Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vruchtbaarheid door sterven!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vruchtbaarheid door sterven!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort” (Johannes 12:24).

Rev. M. Blok (1909-1961)

Een treffend beeld, ontleend aan de natuurwet, betreffende het tarwegraan. Wanneer het niet in de aarde valt, dus niet sterft, dan ook geen vrucht: vruchtbaarheid alleen door sterven.

Allereerst past Jezus deze natuurwet op Zichzelf toe. Hij moet sterven, anders blijft Hij alleen; als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Zijn sterven is een schuldoffer. Gods recht eist voldoening tot de laatste kwadrantpenning; die gerechtigheid is voor Zijn lichaam n.l. Zijn gemeente geschonken, waarvan Hij Hoofd en Borg is.

Alleen door deze stervensweg zullen de heidenen Zijn erfdeel zijn, daarom gaf Christus zulk een antwoord aan Andreas en Filippus, toen zij het verzoek van enige Griekse heidenen aan Christus kenbaar maakten, dat ze Jezus wilden zien. Daarom Zijn beslissend antwoord. Zijn ure is gekomen. Hij zal verheerlijkt worden door Zijn dood en opstanding; daarna zullen de heidenen worden toegebracht. Eerst moet de middelmuur des afscheidsels gebroken worden en de vijandschap tussen Joden en heidenen teniet gedaan door Zijn geldende Offerande, opdat Hij Joden en heidenen als een lichaam met God zou verzoenen door het kruis.

Daarom: “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen.” In de aarde vallen en sterven, zo geldt het voor de tarwekorrel, daar moet zij zichzelf ontledigen, verdwijnen en ondergaan. Zo verkrijgt zij alleen wezenlijke vruchtbare en nuttige heerlijkheid, ja stervend zal zij zaad voortbrengen tot een rijke oogst. Zo geldt het ook voor Christus; aan deze wet en weg, door de Vader gewild en geeist, heeft Hij zich met Middelaars gehoorzaamheid en gewilligheid onderworpen. Hoewel Hij met heilige ontroering bad: “Vader verlos Mij uit deze ure,” toch heeft Hij met gewilligheid gebogen onder de heilige wil des Vaders. “Hierom ben Ik in deze ure gekomen: Vader, verheerlijk Uw Naam.”

Alleen door deze weg zal Hij de dagen verlengen tot eeuwigdurende vruchtbaarheid en heerlijkheid, en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.

Deze nu zo gesmade en verachte ‘bloedtheologiej betreffende het noodzakelijk lijden en sterven van Christus, wordt alleen in een weg van sterven aan de zonde een bron van troost, blijdschap en zaligheid. Ook voor Gods gunstgenoten geldt deze stervensweg, en op geen andere wijze wordt Christus de enige oorzaak van hun zaligheid. Niet dat in hun bevinding dienaangaande enige verdienste-lijkheid zou schuilen waarom zij de zaligheid zouden verkrijgen, want wat zouden zij verdienen, wijl al hun gerechtigheid vergeleken wordt bij een wegwerpelijk kleed.

Ja, al ons rusten daarop is in de grond niet anders dan een miskennen van Zijn alleen geldende offerande, waarmee Hij in eeuwigheid heeft voldaan degenen die geheiligd worden. Zowel tot rechtvaardiging en tot heiligmaking is ons van node wat Christus tot Zijn discipelen gesproken heeft in vers 25: “Die zijn leven liefheeft, zal het verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven.”

Ons voor God verzondigd leven, dat wij van nature beminnen, in welke levensvorm wij ook openbaar komen: godsdienstig als de rijke jongeling of openbaar levend in de uitgieting der zonde gelijk hoeren en tollenaars, wij leven onszelf, op welke wijze dan ook. Doch wanneer het zaad der wedergeboorte door de krachtdadige en zaligmakende roeping in ons hart gebracht wordt, waaronder ons hart en onze blinde zielsogen worden geopend, dan begint het stervensproces. Dan gaan wij haten en vlieden wat wij eertijds liefhadden en opzochten; dan zien wij de zonde als zonde in de Spiegel van Gods heilige, eisende en vloekende wet. Dan is ons hart gebroken, onze geest verslagen en een droefheid naar God buigt ons in zielenood voor de troon. Denk aan Paulus: “Zie hij bidt.” En toch, met al onze tranen, berouw en verandering van leven en vrienden, ja met ons dorsten naar de gemeenschap Gods, is het steeds een verder zinken in het moeras van eigen zondeschuld en zondemacht. Hoe machteloos en krachteloos bevinden zulken zich, en al hun hoop, welke ze koesteren, vergaat wanneer Gods Geest ze onderwerpelijk leidt in hun bondsbreuk en ze innerlijk worden ingewonnen door Gods gerechtigheid voor Zijn rechtvaardige eis, toorn en straf. Als doodschuldigen verfoeien zij zichzelven en al hun vermeende gerechtigheid. Met innerlijke liefde en eerbied voor God en Zijn deugd bekennen ze: “Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.” Aan dat stervende volk wordt verheerlijkt wat David zong in Psalm 25: “Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal de zachtmoedigen Zijn weg leren.”

Gods Geest opent hun ogen voor de enige verse en levendige weg, Christus de enige Naam, het einde der wet tot rechtvaardiging een ieder die gelooft. Hoe dierbaar, beminnelijk en algenoegzaam wordt Hij als de enige Middelaar Gods en der mensen. Hoe dierbaar Zijn naturen, Zijn komst en verlossingswerk, als geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou. Naar Hem strekt het geloof zich uit in hebbelijke daden, aanschouwende in Christus een voldoende, verzoenende en bekledende gerechtigheid om hun schuld te verzoenen, hun naaktheid te bedekken.

Hoe nodigend en dierbaar zijn dan Zijn toezeggingen en onderhandelingen, welke vernederende gangen, als Hij ze leidt van kribbe tot kruis; wat wordt daar de zonde bitter en Zijn schuldovernemende liefde groot. Welk een sterk verlangen kan het hart vervullen, dat een zekere dichter deed uitroepen: “Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.”

O, welk een onvergetelijke stonde, als God—de vierschaar in hun conscientie spannendze afsnijdt van zichzelf en hun schenkt en toerekent, niet uit oorzaak van onmisbaarheid of geloof, maar uit vrije genade, een volle levende Jezus. Onvergetelijk wanneer zij, door het geloof met Hem verenigd, worden vrijgesproken van schuld en straf en zij een recht ten eeuwige leven ontvangen. Door Hem met God verzoend zijnde en vrede smakende, die alle verstand te boven gaat door de verzegeling des Heilige Geestes. Hoe krachtig is het nu in hun ziel: “Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.” Ja Gode leven, dat zijn de vruchten der heiligmaking, wat inhoudt een dagelijks sterven, en steeds meer gebroken worden in eigen kracht, ellendiger en armer wordende, opdat de kracht van Christus in hen wone.

O, welke genadevruchten: een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden om Christus’ wil, opdat Zijn kracht in zwakheid worde volbracht.

Hoe weinig wordt zulk een stervend leven beluisterd en beoefend. Och, dat Gods Kerk mocht zuchten door de Geest van Christus om Zijn Geest.

“Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate van Zijn edele vruchten!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

The Banner of Truth | 24 Pagina's

Vruchtbaarheid door sterven!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2009

The Banner of Truth | 24 Pagina's