Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee Tempelgangers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee Tempelgangers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Twee mensen gingen op in de tempel om te bidden; de een was een Farizeër en de ander een tollenaar.” —Lukas 18:10

In deze bekende gelijkenis tekent Jezus twee mensen, die beiden opgingen naar de tempel. Twee mensen zijn op weg naar dezelfde tempel. Welk éen onderscheid tussen die twee wordt ons in deze gelijkenis getekend. De éen was een Farizeër en de ander een tollenaar. De Farizeër hoog boven het gewone volk uitstekend, vanwege zijn geleerdheid en plichtsbetrachting in de godsdienst en daartegenover de tollenaar zo veracht bij het volk van Israël, wegens het innen van de tol ten bate van de overheerser, de Romein. Welk een tekening van schril kontrast tussen de Farizeër met zijn nationale trots, zich beroemend een kind van Abraham te zijn en de Tollenaar die zijn eigen volk afperst in landverradelijke dienst voor de vijand.

De tegenstelling tussen beiden tekent de Heere Jezus nog scherper in het gebed dat ze doen in de tempel, want beiden gingen op om te bidden in de tempel. De Farizeër heeft niets te bidden, omdat hij niets nodig heeft in zijn waarneming.

Hij gaat vooraan in de tempel staan, vooraan, vlak vooraan, dicht bij de troon der hoogste Majesteit, geheel op zichzelven, afgezonderd van de goddeloze mensen en vooral op grote afstand van de ellendige tollenaar, die men eigenlijk uit de voorhof zou moeten weren. Naar Joodse gewoonte breidt hij de handen uit, zijn ogen naar de hemel slaande bidt hij bij zichzelven: “O, God, ik dank U, dat ik niet ben gelijk de andere mensen, rovers, on rechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef de tienden van alles wat ik bezit.”

Hij die meent de andere mensen zo goed te kennen door te zeggen dat hij niet doet als andere mensen, misleidt zichzelf. Maar te zeggen dat hij niet is als andere mensen is blind voor de werkelijkheid, waar de hele mensheid, niemand uitgezonderd, in Adam is gevallen. De Farizeërs uit die tijd, waar Jezus in deze gelijkenis een beeld aan ontleende zijn gestorven, maar het Farizeïsme is nog springlevend, al meent men het met schoonklinkende en godsdienstige leuzen te verbergen. Gelukkig die zichzelf leert kennen als de Farizeër.

Wanneer de Heilige Geest ons ontdekt aan ons bestaan met al onze godsdienst dan kunnen we niet pleiten op wat wij gedaan hebben of doen, dan zijn we niet beter dan de andere mensen, kunnen we met al onze eigen godsvrucht en zelfingenomenheid en vermeende rechten boven anderen voor God niet staan noch bestaan.

Tegenover deze Farizeër staat nu de tollenaar. Jezus de kenner der harten tekent hem met enkele woorden aldus: van verre staande, wilde hij ook zelfs de ogen niet opheffen naar de hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: o, God wees mij zondaar genadig.

Deze tollenaar, ontdekt aan zijn gruwelijk bestaan, kon niet wegblijven, maar staat van verre zich wegschamend voor God en de mensen. In het gevoel van zijn onwaardigheid zoekt hij in de voorhof een verborgen plaatsje en waagt het niet om de ogen naar de hemel op te heffen, maar vanwege zijn schuld voor God is er bij hem beschaamdheid des aangezichts, daar hij God zo grotelijks beledigd heeft. Niet in een handhaven van zichzelf slaat hij zichzelf voor zijn hoofd, maar door de smart, die in zijn ziel verwekt is over zijn zonden en door de droefheid naar God slaat hij zichzelf op de borst, waar het hart als de uitgang der zonde zich bevindt. Als de zondaar, in de volle zin des woords, als de voornaamste zondaar in vergelijking met andere mensen, smeekt de tollenaar om genade. Ook de tollenaars uit die tijd zijn gestorven, maar ook nu nog zijn er die door Gods genade die gestalte van deze biddende tollenaar kennen.

Zijn er in uw leven ook tijden dat ge u met Gods volk niet durft te rekenen en dat het u een wonder is en wordt, dat ge nog een plaatsje, al is het dan het minste of het minst gemakkelijke in Gods huis, moogt betreden, waar ge alle rechten hebt verspeeld, on dan daar als een schuldige zondaar een plaatsje te vinden om uw klacht uit te storten en uw Rechter om genade te leren smeken? Het slot van de gelijkenis wordt door de Heere Jezus getekend door deze mensen weer tegenover elkaar te stellen. Deze (de tollenaar) ging gerechtvaardigd in zijn huis meer dan die (de Farizeër). Dat wil niet zeggen dat er bij de Farizeër ware gerechtigheid te vinden was, maar dat hij zichzelf voor gerechtvaardigd hield en ook van de mensen daarvoor gehouden werd. Alléén de tollenaar ging gerechtvaardigd af in zijn huis.

Gerechtvaardigd dat is vrijgesproken van schuld en straf en met God verzoend om de middelaars- en zoenver-diensten van Christus. Dit was Gods antwoord op de tollenaarsbede, want de Mond der Waarheid heeft hetzelf getuigd.

Zelfs een Farizeër, door God bekeerd, door God neergeveld, en waarlijk zondaar gemaakt heeft hetzelfde antwoord ontvangen getuige zijn schrijven aan Timotheüs: Dit is een getrouw woord en aller aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken van welke ik de voornaamste ben.

Rev. J.C. Weststrate is pastor of the Netherlands Reformed Congregation (Gereformeerde Gemeente) of ’s Gravenpolder, The Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1989

The Banner of Truth | 30 Pagina's

Twee Tempelgangers

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1989

The Banner of Truth | 30 Pagina's