Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Vreemdeling in Mesech

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Vreemdeling in Mesech

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone!”

Boven deze tekst staat geschreven: “Een lied Hammaaloth.” Dit is een van de vijftien zulke liederen.

Reeds lang voor dat de psalmen samengebundeld zijn, schijnt dit bundeltje te hebben bestaan. Gedurig werd er van deze liederen gebruik gemaakt bij kerkelijke hoogtijdagen in Oud Israel.

Het zijn zogenaamde optochtsliederen, liederen die men zong bij het gaan naar Jeruzalem — naar de tempel om de naam des Heeren te loven. Wat een schone en liefelijke indruk zal dat gegeven hebben, wanneer men met groepjes tegelijk uit alle delen des lands opging naar Sion, de stad des grote Konings.

Lezers en lezeressen, ons psalmboek is zo rijk van inhoud. En ook de liederen van Hammaaloth bevatten een schat van kostelijke inhoud voor Gods strijdende kerk op aarde.

Dat komt ook uit in het tekstwoord dat we bovenaan noemden. Lees maar: “O wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone.”

Mesech was een woeste volksstam, wonende in het gebergte tussen de Zwarte en Kaspische zee. Kedar was een nederzetting uit de stam van Israel. Hier woonden nomaden, die heren derwaarts trokken en in zwarte tenten woonden — strijdlustig en woest van aard.

En nu klaagt Gods knecht dat hij daar tussen woonde. De dichter klaagt hier de HEERE niet aan, maar mag belijden in dit zingen in welke omstandigheden hij verkeerde. Lees de hele psalm maar eens na. Daarin komt wel uit dat hij behoefte had om zijn nood aan Sions Koning voor te leggen.

De opmerkzame lezer(es) zal wel verstaan dat de dichter hier beeldspraak gebruikt. Immers, hij woonde niet tussen die volken. Hij woonde in het land door God aan Abraham geschonken. Maar het was of Gods knecht verstond dat voor zijn zieleleven hij in Mesech en in de tenten van Kedar woonde. In zijn eigen land waren velen twistziek en lasterden de naam des Heeren —vijanden, hoewel ze uiterlijk bij Israels volk behoorden. Vandaar dat het hem is dat hij tussen de heidenen woonde, die God niet vreesden en geen mens ontzagen. Zijn ziel was bedroefd over dit alles, en wist wel dat het slechts Gods goedheid was die hemzelf van alle boze aanslagen, die soms ook in zijn ziel waren, verloste.

Het is een beeld van Gods volk op deze wereld. Ze hebben niet anders te verwachten dan verdrukking, strijd, smaad, spot, en hoon —van binnen en van buiten.

De Heere Jezus zeide reeds tot de Zijnen: “Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat hebben. Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.”

Sion moet maar nooit rekenen op liefde van de wereld en de schijngodsdienst, dat overal mee kan doen. Blijkt het dat we toch wel vrolijk met de wereld mee kunnen doen en zeggen, “We moeten het maar niet te krap nemen. Je mag toch wel wat hebben van de schijnvrolijkheid van deze wereld” — wel, dan zit het goed fout met Gods kind, en brengt het duisternis en dodigheid in de harten. Zie maar in het leven van Bijbelheiligen die door eigen afmakingen ook in Mesech en in de tenten van Kedar wonen. Jammer dat we er zo weinig last van hebben.

Het is een van twee: Of we mogen in nederigheid, en dat is genade, bij de Heere schuilen, of we komen in de strikken der zonden terecht. Neen, er kan geen samenstemmen zijn tussen Christus en Belial. En nu is Gods kerk wel in de wereld, maar ze behoort niet van de wereld te zijn. God is jaloers op Zijn eer, en de zonden hebben het bloed gekost van de dierbare en geheel enige Zaligmaker.

Als onze jonge mensen dit soms ook mogen lezen: Bedenk dan, dat de wereld voorbijgaat met al haar begeerlijkheden. De Heere te vrezen met een kinderlijke vreze geeft veel meer, ja alles, op je reis door deze wereld, ook al ben je omringt met Mesech en Kedar. Geloof me: Het is zoet en zalig dicht bij de Heere te mogen leven. Alles valt tegen, maar de Heere valt nooit tegen. Jammer dat Gods kinderen in deze verwarde en boze tijden zo weinig oefeningen hebben in de weg van heiligmaking. In die weg leert ge: Minder zonden doen en groter zondaar worden. Het brenge ons maar op onze knieën.

En al gaat het dan door veel wat doet klagen en treuren, dan wordt het wel ingeleefd: “O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone.” Dat volk wordt niet hoog; dat leert dat ondanks alle zorg en verdriet, de Heere bewaart in alle omstandigheden en trouw zorgt voor Zijn eer — maar ook voor Zijn volk dat Hem nodig heeft om Godzalig te leven.

Gelukkig als we in dagen van benauwdheid een Toevlucht hebben; ja, dat de Heere door Zijn dierbare Geest ons in alle waarheid mag leiden. Dat we, lezers en lezeressen, de Koning van Sion mogen zoeken of leren zoeken eer het te laat is.

Mochten we door genade leren zien op Hem die getuigd heeft voor allen die Zijn verschijning liefgekregen hebben: “Hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.”

Mesech vergaat, Kedar blijft niet, maar Sion blijft eeuwig; en dat alleen om het eeuwig welbehagen.

Ds. A.W. Verhoef is emeritus predikant der Gereformeerde Gemeenten, nu woonachtig te Lethbridge (Can.). Van 1963-1992 heeft hij de volgende gemeenten gedient: Barneveld (Neth.), Lethbridge (Can.), Chilliwack (Can.), en Beekbergen (Neth.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1992

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een Vreemdeling in Mesech

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1992

The Banner of Truth | 28 Pagina's