Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaartsdag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaartsdag

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen” (Mattheüs 28:20).

Rev. J.D. Barth (1871-1942)

Het zijn zeer troostrijke woorden, waarmede de evangelist Mattheüs zijn evangelie besluit. Het zijn de laatste woorden gevloeid van de lippen des Heeren, als Hij gereed Staat op te varen ten hemel. Veertig dagen had Hij nog op aarde vertoefd. Thans zien we de elf jongeren verzameld op de Olijfberg, waar Jezus hen bescheiden had. Hij is in het midden van hen. Welk een ontroerend ogenblik, de vertegenwoordigers van Christus’ kerk hier verzameld te zien aan Zijn voeten. Scheiden gaat Hij van Zijn jongeren om bezit op te nemen van Zijn glorietroon in de hemel en vandaar Zijn gezegende heerschappij uit te oefenen over Zijn, door Zijn bloed gekocht, erfdeel. Maar zal Hij lich-amelijk scheiden van Zijn jongeren, toch zal Hij met hen zijn. Welk een getuigenis, welk een vaste verzekering geeft Hij van Zijn bestendige tegenwoordigheid en blijvende gemeenschap bij en met hen. Neen, zij zouden niet aan zichzelf overgelaten worden. “Ik ben met ulieden,” zegt Hij. Het is niet,“Ik zal met u zijn,” maar, “Ik ben met ulieden.”

Welke tegenwoordigheid is dit? Van hoedanige aard is zij? Neen, niet naar het lichaam zou Hij bij hen blijven. Dan ging Hij van hen. Dan wordt Hij opgenomen in de hemel en gezet aan’s Vaders rechterhand. Zij zouden Hem met hun sterfelijke ogen niet meer zien. En toch zou Hij met hen zijn. Zij zouden Zijn geestelijke nabijheid des te meer ervaren. Met Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van de Zijnen. Welk een weldaad.

De klacht is Sion niet vreemd; “De Heere heeft mijner vergeten, de Heere heeft mijner verlaten.” Of, “DeTrooster, Die mijn ziel placht te troosten, is ver van mij.” Dan schijnt de Heere Zijn belofte te falen. En toch, dat kan niet. Hij kan Zich wel bedekt houden voor de ziel Zijns volks, maar Zijn geestelijke nabijheid aan hen onthouden, neen, dat kan niet. Geen enkel ogenblik. Zeker onze ziel kan zo bezwaard zijn; ons oog met dofheid geslagen, door de droefenis overmand. Maar dat doet niets tekort aan Zijn bijblijvende tegenwoordigheid bij de Zijnen. Zeker, Hij is nu in de hemel, zit aan’s Vaders rechterhand, vervult daar Zijn Hogepriester-lijke bediening. Hij vertegenwoordigt Zich daar gedurig bij de Vader in de kracht van Zijn offerande, maar dit verhindert niet Zijn bestendige tegenwoordigheid bij Zijn volk. Door het geloof zal Zijn nabijheid worden gehend, en Zijn tegenwoordigheid worden gesmaakt. Dat kan geen vijand verhinderen. De onzienlijke, geestelijke gemeenschap van de verheerlijkte Borg met de Zijnen kan door geen enkele menselijke wet worden verhinderd. Hier wordt de stem des drijvers niet gehoord. Hier heeft satan geen macht. Christus’ gemeenschap met Zijn volk is een blijvende gemeenschap. Zij is maar niet voor een ogenblik. Nog wandelt Hij tussen de zeven gouden kandelaren. Nog is Hij bij Zijn volk. Welk een vertroosting; Hij is met de Zijnen tot de voleinding der wereld. Hoe zorgelijk de tijden ook mogen zijn. Hoe ook de donkerheid de aarde bedekt en duisternis de volken.

En zeg mij, is er ooit een weg van ziekte, van armoede, van moeite en strijd te zwaar geweest om met de Heere te betreden? Hebben de martelaren er niet van gezongen als vuur hen lichaam verteerde? Daarom; troostrijke belofte.

Welk een onwaardeerbaar testament liet Christus achter voor al de Zijnen. Neen, met Zijn vijanden is Christus niet. Hij is niet met degenen die in een ijdel vertrouwen koesteren en de wortel des levens missen. Saul vliedt tot de tovenares te Endor. Demas tot de wereld. En het baat Judas niet of hij in wanhoop uitroept; “Ik heb verraden onschuldig bloed.”

O zondaar, zie toe. Buigt u nog voor Hem neder. Maar Sion komt op uit de woestijn, leunende op haar liefste, Die Zijn kracht in haar zwakheid volbrengt. Sion zal niet bewogen worden, God is in het midden van haar.

Daarom hebt gij niet te vrezen, gij allen die op de Heere hoopt. Het woord Zijner belofte blijft vast en ongebroken. Het is de zalige troost en sterkte van Jezus’ Hemelvaart; “En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld.”


The secret formula of the saints: when I am in the cellar of affliction, I look for the Lord’s choicest wines.

— Samuel Rutherford

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015

The Banner of Truth | 24 Pagina's

Hemelvaartsdag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2015

The Banner of Truth | 24 Pagina's