Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een veilige schuilplaats

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een veilige schuilplaats

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En die Man zal zijn als een verberging tegen de wind en een schuilplaats tegen de vloed” (Jesaja 32:2a).

In deze tekst wijst ons de profeet Jesaja, door de Geest verlieht, op de Koning der Kerk, Welke regeert in gerechtigheid in Zijn Koningkrijk. Hij is van Zijn Vader gezalfd tot Koning op de berg Zijner heiligheid. Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Hij is het die de Zijnen met Zijn macht beschut en bewaart. Daarvan spreekt dan ook de tekst.

In deze beeldspraak wordt er gesproken van een plaats, waar men zich verbergen kan voor de wind. Denk aan de zandstormen in sommige Oosterse gebieden. Een schuilplaats tegen de watervloed. De kanttekenaren wijzen hierbij op de Messias, Welke is de rechte Toevlucht voor alle uitverkorenen. Buiten de Koning van zijn gemeente is er geen verberging, noch schuilplaats tegen de winden van vervolging of geestelijke aanvechtingen tegen Zijn en hunne vijanden.

Hoe onverwacht kan hun de wind tegen zijn en hun levensscheepje door de golven worden gebeukt. Christus zal de beangstigden, die moeten uitroepen: wij vergaan, een Sterke troost aanbrengen door de werking en kracht van de Heilige Geest. Alle verberging en schuilplaats buiten die Man zijn als het huis op de zandgrond gebouwd. Toen de waterstromen kwamen en de winden waaide is dit huis gevallen en zijn val was groot. De discipelen op de zee van Galilea hebben dit letterlijk en geestelijk ondervonden. Wat een wind van geestelijke aanvechtingen kan in het hart van Gods kinderen waaien. Welke stormvloeden van de macht der zonde, van satan en wereld kunnen, die in zichzelf krachtelozen, beuken.

Daaronder verkerend en onbegrepen wegen deed de bege-nadigde Jacob, met al de geestelijke zegeningen verkregen, uitroepen: “Alle dingen zijn tegen mij”. En David, die van Godswege geroepen en gezalfd was tot koning over Israel, in voor hem smartelijke en benauwd wegen: “Ik zal nog een der dagen omkomen door de hand van Saul”. Het is de wind des Geestes, die Gods volk afbrengt van alles waar ze in eigen kracht menen behouden te worden. Daartoe gebruikt de Heere zulke wegen, opdat zij arm en krachteloos in zichzelf worden gemaakt.

Doet de Heere niet overblijven een arm en ellendig volk? Het oogmerk des Heeren daarin is, dat meer en meer het oog des geloofs wordt ontsloten voor die Man die een verberging en schuilplaats is en blijft, afziende van eigen kracht en hulp.

Maar die nu hulp’loos kermen Verdrukt en vol gebrek Brengt God door vrij ontfermen Haast in een hoog vertrek.

Hij was en is de enige Schuilplaats voor al de Zijnen. Hij heeft het Zijn kerk beloofd en zal dit vervullen! “Ziet, Ik ben met ulieden, al de dagen tot de voleinding der wereld”. Buiten die Schuilplaats zal er een omkomen zijn.

Kennen wij ook die geestelijke gevaren, waarin we door eigen schuld onszelf hebben gebracht? Dat zijn onze ongerechtigheden en zonden. Van nature kennen we onze geestelijke gevaren niet en leven zo gerust voort en vragen en zoeken niet naar een Schuilplaats om behouden en gered te worden. Alleen door de onderwijzing uit Gods Woord en door Zijn Geest leren wij verstaan, dat we elk ogenblik van ons leven in gevaar zijn om te sterven. Dan wordt het, gelijk weleer de bloedwreker achtervolgd werd, een vluchten en zich haasten en spoeden naar de vrijstad. Zoals de geschiedenis van de vrij steden onder het Oude Testament ons vermeldt. Wanneer de eeuwigheid op het hart gebonden wordt, welk een angst en vreze kan ons bezetten. Geen menselijk medelijden kan ons troosten. Maar Gods Worrd zegt: “De Heere aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Zijn hand geve”. Hij heeft gezegd: “Roep Mij aan in de dag der benauwdheit; Ik zal er u uithelpen en gij zult mij eren”.

Die Man, die enige Schuilplaats, heeft Zichzelf gesteld onder de stormen en de vloed van Gods verbolgenheid. Hij heeft de goddelijke toorn over de zonde aan het vloekhout des kruises voor al de Zijnen die waardig zijn om door de wind en vloed van Gods gerechtigheid voor eeuwig onder te gaan, gedragen. Wat worden er schuilplaatsen gezocht in deze wereld, maar niet een is veilig of bestendig. Hij alleen is de enige en veilige schuilplaats en toevlucht voor al de Zijnen. Welke wegen van druk, in-of uitwendige, ze moeten bewandelen, welke hevige aanvechtingen ze ondergaan, welke bestrijdingen hun deel mogen zijn, Hij is de Rots der behoudenis. Door de kracht des Geestes, dikwijls in Gods Woord vergeleken met de wind, zal Gods Kerk gedreven worden tot Christus. In Hem zullen moedelozen, de red-delozen, de krachtelozen, de verdrukten, de beangstigden, de aangevochtenen verberging en een Schuilplaats vinden, voor tijd en eeuwigheid.

Als ik door angst en tegenspoed Ben in kleinmoed Gij mij verkwikket; Ook tegen mijn wreedsten vijand Uw rechterhand Mij hulp toeschikket. Gij zult mijn kruis eindigen hier; Want goedertier Zijt Gij gestadig; Het werk Uwer handen zult Gij Volvoeren vrij, O Heer’ genadig.

Rev. J.C. Westrate
(1919-1998)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

The Banner of Truth | 24 Pagina's

Een veilige schuilplaats

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

The Banner of Truth | 24 Pagina's