De Paasboodschap
“Ik leef en gij zult leven.”
Tot wie is deze boodschap gericht? Wie is de Boodschapper? Lees het tekstverband. Het is de Heere Jezus Zelf, de Middelaar en Zaligmaker die deze woorden richt tot zijn discipelen. Het was juist de tijd dat de Zone Gods stond voor Zijn versmade, vervloekte en smartelijke dood aan het kruis. Het was bij de ingang van Zijn sterven, waarop de lijdensweg zou uitlopen, die vanaf Zijn kribbe begonnen was, naar de bepaalde Raad Gods, opdat Sion door recht zou verlost worden. In Zijn profetische bediening gaf de Heere Zijn jongeren onderwijs, hoewel getrokken uit de macht der duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Het was onderwijs voor mensen, die van en door God bekeerd waren, maar die met hun bekering en ontvangen genade zo weinig verstonden niet alleen Wie de Zaligmaker was, maar ook wat de Zaligmaker voor hen persoonlijk was. Het is het ontdekkend werk des Geestes, die in al Gods kinderen in welke stand van genade hun blindheid in de weg der zaligheid meer en meer doet kennen.
Wat verstonden ook Zijn discipelen toen bitter weinig ervan dat Hij moest lijden en sterven. De Heere leert nu Zijn discipelen waartoe Hij vernederd moest en wilde worden, maar tevens de noodzakelijkheid van Zijn verhoging, waarvan de eerste stap is Zijn opstanding uit het graf, Zijn leven uit de dood, die Hij waarlijk gestorven is, getuige het ledige graf in de Hof. Hiervan spreken deze tekstwoorden.
De dood heerst en zal heersen over alle mensen, het is de historie van het menselijk geslacht, oud of jong, sterk of zwak, rijk of arm. Ook onze naam staat op de lijst des doods geschreven, met eerbied gezegd met de van God bepaalde tijd daarachter. Door onze val in het paradijs hebben we ons moedwillig van de Bron van het leven losgerukt en de dood boven het leven gekozen. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen, want de bezoldiging der zonde is de dood.
Die dood is niet alleen lichamelijk, wanneer de ziel van het lichaam wordt gescheiden en het lichaam tot stof weder keert en de geest weder tot God keert, die der gelovigen ten hemel en die der ongelovigen ter hel, maar het is ook de geestelijke dood d.w.z. dood in zonden en misdaden. De Heere Jesus heeft deze dood overwonnen en verslonden door Zijn sterven, daarom zegt Hij; Ik leef! In Zijn sterven heeft Hij Zich in de plaats gesteld voor al de Zijnen. Zij die vanwege de gerechtigheid Gods des doods schuldig zijn, liggend onder het vonnis des doods. Dit vonnis gaan al Zijn kinderen door de bediening des Geestes inleven en zij leren dit vonnis onderschrijven. Hij, de Zone Gods moest sterven en wilde Zijn leven vrijwillig afleggen, waar de toorn Gods tegen de zonde zo groot is dat Hij die (eer dat Hij die ongestraft liet blijven) aan Zijn beminde Zoon met de kruisdood gestraft heeft.
Toen Christus Zijn ziel uitgestort heeft in de dood aan het kruis en gehoorzaam was tot aan de dood des kruises in Zijn dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid en daarin al de eisen van de Vader volbracht heeft kon Hij van de dood niet meer gehouden worden en ook niet meer van het graf. De schuld van Zijn volk is betaald, ja, de dood is verslonden door Hem, de Levensvorst, tot eeuwige overwinning. In dit leven van de opgestane Middelaar ligt nu het leven van degenen voor wie Hij gekruisigd is, begraven, ter hel nedergedaald en ten derde dage opgestaan. Daarom zegt Hij: Ik leef en gij zult leven. In Hem en door Hem worden de dode zondaren levend gemaakt. Zij die dood waren door de misdaden, levend gemaakt met Christus. Dit geschiedt door Zijn Woord en Geest, want doden zullen horen de stem van de Zoon van God en die gehoord zullen hebben zullen leven. Al liggen zij vertreden op de vlakte des velds in hun walgelijkheid Hij gaat hen voorbij en roept in hun bloede Leef! Al is dat we onder de uitwendige roeping verkeren, de Heere moet onze oren doorboren, opdat we door de inwendige roeping zouden horen. Neig uw oor en uw ziel zal leven opdat we uit de doodstaat zullen worden opgewekt en overgezet in de Levensgemeenschap van Hem, Die het leven is. Niemand onzer heeft besef in ware zin van onze doodstaat, want we hebben onszelf in onze afval gemaakt dat we horende niet horen en ziende niet zien. Alleen door het goddelijk en eenzijdig werk van God in Christus in de levendmaking leert de ziel horen en zien dat hij zichzelf moedwillig in de macht des doods gevangen heeft gebracht en er geen enkele verontschuldiging aan zijn zijde overblijft. Al hun werken zelfs de beste verrichtingen brengen des doods vruchten voort. Niets wat in ons is noch in de wereld kan ons dat leven schenken. Wanneer we het leven in eigen hand niet meer vinden noch houden kunnen wordt het sterven en dan niet te kunnen sterven. Dat gaat schreeuwen naar het leven met een innerlijke droefheid naar God in de ziel gewekt. Zulken die zichzelf mishagen en God rechtvaardigen worden nu de boodschap van Pasen gebracht. Zulken des doods waardig geworden en die geen leven buiten Hem kunnen vinden wordt toegeroepen: Ik leef! Dat is de Paasboodschap voor ter doodveroor-deelden. God schenke ons voor het eerst of bij vernieuwing te leren sterven aan al wat buiten God en Christus is en met onszelf de dood in, om het leven buiten onszelf te zoeken en te vinden in Hem die door Zijn opstanding boodschapt: Ik leef en gij zult leven!
Rev. J.C. Westslrate is pastor of the Gereformeerde Gemeente (Netherlands Reformed Congregation) at s’-Graven-polder, the Netherlands.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1987
The Banner of Truth | 28 Pagina's