Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zalige verwachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zalige verwachting

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelk gerechtigheid woont” (2 Petrus 3:13).

Wij staan weer aan het begin van een nieuw jaar. Wat dit jaar ons brengen zal, weten wij niet. Wel weten wij, dat het ene geslacht komt, terwijl het andere geslacht gaat. Wellicht zijn er onder ons, wier levensdraad dit jaar zal worden afgesneden. Misschien hoort u wel tot degenen, voor wie het dit jaar eeuwigheid worden zal. Wij weten immers de dag van onze dood niet. En dat geldt niet slechts oude of zieke mensen, maar ook jonge en sterke mensen. Dat wij er rekening mee hielden, opdat ons einde vrede zou zijn.

Nee, wij weten niet wat ons dit jaar overkomen zal. Het ligt alles in Gods eeuwige raad bepaald. Doch letten wij op de omstandigheden, dan hebben wij zware tijden te verwachten. En hoe te beklagen zijn zij, die alleen door het leven moeten, die geen Toevlucht en Uithelper hebben.

Anderzijds, dat wij niet te veel op de omstandigheden zouden letten, wetende bij alles wat er gebeurt, dat het God is, Die regeert. Dat wij elkander dan ook Hem zouden bevelen, opdat Hij al onze noden naar lichaam en ziel vervulle in heerlijkheid. Als wij op Hem mogen zien en bij Hem mogen schuilen, dan behoeven wij ondanks de donkerheid der tijden niet somber gestemd te zijn. Immers, voor Gods Kerk is er verwachting. En van die zalige verwachting spreekt de apostel Petrus in onze tekst als hij zegt: “Maar wij verwachten nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.”

Petrus bedoelt met deze woorden niet, dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal komen, maar dat hemel en aarde zullen vernieuwd worden. En dan zal dit het nieuwe zijn, dat hemel en aarde niet meer gescheiden zullen wezen, zoals ze dat nu door de zonde zijn. We hebben ons immers in Adam van God losgescheurd. Daardoor is er een breuk gekomen tussen God en ons, maar ook tussen hemel en aarde. In de hemel is een God, Die vertoornd is om de zonde, en op de vervloekte aarde is een helwaardige zondaar, die voor God niet bestaan kan. Daarom is deze aarde een jammerdal geworden.

Doch, zegt Petrus, dat zal anders worden. Zoals het nu is, zal het niet blijven. Er komen nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont. De aarde is nu vol ongerechtigheid en wordt bewoond door ongerechtige mensen, doch straks zal er geen zonde of zondaar meer zijn. Dan zal de heerlijkheid van Christus' Borgwerk worden gezien. Hij toch is de Ladder Jacobs, Die hemel en aarde verbindt. Hij is het, Die de ongerechtigheid van Zijn volk droeg en hun zonde verzoende, maar hen ook een gerechtigheid verwierf die voor God geldt, zodat zij weer bij God kunnen wonen en God bij hen.

In deze bedeling is dat nog maar ten dele, doch eens zullen ze volmaakt zijn naar lichaam en ziel. Dan zal de vreze Gods allen en alles beheersen. En dat zal dan nooit meer anders worden. Immers, gerechtigheid zal er “wonen”; dat wijst op het duurzame! Dan zal er geen zonde meer zijn en ook de gevolgen van de zonde zullen daar niet meer gevonden worden. Men zal nergens leed doen, noch verderven op de ganse berg Mijner heiligheid. Dan zullen zelfs de bergen vrede dragen en de heuvelen heilig recht.

O, wie zal de zaligheid kunnen beschrijven die Gods Kerk wacht? Het zal een zaligheid zijn die geen oog gezien en geen oor gehoord heeft en in geen mensenhart is opgeklommen. Welk een zalige verwachting voor hen, die de zonde leerden haten en die een lust kregen in Gods wet. Eens zullen zij niet meer behoeven te bedroeven vanwege de ongerechtigheden om hen en in hen. Geen wonder dat ze daar hunkerend naar uitzien.

Petrus zegt: “Wij verwachten!” En verwachten is heel wat anders dan afwachten. Het betekent eigenlijk: er verlangend naar toe leven! Maar zullen ze dan in die verwachting niet teleurgesteld worden? Hoeveel verwachtingen worden niet vervuld! Het is waar, doch deze verwachting is gegrond. En die grond is hecht, want ze rust op Gods belofte. Petrus zegt, “Wij verwachten het naar Zijn belofte!”

Het is al een heel oude belofte. Jesaja sprak er al van: “Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen” (Jesaja 65:17). Die belofte is later aan Johannes bevestigd. Hij zag op Patmos een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan en de zee was niet meer.

O, de verwachting van Gods Kerk steunt op Gods toezegging. Daarom stelt ze niet teleur. Het is immers niet een belofte van een mens, maar van God. En wat uit Zijn lippen ging is vast en onverbroken. Hoe de wereld ook spot, hoe de binnenpraters tekeergaan, maar u is een beter lot bereid, uw heilzon is aan het dagen!

En met het oog op deze verwachting zegt Petrus verder: “Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede!” Op grond van deze zalige verwachting, roept hij op tot een godvruchtige wandel. Het is of hij zeggen wil: Als u dan deze zalige verwachting hebben mag, laat dat dan ook te zien zijn in uw leven. Laat dan uw wandel in de hemel zijn om Christus te verwachten tot zaligheid. Leef dan niet als de heidenen, die opgaan in de dingen van deze tijd en alleen maar vragen: Wat zullen wij eten en wat zullen wij drinken en waarmee zullen wij ons kleden? Gij behoeft niet bezorgd te zijn. Uw leven ligt in Gods hand. Hij zal voor u zorgen.

Als daar iets van geloofd mag worden, dan kunnen wij in voorspoed dankbaar zijn, in tegenspoed geduldig, en in het toekomende vertrouwend. Dan zullen wij er naar staan om Christus te gewinnen en door Hem die vrede te smaken, die alle verstand te boven gaat en harten en zinnen bewaart. Dan zullen wij bedenken de dingen die boven zijn en daarin ons vermaak vinden, zeggende met Simeon: “Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.”

(1933-1983)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

The Banner of Truth | 28 Pagina's

Een zalige verwachting

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

The Banner of Truth | 28 Pagina's