Wat is Onze Verwachting?
“En Zijn Zoon uit de hemelen verwachten.”
De tijd nadert dat de kerk in prediking en meditatie wordt gewezen op het wondervolle feit dat de Heere Jezus op aarde kwam om Zich te geven als een rantsoen voor velen.
Daar we, in welk deel van het jaar ook, Hem nodig hebben om welgetroost zalig te leven en te sterven, dacht het ons goed om nog eens extra te wijzen op Hem, die Gods Sion op aarde moet leren verwachten, aangezien wij allen toch eenmaal het tijdelijke met het eeuwige moeten verwisselen.
Dan is toch de levensvraag: Verwachten we Hem door genade, of is onze verwachting in de eerste plaats van de dingen dezer aarde? Of het nu lente, zomer, herfst of winter is, weet toch: Hij, de levende Christus, moet onze verwachting zijn. Immers door Hem kunnen we alleen maar leren zalig te leven en ook zalig te sterven.
Als we eens zien op de Oud-Testamentische Kerk, die de laatste paar honderd jaren voor Zijn komst, zo in het donker leefde, dan was het een wonder dat er toch nog een overblijfsel was naar de verkiezing der genade dat uitzag naar Zijn komst. Ja, er was nog een volk dat hoopte dat de Heere de gegeven belofte zou gaan vervullen en Hem zou zenden Die alleen ons heil volmaken kan. Gelukkig als we in deze tijd nog bij dat volk behoren mogen, dat uitziet naar Zijn komen uit de hemel in ons hart en leven. Immers, Hij alleen kan ons leren, dat hij de geheel-enige Zaligmaker is. Hij kwam, zoals de Catechismus zo uitnemend zegt, om genoeg te doen, om gerechtigheid te vervullen voor een verloren volk, en om hen te reinigen en te heiligen.
De vraag mag wel gedurig gesteld worden: Hebben we Hem al nodig gekregen? Of leven we nog voort in onze zuurdesem? Zijn we nog rechtvaardig in eigen oog, en hebben we de wassing door Zijn dierbaar bloed niet van node? Als dat zo is, dan zijn we armer dan de armste bedelaar, al kunnen we in eigen oog rijk en verrijkt zijn en geen dings gebrek hebben. Zal het wel zijn op reis naar de eeuwigheid, dan zullen we in moeten leren leven dat onzerzijds de weg naar de hemel toegesloten is, en dat we God naar kroon en troon gestoken hebben — niet alleen door onze diepe val, maar ook door ons dagelijks tegen de Heere opstaan.
De Heere Jezus is niet gekomen voor beste mensen, voor hen die zichzelfwel kunnen helpen, maar voor hen die aan de weet kwamen midden in de dood te liggen! En die het als een genadewonder leren achten als Hij nog in hun hart woning wil komen maken. Sions betalende Borg moeten we leren kennen, om Hem recht te mogen verwachten als de Enige Zoon van God, Die kwam om Zichzelf te geven als een rantsoen voor velen, op grond van de verkiezende liefde des Vaders. Daarom, de Geest des Heeren ontdekke bij aan- en voortgang, opdat er een tijd kome dat we het mogen belijden: “En Zijn Zoon uit de hemelen verwachten.”
De Heere vemedere ons; dan zullen we straks bij Hem zijn Die de enige “verwachting” is voor Zijn hinderen.
Een volk, dat zonder Hem niet leven en niet sterven kan — dat is in waarheid een verwachtend volk. O, zien we wel eens uit naar Zijn komst en wederkomst? Want Hij komt eenmaal weder om te oordelen de levenden en de doden. O, als het ons nooit nodig geworden is Hem te leren kennen, dan heeft Hij geen waarde voor ons! Maar weet: Zonder Hem kunnen we Hem ook nooit met blijdschap leren verwachten. Hij komt weder om Zijn vijanden te verdoen met de adem Zijns monds. Hij komt echter ook weder om de Zijnen eeuwig, verenigd met lichaam en ziel, in te zamelen, opdat ze zich altoos door genade in Hem zullen verblijden. Dan wordt de “Verwachting” vervuld. Hoe donker het dan ook worden zal op aarde, de Kerk des Heeren mag dit toch weten: Na duisternis, door de zonde, komt het Eeuwig Licht. Daarom mochten wij allen die dit lezen, ons maar afvragen: Wat is mijn verwachting? Zie ik reikhalzend uit naar de vervulling van Zijn belofte? Of leef ik voort zonder God in de wereld die ondergaat?
Gods uitverkorenen geve de Heere om met groot verlangen te verwachten om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus onze Heere. Och, mocht het oog dan een weinig omhoog geheft worden, vanwaar ze, uit de hemelen, onze Heere en Zaligmaker verwachten. De Heere vemedere ons; dan zullen we straks bij Hem zijn Die de enige “verwachting” is voor Zijn kinderen.
Ds. A.W. Verhoef is emeritus predikant der Gereformeerde Gemeenten, nu woonachtig te Lethbridge (Can.). Van 1963-1992 heeft hij de volgende gemeenten gediend: Barneveld (Neth.), Lethbridge (Can.), Chilliwack (Can.), en Beekbergen (Neth.).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992
The Banner of Truth | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992
The Banner of Truth | 28 Pagina's