Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Kroon Van Doornen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Kroon Van Doornen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd.” — Mattheus 27:29a

Alles, wat de Heere Jezus hier op aarde gedaan heeft, heeft Hij borgtochtelijk en plaatsbekledend gedaan. Niets van alles wat door Hem in al die jaren van Zijn omwandeling op aarde werd verricht was zonder grote oorzaak. Plaatsbekledend heeft Hij gedorst, gehongerd, geweend, gebeden en gedankt. In het woord van onze over-denking draagt de Heere nu plaats-bekledend de spot der wereld, naar het woord van de dichter:

Ik draag de schimp, de smaad en overlast,
dergene, die, alziende God, U smaden.
Ik heb geweend, Mijn ziel heeft steeds gevast,
maar ‘k word te meer met smaadheid overladen.

Plaatsbekledend, ja, omdat ook Gods volk verdient wat de wereld eeuwig krijgen zal: de spot en hoon der duivelen. Die spot heeft Hij, met al hun vervloeking, op Zich geladen, om Zijn Kerk van de helse en eeuwige smaad en overlast te bevrijden.

Zelfs in dit ogenblik van rust, waarin de toebereidselen worden getroffen voor de komende kruisiging, vindt de Borg geen rust. De soldaten hebben een kort ogenblik rust, voor voor hen de lange wacht begint op de kruisheuvel Golgotha. Wat zullen zij nu doen, waarmee zullen zij zich vermaken? Zij zullen spotten met het heilige Gods. Nergens spot de wereld liever mede dan met God, Zijn Woord en Zijn volk. Wij lezen zelfs dat de krijgsknechten de ganse bende over Jezus vergaderen. Alle man moet erbij komen! Wrevel leeft in het hart van deze soldaten. Zou deze Koning der Joden het tegen hun keizer Tiberius durven opnemen? Zij ontkleden Jezus en werpen Hem een purperen mantel om. Enkelen komen met wat doornstruiken van buiten. Zij zullen er hun handen wel aan hebben bezeerd, maar tellen dat niet. Jezus moet bespot worden! Daar vlechten zij van de doornen een kroon en drukken die de Borg op de slapen. Als scepter drukken zij Hem een rietstaf in de hand. Dan brengen zij Hem de keizerlijke groet, vallende op hun knieen. Aan-grijpende gedachte: straks zullen deze zelfde soldaten weer op de knieen liggen voor Christus, roepende: bergen, valt op ons, heuvelen, bedekt ons!

Dit nu hebben de krijgsknechten gedaan. Maar achter die krijgsknechten stond gij, volk des Heeren, en had mede een welbehagen aan Zijn dood. Want Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld. Deze doornen zijn de vruchten van onze zonde. Heeft God tot ons aller bondshoofd in het paradijs niet gesproken: zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens; ook zal het u doornen en distelen voortbrengen? En ach, welk een beminnelijkheid krijgt dan voor al Gods volk zelfs een gekroonde, lijdende Borg! Maar wil deze Jezus nu gepast en onmisbaar voor ons worden, dan is ons zo van node het plaatsmakende werk des Heiligen Geestes in onze zielen. Zo nodig is dan, dat wij gaan verstaan dat wij liggen onder de vloek en de toorn Gods, ja, dat wij der verdoemenis onderworpen zijn. Hoe zullen wij anders schoonheid en heerlijkheid zien in een gekroonde Jezus? Ons spreken over Hem is dan niet anders dan een blote beschouwing met het verstand.

Wat is nu de vrucht van deze kroning des Heeren met de doornen-kroon? Deze: dat Hij de vloek, die op Zijn Kerk lag, heeft weggedragen. Van Hem is geschreven: Gij hebt Zijn kroon ontheiligd tegen de aarde! Deze: dat Hij, na de gang van Zijn lijden te hebben volbracht, nu door zijn Vader gekroond is met een kroon van fijn goud, dat is Zijn Middelaarsheerlijkheid, waarvan de Kerk mag zeggen: maar wij zien Jesus, met heerlijkheid en eer gekroond. Tenslotte deze vrucht, dat de door Christus’ bloed en lijden zo duur gekochte Kerk straks zingen mag:

Gij toch, Gij zijt hum roem, de kracht van hunne kracht.
Uw vrije gunst alleen wordt d’ere toegebracht.
Wij steken ‘t hoofd omhoog, en zullen d’eerkroon dragen.
Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen.

Rev. A Moerkerken is pastor of the Gereformeerde Gemeente (Netherlands Reformed Congregation) of Gouda, the Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een Kroon Van Doornen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's