Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ware Wijnstok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ware Wijnstok

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman” (Johannes 15:1).

Rev. G. Hoogerland, Stolwijk, the Netherlands

Jezus gebruikt hier het beeld van een wijnstok, die door een landman geplant wordt, met het doel, dat er ranken uit zullen groeien en dat die vruchten zal voortbrengen tot verkwikking van de landman.

De wijnstok in het oosten is een zeer weelderige plant. Zo zelfs, dat men er onder zitten kan. De trossen druiven worden wel meer dan een halve meter lang. De wijnstok zelf, dus de hoofdstam, wordt soms gewoon op de grond gelegd, terwijl de ranken worden opgebonden aan lattenwerk. Ook wordt de stam wel opgebonden aan een stevige paal, terwijl de ranken aan zijlatten worden bevestigd of over een muur geleid. De ranken die uit de wijnstok groeien, zijn niet meer dan holle kanalen, waardoor de sappen vloeien vanuit de wijnstok naar de vruchten. De ranken waaraan geen vruchten komen, moeten worden weggenomen. Ze worden gelijk met de stam afgesneden of afgebroken. Maar ook de vruchtdragende ranken moeten worden bewerkt. Ze worden gesnoeid. Er komen waterloten of dieven aan. Soms teveel blad of sierlijke slingers, die zo weelderig groeien dat ze de groei van de vrucht belemmeren. Dan moeten die worden weggeknipt. Dat doet de landman met een scherp mes, een snoeimes.

Een landman plant zo’n wijnstok, nadat hij zich voorgenomen heeft om op een bepaalde plaats tot zijn eigen verkwikking druiven te kweken. Zo had de hemelse Landman, God de Vader, een voornemen. Dat is Zijn eeuwig besluit. Hij wilde Zieh een volk hebben, dat Zijn lof vermelden zou. Hij verkoor daartoe Zijn kerk in Zijn Zoon Christus. Dit Goddelijk voornemen is de oorzaak van de zaligheid van de Kerk. Hij deed dat vrijmachtig. Dat is de reden, dat er nog gepredikt wordt. Er liggen er nog onder het zegel van de verkiezing. Die wil Hij toebrengen door de bediening van Zijn Woord en de werking van Zijn Geest. Dat is ook de reden van de onuitsprekelijke verwondering van de kerk. Verkoren, zonder dat er enige hoedanigheid van hen in aanmerking kwam.

De wijnstok wordt meestal geplant in de winter of in het najaar. Dan is er aan zo’n wijnstok geen sier. Een onmogelijke kale stam, die met de worteis in de aarde wordt gezet, terwijl de stam op de grond ligt, in het slijk of vastgebonden aan een paal.

Zo heeft de hemelse Landman Zijn Zoon geplant in de aarde, toen Hij Hem in de volheid des tijds deed geboren worden uit de maagd Maria. Hoe laag werd die Wijnstok vernederd. Hoe diep boog daarin de Landman om Zijn Wijnstok te planten. Met welk een zorg en teerheid werd die Wijnstok in de aarde gezet. Zo betoonde de Vader Zijn liefde tot gevallen Adams-kinderen (Johannes 3:16). Zo laag wilde de Wijnstok, Christus, vernederd worden. Geen gedaante noch heerlijkheid was aan Hem te zien. Zijn heerlijkheid legde Hij af. Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Nog dieper werd de Wijnstok vernederd, toen Hij gehangen werd aan het vloekhout. Tot zo’n diepe vernedering gaf de Landman Hem over. En zo diep gaf Hij Zichzelf over. Opdat de Landman Zijn vrucht hebben zou. Hij vernederde Zieh tot in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel. Tot in de dood.

Na de winter zien wij de wijnstok uitbotten. In de wintertijd zijn de beginselen van de ranken reeds voortgebracht. Nu spruiten ze uit. Steeds verder lopen de ranken uit. Ze lopen langs de latten of over de muur. Ze beslaan elke ledige plaats. Ze reiken soms zeer ver. Ze gaan blad dragen en vruchten voortbrengen. De wijnstok wordt een sierlijkheid. De Landman verheugt zich in de wijnstok en in de ranken, die ze voortbrengt. Hij zit onder de schaduw ervan. Hij geniet van de vruchten.

Zo komt Christus, de ware Wijnstok, tot grote sierlijkhed na Zijn diepe vernedering. Hij Staat op uit het stof des doods. Hij vaart ten hemel en ontvangt de heerlijkheid, die Hij had bij de Vader eer de wereld was. Hij giet Zijn hemelse gaven uit in Zijn leden, Zijn ranken. Die komen tot grote sierlijkheid. Het Koninkrijk der genade breidt zich uit tot alle volken en landen.

De ranken groeien niet in het wilde weg. De landman bestuurt en geleidt ze, naar Zijn wil. Hij bindt ze vast waar Hij ze hebben wil. Op plaatsen waar ze meest dienstig zijn tot schaduw, en de vrucht zich het beste kan ontwikkelen. De rank bepaalt dus niet zelf haar plaats. Ze krijgt haar plaats van de hemelse Landman. De een hoog, de ander laag. De een laat Hij lang uitgroeien, de ander houdt Hij kort. De een blijft dichtbij de Wijnstok, de ander er verder vandaan. De een op een zonnige plaats, de ander meer in de schaduw. Ze geven die plaats ook niet aan elkaar. Ze krijgen die plaats waar ze het meest dienstig zijn voor de Landman en voor de andere ranken. Er is een schone orde in, die alleen degene ziet, die kennis van zaken heeft.

De Landman snoeit, Hij neemt de onvruchtbare ranken weg. Wat een waarschuwing voor ons. Als we enkel bladeren en krullen voortbrengen van uitwendige belijdenis of wettische vroomheid of uiterlijke voorrechten, worden we afgebroken, vergaderd en buiten de wijngaard geworpen en verbrand. Wat een noodzakelijk onderzoek dus, of we vruchtdragende ranken zijn. De landman snoeit. Hij reinigt de vruchtdragende ranken. Ze moeten zoveel kwijt. Heel de zomer gaat het snoeien door. Soms lijkt het of er teveel afgeknipt wordt. Maar de Landman weet wat Hij doet. Het gaat Hem om de vrucht. Die groeit niet in een dag. Dat is een langzaam process. Eerst de tere zwellingen, de levenstekenen van zonderouw, Godsgemis, zielsverbrijzeling en verootmoediging. Dan de knopjes van het tere leven op de beloften. Dan de bloesem van de lieflijke openbaringen van de Zaligmaker. Hoe sierlijk zijn ze nu. Dan vallen de mooie blaadjes er weer af. Een onmogelijk stompje blijft over. Maar dat is het begin van de vrucht. God moet in en door hen verheerlijkt worden. Eigen eer en eigen roem moeten eraan. Het gaat alles om Zijn eer. Het vloeit alles uit de Wijnstok. Jezus zegt het: “Gelijkerwijs de rank geen vrucht lean dragen van zichzelf, zo zij niet in de wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij niet in Mij blijft... Want zonder Mij kunt gij niets doen.”

Lezer(es), zijn wij een vruchtbare rank in de Wijnstok.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2014

The Banner of Truth | 24 Pagina's

De ware Wijnstok

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2014

The Banner of Truth | 24 Pagina's