Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE LOF VAN DE BRUIDEGOM OP DE BRUID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE LOF VAN DE BRUIDEGOM OP DE BRUID

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin.

2.

Wie kan beter zeggen wie de bruid van Christus is, dan Hij, de ziele-Bruidegom Zelf? Het is dan ook volle waarheid, wat Hij van haar getuigt, nl. dat zij schoon en liefelijk is in Zijn oog, al wordt zij ook dikwijls verlegen onder deze lofbetuiging van Hem aan haar, daar zij, in en bij zichzelf, vaak het tegendeel ontdekt.

Bruid, is u het vuil der zonde, dat u nog aankleeft, tot diepe smart? Zucht gij het voor Hem wel eens uit: „Heere, wanneer zal mijn schoonheid eens volkomen zijn, zodat ik zonder vlek en rimpel voor U zal staan?” Het heimwee wordt door Gods volk gekend, dat zij verlangen in volmaaktheid voor Hem zonder zonde te leven. Verheerlijkt gij Hem in een leven der heiligmaking? Heeft Christus een gestalte in uw leven, zodat de Koning lust aan uw schoonheid heeft? Die schoonheid bij u moet toch strekken tot eer, roem en kroon van uw Bruidegom, daar Hij u toch zo duur kocht. De schoonheid, die Hij Zijn bruid geeft, is onvergankelijk. Vriendin van Jezus, zoek er veel in te schitteren, door Zijn genade-bediening, tot Zijn eer en u tot troost. Ja, daartoe moet gij u dikwijls baden, in het geloof, in het bloedbad van de Bloed-Bruidegom. Want Zijn bloed is het rechte middel tot reiniging tot geestelijke schoonheid. Daarin is toch de fontein geopend tegen de zonde en onreinheid. Zoek dan veel te leven in de gemeenschap van Hem in Zijn bloed door de Geest des geloofs. Zo zult gij in zulk een gestalte in schoonheid tot sieraad van uw Koning uw weg gaan. Al dat schoon kan alleen beleefd in geloofsgemeenschap met Hem uit de Heilige Geest. Zo zal Hij u leiden naar het paleis boven in de voltrekking van het volle huwelijk in de trouwzaal des hemels. Daar stelt Hij toch Zijn bruid de Vader voor, zonder vlek en rimpel. Daar wordt uw geestelijk schoon van beneden, dat hier nog gebrekvol was, tot volmaakte schoonheid.

Mocht het veel in heimwee uitgezucht: „0, hemelse trouwdag, kom ras”. Daar dan, als de hemelkoningin van de Zielekoning, door Zijn Goddelijk oog belonkt, weer ten volle in schoonheid pralen. Zo zult gij uw Koning in Zijn schoonheid zien, en u in Hem verlustigen. En gij, gans overstraald en doorstraald met Zijn Goddelijk schoon, zijn tot glorie van uw Koning. Dan zal Hij het in eeuwige verlustiging in u, om Zijn genade aan u verheerlijkt, betuigen: „Zie, gij zijt schoon, geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin!”

Wat liefelijk vloeien hier de woorden van de lippen van de Bruidegom tot Zijn bruid: „Zie, gij zijt schoon”. Dan moet hier gelet op de geheel eenzijdige liefde van de Bruidegom tot Zijn bruid. Dit komt uit in de liefelijke benaming, die Hij er aan toevoegt: „Mijn vriendin”. Hij noemt haar ook wel: „Mijn liefste”.De liefde, waarmee Hij haar liefheeft, is een eenzijdige. Want zij was in haarzelf, vanwege haar val in Adam, niet alleen liefdeloos, doch zelfs vol vijandschap. Hij heeft haar eerst liefgehad. „Mijn vriendin”, is een benaming, die Hij meermalen van haar bezigt in het Hooglied.

Echter, dit is geen algemene naam, doch een naam, die de allerinnigste uitdrukking is van de gemeenschap van Hem met haar en van haar met Hem, uit kracht van de geestelijke ondertrouw in gerechtigheid en geloof. De Bruidegom Jezus bestaat in Zijn mensheid haar in den bloede. Hij is haar Bloedvriend, haar Nabestaande. Hij verscheen in haar vlees. Bethlehem! Zij is Zijn bruid in de band des geloofs en der liefde, gelegd door de Heilige Geest. Hij had haar lief, eer er nog enige beminnelijkheid in haar was. Zij is verkoren in eeuwige liefde. Toen zij nog lag in haar liefdeloosheid èn vijandschap, kwam Hij tot haar met het aanzoek Zijner liefde. Nooit zou zij naar Hem gevraagd hebben, als Hij niet de Eerste was geweest.

O, wie zal het naar waarde kunnen aanbidden, dat haar liefdeloosheid, haar vijandschap Zijn liefde niet in de weg stond, dat Hij Zijn hart zó op haar gezet heeft om haar, met Zijn bloed, uit die staat van liefdeloosheid, vijandschap, zonde en dood los te kopen. Dat Hij daartoe mens werd, in het vlees verscheen, onzer één werd, uitgenomen de zonde. Dat Hij, in zelfopofferende liefde, de weg ging van de kribbe tot het kruis, Zich zo diep vernederde. Jezus’ liefde tot Zijn bruid is zonder enige oorzaak bij de mens. Niets is er in haar waarom Hij haar zou beminnen; juist het tegendeel. Hij heeft haar reeds liefgehad toen zij nog in haar zondestaat lag. Hier kan alleen het eeuwig welbehagen geroemd, waaruit Jezus als Borg ook opkomt en waar de engelen van zongen. Zij krijgt Hem, als vrucht van Zijn liefde tot haar, ook lief. „Mijn vriendin!” Zij noemt Hem in hartelijke wederliefde: „Mijn Vriend”. Nu is er wel veel, dat die liefdeband weer tracht te verstoren. Wat al verzoekingen door satan, wereld en eigen zondig vlees. Gewis, als zij zelf dat liefdeleven onderhouden moest, was het nog hopeloos verloren. Al was het maar alleen haar inklevende verdorvenheid. Echter, de Heere Zelf waakt over haar genadestaat. Hij onderhoudt het liefdeleven tussen Hem en haar, uit genade gelegd. Struikelt zij in het standelijk leven al eens, daarom verlaat Hij haar niet, al houdt Hij dan soms Zijn liefdesuitlatingen in. Hij blijft Dezelfde! Wel kunnen de bestrijdingen fel zijn, zo de duivel in helse haat deze liefdeharten weer vaneen tracht te scheiden. Zeker, hij weet, dat hij Jezus in Zijn liefde tot de bruid niet teniet kan doen. Toch kan hij het nooit laten de pijnlijke verwijten aangaande de liefdestrouw van Jezus tot de bruid in het hart te slingeren. De snoodste vloeken werpt hij soms in het hart.

Wat worden in zulke helse aanvechtingen bange tijden doorleefd. Wat kermt dan soms Jezus’ vriendin, als zij dan Zijn liefdesuitlatingen moet missen, of Hij wel ooit weer terug zal keren in en met Zijn liefde tot haar. Dat wenen is dan toch een bewijs, dat er diep in haar hart toch liefde tot Hem woont. Die liefde raakt dan weer aan het wenen, in het gemis van Zijn liefdesuitlatingen. De verzoeking van de duivel en de wereld kan soms in heftige mate tot de ziel komen. Doch deze kan ook listig over haar komen, in de aanvang haast ongemerkt. Eén zondige gedachte komt binnen sluipen en wordt door het vlees even in zoetheid overdacht, getroeteld. Verstoord is het liefdeverkeer met Hem. Want dit ligt zo teer. Eén zondige begeerte komt om vervulling vragen. En de oude mens, het zondig vlees, willigt deze in. O, bedroefd heeft ze weer de liefde van haar Zielevriend. Gelukkig als het niet tot verder afwijken komt. En Hij de gebroken gemeenschap weer herstelt. Kent gij iets van deze strijd? Of is het voor u nog vreemde taal? Hij bedele u Zelf met het liefdeleven met Hem door Geestesarbeid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's

DE LOF VAN DE BRUIDEGOM OP DE BRUID

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1966

Bewaar het pand | 4 Pagina's