorzamen, niet moet worden opgevat als een voorwaarde die dient te worden vervuld, zal men de Geest ontvangen, blijkt wel duidelijk uit de wijze, waarop de Geest op de Pinksterdag is gekomen.

Het is alles uit genade, naar Gods souverein welbehagen. God oefent Zijn gerechtigheid in het schenken en in het onthouden. De Heere Jezus heeft in Matth. 11 Zijn Vader gedankt, beide voor de verkiezing en voor de verwerping. En Gods kinderen, zij leren door genade er iets van in hun leven, om onder de souvereiniteit Gods te buigen, maar ook die souvereiniteit te aanbidden. Het blijft voor hen geen harde leer, maar het wordt een stof tot verwondering en een oorzaak van verlustiging. Degenen die de Heilige Geest ontvangen hebben en door die kracht, als een gevolg daarvan mogen gehoorzamen, kunnen alleen roemen in de Heere. Het is alleen om de verdiensten van Christus dat het hun alles wordt geschonken. Dat zal het wonder uitmaken. Anderzijds de onboetvaardigheid van Israel ligt ook in het ondoorzoekelijk welbehagen, maar is ook een kwestie van openbare gerechtigheid. God keurt precies en rechtvaardig de ongehoorzaamheid der mensen. De ongehoorzaamheid van Israel en zijn voorgangers is zo groot, zo erg, zo stellig en onbeschaamd, dat God hun rechtvaardiglijk de Geest der levendmaking onthoudt. Die niet heeft, van die zal genomen worden ook hetgeen hij heeft.

Maar die heeft, die zal gegeven worden. De getrouwen die Christus aanhingen, ook toen allen Hem verwierpen, hebben de Pinkstergeest ontvangen. Waar de Geest geschonken is, daar geeft die Geest meerdere genade. O, wat hebben die apostelen duidelijk de vrij macht Gods geleerd, de souvereiniteit gehandhaaft, maar tegelijk ook de verantwoordelijkheid van de mens vastgehouden. De discipelen van Christus hebben uit genade gehoorzaam mogen zijn aan de roepstem van boven; zij hebben alles verlaten om de Gezondene des Vaders te mogen volgen. En als loon op hun gehoorzaamheid hebben zij de kracht des Heiligen Geestes ontvangen. In het houden van Gods geboden is groot loon. Geen loon naar werk en verdienste, maar in de zin gelijk onze vaders in Zondag 24 van onze Catechismus het hebben uitgedrukt, uit genade. En gelijk wij het vinden in Hebr. 11, dat Mozes zag op de vergelding des loons. En nu tenslotte, geliefden, wat blijkt het ook uit deze tekst dat het noodzakelijk is, voor elk mens om iets te kennen en te bezitten van hetgeen de apostelen mochten hebben.

Zeker wel, gelijk ook uit dit verband blijkt, voor degenen die in Gods kerk dienen, is het noodzakelijk de Heilige Geest te bezitten. Och, wat zal er toch getuigt kunnen worden wanneer wij die Geest missen en vreemdeling zijn van het leven Gods en van die dierbare Knecht des Vaders. Onbekend maakt onbemind, en hoe zullen wij liefde kunnen hebben zonder kennis? Het een is aan het ander verbonden. Maar laten wij ook nooit vergeten, dat wij tot die geestelijke en zaligmakende kennis van Christus niet geraken door opvoeding, doch door de Goddelijke openbaring in onze harten. Al Mijn kinderen zullen van de Heere geleerd worden.

Doch om een kind te zijn, moeten wij geboren zijn. In de wedergeboorte, die alleen het werk is des Heiligen Geestes, worden wij van Adam ofgesneden en ingeplant in Christus Jezus, ontvangen wij dat nieuwe geestelijke leven, dat nooit meer sterft, maar dat blijft tot in der eeuwigheid. De kennis van schuld en zonde, van onze verloren toestand, dat wij onder de vloek der wet liggen, en het aan onze zijde is afgesneden, voor eeuwig afgesneden, gaat altijd vooraf aan de kennis van de Heere Jezus Christus. Onze ogen moeten eerst geopend worden, en daarna uit de tempel geworpen worden, zal Christus ons opwachten en Zichzelf aan ons openbaren.

En om het in ‘t kort te zeggen, het moet alles werkelijkheid voor ons worden. Och, wat een mensen zijn er, die zich gelukkig achten met de beschouwing der woorden. Doch voor Gods kinderen worden de woorden zaken. Zij kunnen het met de oppervlakkige beschouwing niet doen. Christus moet hun worden toegepast, en die lege plaats in hun hart moet worden vervuld.

Vanzelf, zij moeten zo vaak klagen in het verdere van him leven, dat zij meer de woorden van de zaken, dan de zaken van de woorden hebben. Och, dat God de Heilige Geest nog velen mocht overtuigen en overbuigen. Dat God nog krachtdadig en onwederstandelijk mocht werken in vele harten, ook van ons arm opkomend geslacht. De meesten gaan zo maar zonder besef de eeuwigheid tegemoet. Wat zal het toch uitmaken, zo onbekeerd en onverzoend God te moeten ontmoeten. Het is nog het heden der genade en de dierbare dag van zaligheid.

En workelijk overtuigden, worden getuigen. Indien deze zwegen, de stenen zouden gaan spreken. De Heere heeft Zijn volk geformeerd opdat zij Zijn lof zullen vertellen. En wat is het een weldaad, wanneer het God behaagt in Zijn souvereine handelingen, met ons door te trekken en ons de verzekering van Zijn werk in onze harten te geven door de Heilige Geest.

Dan is er ook een vrijmoedig getuigen. Toen ik geloofd had, sprak ik. Wanneer dat gemist wordt, och dan zijn er zoveel binnenpraters, zovelen die ons het zwijgen opleggen. De wet veroordeelt ons; Gods recht getuigt tegen ons; satan wederstaat ons, en wij hebben maar geen tegenweer. Dat er toch geen rust zij in onze ziel voor en aller, dat wij de bevestiging van Gods werk in onze harten mogen hebben. Maar dat er dan ook zij een getuigen tot de verhoging van Gods doorluchte en driemaal heilige Naam.

En volk des Heeren, al moeten wij hier veel zwijgen door zoveel verschillende oorzaken, die drukken en benauwen, als vrucht van onze diepe val, eenmaal zullen toch de verheffingen Godes on onze kelen zijn. Dan zullen alle belemmeringen voor eeuwig uit de weg geruimd zijn, en zal onze ziel de Naam des Heeren prijzen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1982

The Banner of Truth | 20 Pagina's

EEN ABSOLUUT GETUIGENIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1982

The Banner of Truth | 20 Pagina's