DANKDAG
De Dankdag is weer uitgeschreven en geproclameerd door onze president. We mochten het recht waarderen dat Gods Naam nog erkend wordt bij al de opeenstapeling van en wegzinken in zonden en in ongerechtigheden. Wij doen niet anders (o, dat we met onszelvan maar mochten beginnen) met land en volk, dan God tot toorn verwekken. Toch heeft de Heere nog bemoeienissen willen houden met ons, diep ellendige en schuldige schepselen. Ik las kort geleden van de reeds in 1863 zalig ontslapen Ds. Ledeboer dat hij niet anders waard was dan om op de bodem der hel te branden. Helaas, daar is maar weinig meer dat mij treft, maar toen ik dat las in zijn nagelaten brieven sprong er nog een enkele traan in mijn uitgedroogde ogen. O, wat was die godzalige man lief bevoorrecht. Tegenwoordig is de grote massa mensen “bekeerd” en overgelukkig in zichzelf, hemelzoekers, maar geen Godzoekers. Hellewichten worden er helaas niet veel meer gevonden. De godsdienst danst naar de hemel.
Och vrienden, de Farizeers doen niet anders dan danken, hun mond loopt er van over. Kwaad doen daar weten ze niet van, het is een geslacht dat rein is in zijn ogen, maar van zijn drek niet is gewassen. De tollenaar in Luk. 18 staat achter in de temple. De arme man weet zelf niet hoe hij daar gekomen is. God had hem daar gebracht, maar dat kon hij zelf niet bekijken. Dat was een man die niet anders als schuld had. Hij durfde zijn ogen niet opheffen, maar sloeg op zijn borst. O, dat schuldige, onrein, melaatse hart, vol van verdorvenheden en vijandschap en alles wat God mishaagt. Die man moet naar de hel. Dan komt hij thuis. Dat heeft hij verdiend. Ik ben Uw gramschap dubbel waardig.
Maar, eeuwig wonder van Gods vrije, souvereine genade, omdat God van eeuwigheid bewogen is geweest in Zichzelve, een gebed. Daar gaat de hemel nog open voor een doemwaardige zondaar. Hij wordt verwaardigd om zijn vingers door de deur te steken. O God, zou het kunnen? Zou het nog mogen? Rechtvaardig kan God hem laten liggen, voorbijgaan, wegstoten, opruimen als het slijk der straten, niets te vertellen, niets in te brengen. De Heere is recht in al Zijn weg en werk.
Voor de Borg des verbonds, voor de Middelaar Gods en der mensen is de hemel die gesloten was, geopend door Zijn bloed en eeuwiggeldende gerechtigheid.
Hij was ter helle nedergedaald om aan het onkreukbaar recht van God te voldoen, de vloek der wet weg te nemen, de zonden te verzoenen, Zijn kerk, Zijn juweelen, de uitverkorenen, Zijn lievelingen, op te rapen, mede te nemen, te wassen, te reinigen, en te heilgen, terug te brengen in de volzalige gemeenschap met een Drieeenig God. Christus hun Profeet, Priester, en Koning, Verlosser, Middelaar, Zaligmaker, van de Vader aan de kerk gegeven tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking en volkomen verlossing. Ja, ook hun biddende en dankende Hogepriester aan de rechter hand des Vaders, die alleen leeft om voor dat bidde-loos volk te danken, te danken voor een volk dat in zichzelf geen dankbaarheid heeft. Uitgeschudt zullen zij op de aarde nederzitten, arm, ellendig, blind en naakt in zichzelve, om uit Zijne volheid te ontvangen genade voor genade. Christus is alles in allen. Nooit meer kan dat volk blij zijn met zichzelf, maar ze springen bij ogenblikken op van vreugde in hunnen God en Koning.
En het is een weldaad dat het voornaamste stuk der dankbaarheid het gebed is. Er blijft een arm, onblote bedelaar over, die voor de poort ligt, vol met boze zweren. Niet de rijke man uit Lukas 16:9 komt naar die arme man kijken, maar de honden, de verachte honden, bezoeken hem, en lekken zijn zweren, die stinkende en etterende zweren, daar elk denkend mens een afkeer van heeft.
Straks wordt de bedelaar door de poort gedragen, en mag binnen komen om dan geen last meer van die zweren te hebben, maar om dan eeuwig God groot te maken. Waarom? Waarom? Waarom? Omdat Gij het hebt gedaan (Ps. 52:7). Dat is de eeuwige Dank-dag waar geen Biddag meer op volgt.
In het jaarseizoen dat nu weer achter ons ligt heeft de Heere het alles nog welgemaakt. Wij, ons boos, vijandig, verkeerd en rebelleerende natuur heeft gedacht dat de Heere alles verkeerd deed. Eerst zoveel droogte, dat het scheen dat alles zou uitdrogen, toen weer weken dat het dag aan dag regende, dat de boeren het land niet konden ingaan om te zaaien en te planten. Doch de Heere heeft gedacht aan Zijn verbond met Noach dat zomer en winter, zaaiing en oogst, niet zouden ophouden alle de dagen onzes levens. De Heere maakt geen abuizen. Wat moesten we beschaamd en schaamrood zijn voor het aangezicht van Gods Majesteit. Er is nog brood voor de eter, en nog zaad voor de zaaier, al was het niet overal zo overvloedig.
Dat het maar gegeven mocht worden door de Heilige Geest in ons: “Wat zal ik den Heere vergelden voor al Zijne weldaden, aan mij bewezen?” (Ps. 116:12)
Veel werkeloosheid is er geweest, en is er in verschillende plaatsen nog, De inkomsten worden op vele plaatsen minder, en de lasten worden steeds meer, omdat Rehabeam de raad der oudsten heeft verlaten, en de jongens waar hij mee naar school had gegaan en mee gespeeld had, gehoor heeft gegeven. Wij moeten het brood eten dat wij zelf gebakken hebben.
We zouden gelukkig wezen als we door genade mochten inleven in plaats van te murmureren en te brommen als de beren wat Jeremia mocht betuigen, “Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat wij niet vernield zijn, en dat Zijn barmhartigheden nog geen einde genomen hebben. Wij liggen nog niet in de hel, maar van de hemel wordt het ons nog toegeroepen, “Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.”
Ik was verzocht om voor ons blad een meditatie te schrijven. Ik was overladen met werk, en had niets te schrijven. In een laten avond, waar de nacht voor de deur stond, mocht ik onverwachts nog een enkele regel schrijven. De Heere verzoene wat van mij is, dat moet met bloed gereinigd worden, en wat van Hem mocht zijn, mocht nog gezegend worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1983
The Banner of Truth | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1983
The Banner of Truth | 20 Pagina's