Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eis Van Mij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eis Van Mij

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Eis van Mij, en ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel en de einden der aarde tot Uw bezitting.” —Psalm 2:8

Psalm 2 is een Psalm van David. We weten dit uit Handelingen 4. Daar lezen we dat Petrus en Johannes door het Sanhedrin waren vrijgelaten. Na hun vrijlating kwamen de apostelen tot de hunnen en verkondigden al wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd hadden. Toen de gemeente dat hoorde hieven zij eendrachtelijk hun stem op tot God. Zij zeiden o.a.: “Die door de mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht?” Welnu, zo luidt ook de aanhef van Psalm 2. David is de dichter van deze Messiaanse Psalm.

Er is echter meer: De apostolische gemeente stelt de overpriesters en de ouderlingen der Joden in haar gebed op een lijn met de heidenen. Wij maken nogal eens de fout de heidenen heel ver weg to zoeken, terwijl ze vlak bij ons wonen. Misschien woont de heiden wel in ons, want allen die Christus gram zijn, kunnen op een lijn met de heidenen worden gesteld. De gemeente vervolgt immers in haar gebed: “Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welke Gij gezalfd hebt, beiden Herodus en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels.”

Saulus van Tarsen was op de achtste dag besneden, hij was uit het geslacht van Israel, van de stam van Benjamin, een Hebreer uit de Hebreen, naar de wet een Farizeer. Deze Paulus was een vijand en een vervolger van Christus en Zijn gemeente. Hij was met al zijn vroomheid en godsdienst niets anders dan een godslasteraar, iemand die niet beter was dan een heiden en een tollenaar.

De vervolger van Christus en Zijn gemeente werd door genade de grote heidenapostel. Zijn werk was de Christus te prediken, Die van God de Vader is verordineerd en met de Heilige Geest is gezalfd. Van eeuwigheid is Christus met zijn borgtocht tussenbeide gekomen en heeft Hij Zichzelf gegeven. De grond van de zaligheid van Gods volk ligt vast in de eeuwigheid. Wat van eeuwigheid is besloten door een drieenig God is door Gods Zoon in de tijd geopenbaard. Zo lezen we in het zevende vers: “Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb ik U gegenereerd.” De Vader eiste van Zijn Zoon volkomen betaling: deze eis is des Vaders eeuwige wil. De wil des Vaders heeft de zoon altijd voor ogen gestaan. In Hebreen 10 vers 9 staat: “Toen sprak Hij, “Zie, Ik kom, om Uw wil to doen, o God!” O, verwonder u daarover, gij volk des Heeren, dat ge zalig wordt omdat God het wil!” In het vragenboekje van Hellenbroek lezen we dat Christus een wedereis heeft gedaan. God de Vader heeft Hem die wedereis in de mond gelegd en gezegd: “Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel; en de einden der aarde tot uw bezitting.” De Zoon van God heeft dus heidenen gekregen tot Zijn erfdeel. Verwonder U over het werk van Christus. Hij kwam vrijwillig op aarde, Hij leed en stierf voor de zonden van Zijn volk. Honden hebben Hem omsingeld, een vergadering van boosdoeners heeft Hem omgeven.


Honden hebben Hem omsingeld, een vergadering van boosdoeners heeft Hem omgeven.


Onze dood is geen betaling voor de zonde, maar het sterven van Christus was een betalend sterven. Hij leed en stierf voor goddelozen. Wie is de grootste zondaar? Wie staat er blind en van verre in zichzelf zo rijk? De heidenen zijn Hem ten erfdeel gegeven. Nodig is om ons zelf als een heiden to leren kennen. Gods Woord Zegt: “Eertijds waart gij duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere.”

Rev. A. Hofman, emeritus minister, served the Netherlands Reformed Congregations (Gereformeerde Gemeenten) of Zeist 1958–1968; Scheveningen 1968–1980; Aalburg 1980–1988.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Eis Van Mij

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's