IMMANUEL
And she shall bring forth a son, and thou shalt call His name Jesus: for He shall save His people from their sins. Now all this was done, that it might be fulfilled which was spoken of the Lord by the prophet, saying, Behold a virgin shall be with child, and shall bring forth a son, and they shall call His name Emmanuel, which being interpreted is, God with us. Matthew 1:21–23
Part I
“Ziet, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Immanuel, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.” Mattheus 1:23
De engel des Heeren is Jozef in de droom verschenen, toen deze van wil was Maria heimelijk te verlaten. De hemelbode heeft Jozef deelgenoot gemaakt van het grote heilgeheim, dat hetgeen in Maria ontvangen is, uit de Heilige Geest is, en hem gewezen op de profetie van Jesaja, die met de geboorte van Maria’s Kindeke in vervuling trad.
“Dit alles is geschied opdat vervuld zou worden hetgeen van de Heere gesproken is door de profeet, zeggende: Ziet, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Immanuel, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons”.
Jesaja heeft dat woord gesproken toen de goddeloze konig Achaz halsstarrig weigerde zich tot de Heere te wenden en, met verlaten van Assyrie, zijn hoop alleen op Hem te bouwen.
Toen betuigde Jesaja, dat de Heere de verlossing van Zijn volk zou werken door een gans andere weg. “Ziet, een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren”. Dat wonder, door God gewrocht, herdenken wij weder met het Kerstfeest. Het onbegrijpelijke wonder, dat God is geopenbaard in het vlees.
El is de Naam van God. El betekent de sterke God, de Almachtige.
Immanu betekent met ons.
Immanuel dus wil zeggen: God met ons. In die benaming wordt dus de geborene uit Maria ons geopenbaard als de waarachtige God. Het is de grote betekenis van het Kerstwonder, dat de eeuwige, aanbiddelijke, volzalige God ons vlees en bloed heeft aangenomen. Zo ons oog voor dit wonder gesloten blijft, verstaan wij het Kerstwonder niet.
En ons oog is er voor gesloten. Wat heeft de wereld ooit aanschouwd van de openbaring Gods in ons vlees? In de kribbe ligt een Kindeke neder, klein en hulpbehoevend, voor het natuurlijk oog door niets van andere kinderen onderscheiden, dan door de allergrootste armoede, waarin het geboren werd. In Zijn opwassen verneemt ge van Hem niets, dan dat Hij op twaalfjarige leeftijd in de tempel verwondering afdwingt met Zijn vragen, en dat Hij Zijn ouders onderdanig is en toeneemt in wijsheid en in groote en in genade bij God en bij de mensen.
En als Hij is opgetreden in het openbaar, is smaad en hoon Zijn deel. Hij is mens, ons in alles gelijk; en wie ziet het, dat Hij is zonder zonde en meer dan alle kreaturen? Wie verstaat, dat Hij waarachtig God is? Hem hongert en dorst; Hij is vermoeid, bedroefd, verheugd. Ja, Hij eindigt Zijn leven op het hout des kruises. Wie, ai zeg, wie kan in Hem zien, dat Hij de waarachtige God is?
Wie boog zich voor Hem bij de kribbe? Wie viel Hem te voet toen hij op aarde Zich krachtig betoonde in woorden en werken? Niet een van nature. integendeel, dat juist was de grote ergenis van de natuurlijke mens, dat Hij duidelijk en onomwonden verklaarde de Zoon Gods te zijn. Men nam stenen op om Hem te doden. En ten huidigen dage is het onder alle kerstbedrij f niet anders.
Kerstfeest viert schier geheel de wereld. In de kerk, maar ook in de kroeg heeft de kerstboom een plaats gevonden.
Doch dient deze juist niet als middel om de ogen voor het Kerstwonder te verblinden en van Christus af te trekken? Van nature zijn wij voor het Kerstwonder blind. Alleen arme herders komen om in Bethlehems stal het Kindeke te aanbidden. Herders, wie de boodschap uit de hemel is gebracht, dat hun geboren is de Zaligmaker in de stad Davids. Zij alleen, die het van de Vander gehoord en geleerd hebben, zullen tot Hem komen. De engel des Heeren openbaart het aan Jozef, dat geboren is Immanuel, dat is God met ons.
Och, dat onze oren geopend werden om te verstaan. Geen zaligheid toch ware voor gevallen Adamskinderen te verwerven, dan alleen door Hem, Die waarachtig en eeuwig God is.
Een eeuwige gerechtigheid moest verworven worden en dat vermocht niet een enig schepsel, noch in de hemel, noch op de aarde. Wie zou voorts satans kop vertreden en de zonde ontkrachten? Wie zou verlossen van het eeuwige verderf, dan Hij alleen, Die waarachtig en eeuwig God is?
Dat is de grote betekenis van de boodschap des engels, dat van dit Kindeke getuigd wordt, dat het de waarachtige God is.
O onbegrijpelijk wonder. Door God worden de uitverkorenen met God verzoend. Wie peilt ooit de soevereine liefde Gods? Die liefde is onmetelijk. De Vader heeft Zijn eniggeboren Zoon gegeven; de Zoon gaf Zichzelf; de Heilige Geest verheerlijkt Hem in de harten van verloren zondaren. Hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, zo de belijdenis spreekt, is nedergekomen in ons vlees en bloed.
Immers Hij is Immanuel, dat is, God met ons.
Immanuel is Hij, omdat Hij Zich op het aller-nauwste met ons vlees verenigd heeft. Hij is waarachtig mens geworden, hebbend ziel en lichaam gelijk wij; en geboren uit de maagd Maria. Daarom belijden wij - tegen de ketterij der wederdopers, die loochenen, dat Christus menselijk vlees van Zijn moeder aangenomen heeft - dat Christus is deelachtig geworden des vleses en bloeds der kinderen; dat Hij een vrucht der lendenen Davids is naar het vlees; een vrucht des buiks van Maria; geworden uit een vrouw; een spruite Davids; een scheut uit de wortel van Jesse; gesproten uit het geslacht van Juda; afkomstig van de Joden naar het vlees; uit den zade Abrahams, aangezien Hij aangenomen heeft het zaad van Abraham en is Zijn broederen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde; alzo dat Hij in der waarheid onze Immanuel is, dat is God met ons (Ned. Geloofsbelijdenis, art. 18).
Ziet, een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam Immanuel heten”.
De naam Immanuel wijst ons Christus aan als waarachtig God en waarachtig mens. In onze menselijke natuur, in ziel en lichaam moest Hij de last van de eeuwige toorn Gods dragen, om Zijn volk van de toorn te verlossen. Zijn Godheid moest die menselijke natuur ondersteunen en een eeuwige waardij aan Zijn verdiensten toebrengen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982
The Banner of Truth | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982
The Banner of Truth | 20 Pagina's