Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Blijdschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Blijdschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Want hij reisde zijn weg met blijdschap…”—Hand. 8:39b

Wat liggen er toch rijke lessen in de geschiedenis van Filippus en de kamerling, zoals wij die lezen in Handelingen 8.

Wij kunnen er maar enkele dingen van aanstippen; wat een onbegrijpelijke boodschap was dat voor Filippus, om naar de weg to gaan, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is.

Moest hij nu zijn bloeiende gemeente van Samaria verlaten om naar zo’n woeste, eenzame plaats to gaan? Opmerkelijk is het to lezen, hoe Filippus de heenweg zelf wandelen moet, maar hoe de Heere hem na zijn gebrachte boodschap wegneemt door Zijn Geest naar Azote. Gods weg is niet voor te rekenen en niet na te rekenen.

De tweede les in dit Schrift gedeelte ligt in de kamerling. Hier is nu een mens, die naar de wereld alles heeft, wat het hart maar begeren kan aan welvaart en weelde. Een machtig heer van Candace, de koningin der Moren. En toch heeft dat alles zijn ziel niet kunnen vervullen. Er bleef een leegte in zijn hart. Maar bij die leegte is iets gekomen wat er voorheen niet was, toen hij in dat verre Morenland hoorde van de God Israels. Daar maakte de Heere de ziel van die heiden verlangend naar Zijn gemeenschap, naar de kennis van Zijn Naam. De man kreeg een stille begeerte de Heere te kennen, te vrezen, te dienen. Doch hij wist niet, hoe het moest. Leg er al lezende van stukje tot stukje uw eigen hart maar naast, geliefde lezers, om te zien hoever ge die kamerling volgen kunt en of ge hem verstaan kunt.

Daar gaat hij, om aan to bidden in Jeruzalem…en hij keerde wederom, zo lezen wij zeer treffend. De heilige schrijver wil ons met andere woorden zeggen: Daar in Jeruzalem, daar is niets gebeurd. Helemaal niets! O, hij had er zoveel van verwacht. Hij had een reis gemaakt als de koningin van Scheba weleer. Maar ach, zij had Salomo ontmoet en had zoveel mogen horen dat geen geest meer in haar overig was. Maar hij? Zeker, hij had de tempel gezien, de priesters, de offers. Buitengewoon veel godsdienstigheid had hij er ontmoet. Maar zijn ziel was onder dat alles zo ledig gebleven, want hij had God niet ontmoet. En die God Israels te ontmoeten was toch het oogmerk van zijn verre reis geweest. En hij keerder wederom, en zat op zijn wagen. Moedeloos en verslagen treffen wij hem zo aan, nog even arm als hij was.

En las de profeet Jesaja… Ziet ge wel, waar God werkt, daar komt een betrekking op zijn dienst en op Zijn Woord. Deze arme, zoekende en verslagen kamerling kan maar niet afblijven van die kostelijke rol, die hij bij zich heeft. Die rol is hem lief, al verstaat hij er weinig van. Hoor, hij leest! Hardop, zoals dat toen gebruikelijk was. Hij leest Jesaja 53, dat uitnemende hoofdstuk. Van onze overtredingen en onze ongerechtigheden leest hij daar.

Hij is er geen vreemdeling van: het levende besef van zonde en schuld heeft hem daar in Morenland de rust opgezegd. De trekkende liefde Gods des Vaders leidde hem naar Jeruzalem en bracht hem in deze, voor hem doodlopende, weg. Overtredingen, ongerechtigheden, oordeel, straf, Godsgemis, verlangen naar Gods aangezicht, begeerte om met God verzoend to worden, hij weet goed wat het is! Maar die Persoon over Wien de profeet schrijft, Wie is Hij toch? Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid, en gelijk een lam stemmeloos is voor dien die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open….

Wat een gezegend werk mag Filippus hier doen op deze zo toebereide aarde! Wat een groot goed, dat de kamerling hier ontvangen mag: de Persoon van Christus wordt aan zijn ziel geopenbaard en ook toegepast. Filippus verkondigt hem Jezus. Er is in het hart van de donkere Moor ook plaats voor Jezus. Dat moeten wij goed in het oog houden. De Heere trekt nu met de kamerling krachtig door en stelt hem spoedig in de ruimte. Dan valt het middel weg: de kamerling ziet zijn prediker niet meer en reist zijn weg met blijdschap.

Moogt ge in de weg van de kamerling uw weg herkennen?

Rev. A. Moerkerken is pastor of the Netherlands Reformed Congregation (Gereformeerde Gemeente) of Gouda, The Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Met Blijdschap

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1988

The Banner of Truth | 28 Pagina's