In Beide Handpalmen Gegraveerd
“Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd.” — Jes. 49:16a
Dit is een antwoord dat de Heere gaf aan Sion. Dat Sion, waarmee in het historisch verband Jeruzalem getekend wordt, als de hoofdstad het volk vertegenwoordigend. Van ’s Heeren wege had de profeet de opdracht gekregen om naar het hart van Jeruzalem te spreken, wat ook getekend wordt in het voorgaande. Welke rijke beloften en weldaden worden toegezegd. Deze beloften strekken zich uit tot de Kerk van alle eeuwen, de gelovige Israeliet van die tijd, en de uitverkoren Sionieten van heden.
Dat volk, vanaf zijn geboorte, zoveel trouw en goedertierenheid door de Getrouwe Verbondsjehovah bewezen en zo beweldadigd mocht wel roemen en zingen van Gods weldaden. Maar we horen het is een klagend volk. Niettegenstaande de rijke toezeggingen en troostelijke beloften aan hen gedaan, geen roemen en vertrouwen in de HEERE, maar een klagen over en een wantrouwen van Hem. Ze hebben alleen oog voor de omstandigheden, welke de profeet hen heeft gezegd, waarin ze zullen komen. Hoe zullen ze ooit uit Babel verlost worden?
Het klaagt dat de HEERE hen heeft verlaten en vergeten. Dit is geen wezenlijke verlating, maar een verberging om der zonden wil, opdat ze zullen beproefd en gelouterd worden. Welk een verkeerde klacht van de Kerk van de oude dag als ook van de Kerk van de nieuwe dag. Inplaats van over zichzelf te klagen, klagen ze over de Heere. Dat is een zondig klagen.
Dat geestelijk Sion is geliefd van eeuwigheid en in de tijd wederom geboren. Nu zal de Heere het werk Zijner handen nooit verlaten, want Hij is het Die trouwe houdt en nooit laat varen het werk Zijner handen.
Waartoe komt dan Sion tot deze klacht? De oorzaak kan velerlei zijn.
In tijden van smart, gelijk een Naomi. In het vallen van de zonde, gelijk een David. In het steunen op eigen krachten, gelijk een Simson. Die wegen zijn Gods wegen, opdat ze in het dal van ootmoed en afhankelijkheid worden gebracht, meer en meer aan hen zondige aard worden ontdekt, en des te begeriger worden om Christus deelachtig te worden. Wanneer daar het licht valt over al die ongestalten, wordt het hen zo smartelijk. Dan komen ze tot de belijdenis: Wij hebben de Heere verlaten, vanwege de boosheid onzer werken.
Zo was de leiding in de onbegrepen wegen, welke de Heere hield met een Jakob of een Asaf.
Daarin wordt de schuld gevoeld en de droefheid over de zonde ingeleefd en alle rust buiten Christus opgezegd.
Nu het wonder, dat de Heere hen een antwoord geeft van Zijn onveranderlijke trouw. Hij zal Zijn verdrukte Sion in ballingschap nimmer vergeten noch verlaten.
Dit is niet alleen tot troost van Sion, maar zeker ook tot beschaming van de vijanden, die de Heere voor Zijn aangezicht zal verdrijven.
Dat is tot verheerlijking van Gods eer en de zaligheid van Zijn volk.
Dit zijn de welgebaande wegen des Heeren. Hoor maar: Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd!
Dit is een beeld ontleend aan de bouwkunde. Voordat een bouwwerk wordt gemaakt, gaat daaraan een tekening en een bestek vooraf, wat wordt ontworpen door een bouwkundige. Daarin wordt aangegeven tot in de kleinste delen hoe dit gebouw, overeenkomstig die tekening en dat bestek, voltooid en opgetrokken moet worden. Hier dan de beeldspraak van de bouw van Sion. Zulke bouwmeesters graveerden soms zulke tekeningen in tichelstenen. Hier zegt de Heere, dat Hij ze in de beide handpalmen heeft gegraveerd. De Heere spreekt hier op menselijke wijze over Zijn plan om Zijn Sion te bouwen. Dat is naar Zijn gemaakt bestek. Dat is het raadsplan van Gods onveranderlijke en eeuwige Raad. Zo is Gods oog dag en nacht op Zijn werk. Dat plan des Vaders, wat de Zoon op Zich heeft genomen wordt in de tijd door de Heilige Geest door het vergaderen en behouwen van de stenen tot een geestelijke tempel voltooid.
In Mijn beide handpalmen gegraveerd. De Heere wordt met eerbied gesproken steeds aan Zijn eigen werk herinnerd. Ook in volvoering daarvan. Die uitvoering in de tijd door het volbrachte werk van Christus, toegepast door de Heilige Geest, ligt in de handen en is gegraveerd in Zijn Middelaarshanden.
Hij heeft Zijn handen vrijwillig laten doorboren, om de schuld Zijns volks te verzoenen op de heuvel Golgotha aan het vervloekte kruishout. Hij heeft dat plan volvoerd in Zijn dood om de Vader te verheerlijken en de Zijnen het eeuwige leven uit genade om Zijn verdiensten te schenken. In Zijn hemelvaart heeft Hij bij Zijn lichamelijk scheiden, die handen zegenend opgeheven over de Zijnen, zodat dat Sion de troost ontvangt: Niet vergeten noch verlaten, maar Ziet, Ik ben met ulieden, tot aan de voleinding der wereld.
Welk een onuitsprekelijk voorrecht, in de beide handpalmen gegraveerd te zijn. Maar dat te mogen weten door Gods Woord, gewerkt door de Heilige Geest, is daaruit de troost te mogen ontvangen, beide in leven en in sterven. Is dat onze enige troost?
Dat gebouw van Zijn eeuwig bestek, zal in eeuwigheid verrijzen. Dan zal er geen scheiding of verberging meer zijn, maar zal dat Sion, de Kerk van de oude dag, met de Kerk van de nieuwe dag voor eeuwig uit de ballingschap zijn verlost, om eeuwig bij de Heere te zijn zonder te scheiden meer.
Rev. J.C. Weststrate is pastor of the Netherlands Reformed Congregation (Gereformeerde Gemeente) of ’s-Graven-polder, The Netherlands.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989
The Banner of Truth | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989
The Banner of Truth | 24 Pagina's