De Genezing Van De Kreupelgeborene

Het boek van de Handelingen der Apostelen is eigenlijk een doorlopend getuigenis van de krachtdadige werking van God de Heilige Geest.

Ook de geschiedenis, waarvan wij een gedeelte overdenken, is daarvan een bewijs. Het is kort na de uitstorting van de Heilige Geest, dat Petrus en Johannes opgaan naar de tempel omtrent de ure des gebeds. Wel is de Nieuw-Testamentische bedeling des heils aangebroken, maar de tempel Staat er nog en de Christenen uit de Joden gaan ook nog op naar dit Oud-Testamentische Godshuis. Daar zit een man aan de poort, die van zijn geboorte aan een stakker is, want hij is kreupelgeboren. Hij zit daar om een aalmoes te begeren van degenen, die naar de tempel opgaan. Ook van Petrus en Johannes begeert hij een aalmoes te ontvangen, maar deze kunnen die niet geven.

Toch wordt tot hem het verwachting wekkende woord gesproken:

Zie up ons. En dan spreekt Petrus het woord, waarover wij een ogenblik met elkander willen handelen.

Deze dienstknechten Gods kunnen geen zilver of goud aanbieden. Zij kunnen en willen geen materiele voordelen verschaffen. Maar hetgeen, dat zij kunnen en mogen en willen doen, dat doen zij. Zij verkondigen de Naam en de kracht van de ten hemel opgevarene, van Jezus Christus. Als er een geschiedenis is, waarin blijkt, waartoe de kracht van de Heilige Geest de Apostelen heeft aangegord, dan is het ook deze wel, want zo krachtig is het geloof in het hart van de Apostel, dat hij zo spreken en getuigen kan. Hier geschiede een wonder.

Dit wonder is niet door de Apostel bewerkt, want dan zou het geen goddelijk wonder geweest zijn. Niemand minder dan Petrus is zich daarvan bewust, zoals hij ook aanstonds uitspreekt, wanneer hij van deze gebeurtenis een nadere verklaring geeft. Deze wonderen hadden in de eerste tijd van de nieuwe gemeente veelvoudig plaats.

Zij standen in verband met de uitbreiding van de gemeente over de gehele aarde. Opdat dan de prediking van het Evangelie meerdere ingang hebben en verkrijgen zou, heeft de Heere de Apostelen tot het in Zijn Naam verichten van deze opmerkelijke handelingen bekrachtigd. Wij merken op, dat Petrus zich als Apostel en dienstknecht des Heeren zijn autoriteit goed bewust is. Hij mag spreken in de Naam des Heeren en een boodschap brengen, die van uitnemende waarde voor de kreupele man is. Nu in wezen hebben al de dienaren des Heeren dezelfde taak. Al gaat het dan niet om uitwendige genezingen, om miraculeuze gebeurtenissen, het gaat wel om de boodschap, die in de Naam des Heeren moet en zal gebracht worden en die voor de kreupelen van zo grote betekenis en waarde is.

Al ontmoeten wij dan niet aan de deuren van onze kerken degenen, die lichamelijk kreupel zijn, hoevelen, daarentegen, die het in een geestelijk opzicht zijn. Dan zitten er velen. Eigenlijk zijn wij allen lam; geestelijk lam. Tot alle goed onbekwaam. Dat is onze toestand en staat uit vrucht van de val in het Paradijs, waar onze natuur alzo is verdorven geworden, dat wij met onze kinderen in een geestelijke doodstaat liggen. Die schrikkelijke staat kan niet genoeg aangewezen worden. Maar tegenover de dood, de totale dood in de mens ligt nu het totale leven in God door Christus. Tegenover het totale onvermogen van de geeselijke dode zondaar staat de almacht van Gods Geest en genade. Nu dat is de kreupele aan de poort nooit bekend gemaakt. De Farizeer en de schriftgeleerde hebben wel aalmoezen uitgereikt, maar ze hebben de kreupele aan de poort laten liggen. Ze hebben zich verder met de man niet bezig gehouden. Alhoewel het nadrukkelijk gezegd was in de wet des Heeren, dat men de bedelaar onder Israel niet zou doen gevonden worden, hebben zij hem als een bedelaar daar geduld. Hoevelen gaan vandaag aan de dag nog de kreupele voorbij. Zij geven een aalmoes, maar laten de man in de eilende waarin hij tenederligt. Hoevele schriftgeleerden en Farizeers gaan niet onbekommerd langs de vele kreupelen heen. Men geeft een aalmoes. Men spreekt wat woorden, die als zodanig bedoeld zijn. Men uit wat vroomheid. Men ijvert verder voor zijn wettische oogmerken, maar men laat de kreupele in zijn deemiswaardige toestand. Daar kunnen wij toch die man niet uithalen?

Neen, dat is het werk van God alleen.

Daar valt alle werk des mensen buiten. Daartoe moest nu de Geest des Heeren in de wereld terneder dalen om geestelijk onmachtigen uit de staat der eilende uit te rukken. Maar door die Geest aangegord mag Petrus tot de kreupele aan de poort spreken. En dan geeft hij maar niet een aalmoes, maar mag tot de kreupele spreken in de naam van Jezus Christus. Hij predikt de heerlijkheid van Zijn macht en genade.

En als Petrus predikt door de Geest, heiligt de Geest dat woord; werkt die Geest ook in die man, die kreupele man. Hij Staat op uit zijn kreupelheid, nadat hij aangrepen is door Petrus. Dit is een wonder des geloofs geweest. Want Petrus mag het verklaren: Door het geloof in Zijn Naam heeft zijn Naam deze gesterkt. Door het geloof in de Heere Jezus Christus dus is deze kreupele uit de Staat zijner eilende verlost. Nu dit is de leer van de Schrift allerwege. Wij kunnen buiten Jezus niet zalig worden.

Rev. A Vergunst (1936-1981) served the Netherlands Reformed Congregations of Corsica, South Dakota and Kalamazoo, Michigan in addition to three congregations in the Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen