Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door Mijnen Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door Mijnen Geest

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des Heeren tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de Heere der Heirscharen.” - Zach. 4:6

De Heere heeft voormaals op menigerlei wijze tot de vaderen gesproken.

Hij deed dit zowel door mondelinge aanspraken—denk aan Abraham—als door dromen, gelijk als bij Jacob, als-mede door gezichten of visioenen, zoals dit in het boek Zacharia duide-lijk naar voren komt.

Op klare wijze toont de Heere in het visioen van de gouden kandelaar, hoe Hij zelfs in de donkerste nachten over Zijn erfdeel waakt.

De kandelaar was in de tempel te Jeruzalem geen onbekende zaak, doch moest steeds door de hand van de priester brandende gehouden worden.

Maar nu in dit gezicht wordt ons getoond wat de Heere Zelf zou doen. Hij, de Getrouwe en Onveranderlijke Verbondsgod zou Zelf de lampen brandende houden.

Al waren dan de oliehoudende olijfbomen door de handen van de vijand verwoest en ontbraken de priesters om hun werkzaamheden aan de kandelaar te verrichten—zodat de om-standigheden waarin het volk verkeerde wel uitermate hachelijk waren—maar toch, geen nood… want de Heere zal zorgen en werken. Neen, niet door mensenkracht of geweld, maar door “Mijnen Geest,” spreekt de Heere, zal het geschieden.

Tot grote verbazing ziet de profeet hoe nu naast die kandelaar twee olijfbomen stonden, die de olie deden druipen in de kruik die zich nu boven de kandelaar bevond. O, merk toch hoe God, in weerwil van de vreselijke vijand, Zelf de kandelaar brandende houdt.

Oponhoudelijk druppelde de olie uit de kruik door de zeven pijpen in de bakjes van de zeven lampen.

De profeet ziet dat alles en toch… hij begrijpt de Goddelijke bedoeling ervan niet. Doch, dat niet weten deed hem ootmoedig tot de Heere om uitlegging vragen.

Mijn vrienden, bemerkt ge wel, dat de profeet het niet uit ging knobbelen met zijn verstand om er toch maar een oplossing voor te krijgen, maar hij kreeg in waarheid de Heere nodig of Deze het aan zijn hart wilde verklaren.

Mijn jeugdige vrienden, dat ook gij bij het lezen en bespreken van ‘s Heeren Woord maar voortdurende behoefte moogt hebben aan de uitlegging van die Goddelijke Geest.

Voor Zacharia lag in dit visioen een boodschap die hij moest overbrengen aan Zerubbabel, de vorst uit Davids huis, onder wiens leiding men begonnen was Babel te verlaten en de tempel te herbouwen. Doch hoe scheen hun zaak nu verloren te zijn en dreigden ze veeleer een spel voor de vijand te worden.

De moed zou hun ontzinken—doch de Heere geeft de moede kracht.

O, wat zou het er droevig uitzien als de herbouw van stad en tempel afhing van de kracht van een handje vol amechtige Joden.

Maar gelukkig—wat naar menselijke berekening niet kan, zal de Heere door Zijn Geest laten geschieden.

De Heere Zelf zal de kandelaar, als zijnde Zijn kerk, de olijfolie des Heilige Geestes geven, opdat daardoor de lampen van Zijn kerk brandende zouden blijven.

Dit mag de troost zijn voor des Heeren kerk door alle eeuwen. Daardoor zal Hij Zijn gemeente in stand houden, temidden van allerlei geesten die uit de afgrond opkomen. Dit mag de kracht zijn voor al de bedrukte kin-deren Gods, dat de Heere Zijn begonnen werk niet alleen in het leven houdt, maar ook zal voleindigen. Alle eigen krachten moeten zij leren verliezen om alleen door die dierbare Heilige Geest, die het uit Christus neemt en hun Zijn weldaden komt mee te delen, bediend te worden. Dat werk zal voleindigd worden en wanneer de laatste steen op dat geestelijk bouwwerk zal gelegd worden, zal dit gepaard gaan met de uitroep: “Genade, genade zij denzelve.”

Die Geest mocht ook Uw harten, mijn lezers, bewerken. Ja, ge mocht er om leren bidden, opdat uit de werk-plaats van Gods welbehagen in Uw hart door vernieuwende genade het fundament voor het nieuwe leven, zijnde de vereniging met Christus, door wedergeboorte en geloof gelegd mocht worden, en ge door waarachtige bevinding kennen leerdet dat—niet door eigen kracht—uit diezelfde werkplaats ook de sluitsteen zal voortkomen.

Zo is de tempelbouw der waarachtige bekering Gods eigen werk, en Christus, als de meerdere Zerubbabel, is de Bouwmeester. Dan alleen verkrijgt God de eer en arme zondaren de zaligheid. Zulks werke de Heere in onze zonen en dochteren.

Immers, staat onze tijd niet in het teken van ontzettende afbraak? Hoe dreigen de gevaren, in’t bijzonder voor onze jonge mensen, om hen van Gods Woord en ordinantien af te trekken.

Doch geve de Heere gebed, opdat wij zien mogen hetgeen de dichter zingt in Ps. 87:4 (oude rijm):

Cod zal Sion bouwen,
Met Zijn hand krachtig.

Hoe noodzakelijk is die bouwing door Gods Geest. Die Geest bouwt niet op een zandgrond van veronder-stelde wedergeboorte, waardoor men dan een vermoedelijke hemelburger wordt. Doch die Geest vernieuwt en wederbaart tot een nieuw schepsel. Door die Geest worden wij afgesneden van Adam en door het zaligmak-ende geloof ingeplant in Christus. Neen, dan worden wij niet anders, maar eens Anderen, namelijk Christus.

Rev. A. Verhagen (1887–1959) pastored eight congregations in The Netherlands.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1990

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Door Mijnen Geest

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1990

The Banner of Truth | 28 Pagina's