Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevinding en gevangenschap van K. De Korte - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevinding en gevangenschap van K. De Korte - pagina 6

Ter herinnering. Bevindingsweg en gevangenschap van Cornelis de Korte, landman onder Mariekerke in het eiland Walcheren, gevangen gezet naar aanleiding van de invoering van nieuwe psalmen (1778 en 1779)/Cornelis de Korte.- Rotterdam: N.V. Drukkerij “De Banier”, [1935] – 64 p

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

blijdschap bij de oprechten, omdat de advocaat die voor Izebrand was aangesteld, schreef, dat er geen stad in onze provincie was, die dat recht had; veel minder een smalstad. Maar ziet, wat gebeurt er? Een weinig tijds daarna krijgt men een anderen brief van dezen inhoud: Izebrand moest een rekest indienen en maar een weinig schuld belijden, dan zou hij wederom naar Westkapelle mogen komen, dat meende men zeker; waarop Izebrand heeft laten antwoorden, zakelijk hierop neerkomende, dat hij als een Christen bereid was om, zoo zij hem konden overtuigen van zich ergens aan schuldig gemaakt te hebben, het een voorrecht zou rekenen dezelve te belijden, maar dat hij het nu niet kon doen, omdat hij niet wist, waaraan hij zich schuldig gemaakt had. Daarop kwam een brief nog veel erger dan de vorige, zijnde van dezen inhoud, dat het geen oneer was voor een mindere, schuld te belijden aan zijn meerdere, al had hij geen schuld. Wat voor een stuk dit is, laat ik aan een ieder's oordeel over; wat mij betreft, ik zeg rondborstig, het gelijkt eer duivels dan Christelijk. Hiermede was het klaar in Den Haag, maar de reden daarvan weet ik niet. De eene zeide dit, de andere weer wat anders. Velen gaven de schuld daarvan aan Jan van der Perre, zijnde toen eerste edele van Zeeland, een broeder van den heer van Westkapelle; temeer omdat hij toen naar Den Haag geweest was als dit voorgevallen was en dienzelfden advocaat heeft genomen, die Izebrand bediende om zijn zaak waar te nemen tegen de Staten van Zeeland; wat hiervan zij laat ik aan God over, Die alwetend is. Althans, Izebrand kon nu de kosten g-aan voldoen, die niet klein waren, doch hij was nog niets gevorderd. Doch nu nog iets over den eersten edele J. v. d. Perre. Ik dan wetende dat men zoo over hem dacht en sprak, ben uit liefde tot Z.Ed. gegaan, om hem bekend te maken dat men zoo over hem dacht en sprak, waarop Z.Ed. mij antwoordde, dat zulks onwaarachtig was en vroeg of ik eens naar Den Haag wilde gaan op zijn kosten en wilde mij een brief mede geven voor den advocaat en zoo zijn hart recht was dat hij mij meer zou zeggen als hij gezegd had, tot bewijs van zijn onschuld, zoodat ik voor mij dat niet geloofde. Ook op dienzelfden tijd wilden zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Bekeringsgeschiedenissen | 68 Pagina's

Bevinding en gevangenschap van K. De Korte - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Bekeringsgeschiedenissen | 68 Pagina's