Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZUCHTEND VERWACHTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZUCHTEND VERWACHTEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En niet alleen dit, maar ook wijzelven,

De Kerk des Heeren zucht. Haar zuchten is echter niet gelijk aan het zuchten van menigeen op deze wereld. Gehoord wordt de zucht van ontevredenheid. De zucht van ongeduld. De zucht van moedeloosheid. De zucht van verbittering. De zucht van wanhoop. Menige zucht is uiting van smart en teleurstelling. In een zucht wil men soms kenbaar maken: maar ik heb het veel moeilijker. Mijn weg is veel zwaarder. Het zuchten, waar Paulus van spreekt, komt op uit een heel andere grond. Het komt op uit het hart. Het is uiting van het ware geestelijk leven. Dit zuchten is de Heere alleen bekend. In het hart is het aanwezig. In dat hart leeft een verlangen. Een uitzien naar wat komt. Naar wat beloofd is. Er is geen verlangen naar de verwerkelijking van een hersenschim. Er is grond om verwachtende te zijn. Paulus wijst op die grond: „wij hebben de eerstelingen des Geestes”. Het woord eersteling bevat profetie.

Onder Israël werd de eersteling van de kudde gewijd. De eerste garven van de oogst werden voor de Heere bewogen, als uiting van het besef, dat de gehele oogst die volgt. Hem toebehoort. Alles is van en door Jehovah. Zo nu is de Pinkstergeest de eerstelings-gave. Die Geest is op Pinksteren als eerstelingsgave gegeven. Hij is van God gekomen. En als die eerstelingsgave is Hij een profetie, een waarborg van de volheid van het heil, dat eenmaal in volkomenheid zal genoten worden. De volle zaligheid wacht Gods kerk. Daarvoor heeft Christus gearbeid. Daarvoor heeft Hij geleden. Is Hij gestorven. Is Hij opgestaan. Is Hij ten hemel gevaren. Vanuit Zijn heerlijkheid deelt Hij gaven uit onder de mensenkinderen. Tot die gaven behoort de Heilige Geest. De Heilige Geest maakt de zondaar levend. Door de Geest wordt men zondaar voor God, belijdend: is er nog een middel om die welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen? Door de Geest wordt er plaats gemaakt voor Christus in het hart. Ontstaat er behoefte om Hem te leren kennen tot zaligheid. Door die Geest is er een toevluchtnemen tot Christus. Een aanhouden bij Christus. De inlijving in Christus. De vereeniging met Christus. Door de Geest bidt en zucht men om genade. Door de Geest wordt men vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. Wordt men aangenomen tot kind. Die Geest getuigt met onze geest dat we kinderen van God zijn. Door de Geest deelt men in geloof, hoop en liefde. Geniet men van het goede des Heeren. Kent men een beginsel van de eeuwige vreugde.

Dit alles was nu realiteit in het leven van Paulus en de gelovigen te Rome. Vandaar zijn positieve belijdenis: wij hebben de eerstelingen des Geestes. Maar moeten nu zulke mensen nog zuchten? Dat is eigenlijk niet te vatten. Immers wie is er rijker dan een kind van God? In dit leven heeft hij veel en hem wacht na dit leven de gelukzaligheid. Nu is het inderdaad waar, dat er geen gelukkiger mensen op de wereld zijn dan ’s Heeren kinderen, maar men moet dit nimmer vergeten, dat zij nog op de aarde zijn. Zij hebben nog een vernederd lichaam. Men moet meetorsen een lichaam der zonde en des doods en dat bemoeilijkt het geestelijke leven. Het vlees begeert tegen de geest. Pijnlijk moet Paulus getuigen: want ik weet, dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont. Het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, vind ik niet; want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik”.

Voorts wordt het nieuwe leven bestreden door de satan, de wereld em de zonde. Dit verwekt een zuchten tot God. Men begeert Zijn genade. Zijn heil. Zijn bijstand. In het zuchten wordt ook het heimwee van de ziel kenbaar gemaakt. Men verlangt naar de volmaking aller dingen. Men ziet uit naar de toekomst. Men verwacht de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van het lichaam. Deze verwachting is bij alle gelovigen niet even sterk aanwezig. In het begin van het geestelijke leven is dit meer de vraag, die het leven beheerst: hoe kom ik van mijn schuld af, hoe leer ik een verzoend God kennen? Het hart is nog vol onvrede. Men kent Jezus Christus nog niet als de schuldovernemende en schuldbetalende Borg. Het schuldgevoel doet zuchten. Dit zou de gelukkigste dag in het leven zijn, wanneer gezegd kon worden: „Ik ben de Zijne, Hij is de mijne”. Men wordt wel eens bemoedigd door het Woord, maar de bemoedigingen zijn maar tijdelijk. Is het soms zo bij u lezer (es)? U moet dan dit niet voorbij zien, dat dit een kenmerk van het nieuwe leven is: het niet meer kunnen leven in de zonde. Indien mogelijk zou men de zonde met wortel en tak uit het hart willen wegnemen. Men heeft een begeerte om te leven in de vreze des Heeren. Men heeft er zin in gekregen om Zijn weg te gaan. Zijn wil te doen. Dezulken zal de Heere verder leiden en brengen tot de staat, waarin Hij Paulus gesteld heeft. Uw verlangen naar openbaring van het nieuwe leven in u, is een klaar bewijs, dat u behoort tot de gekenden des Heeren, tot hen die staan naar de verlos sing, die verwachten de aanneming tot kinderen. Men staat dus naar de aanneming tot kinderen. Nu moet vanzelf niet gedacht worden aan het geadopteerd worden door Godin Christus Jezus, de Heere. Paulus wist zich een kind. Ook de gelovigen te Rome waren tot kinderen aangenomen. Er wordt gestaan naar de voltooiing van het kindschap. Dat kindschap is hier op aarde nog involledig. Er is ook nog zoveel, dat bij het kindschap behoort en niet gezien wordt. Ze komen nog zo weinig als kinderen van God uit. Ze zijn nog niet in hun volle rechten getreden. Dat gebeurt straks, als de kerk eeuwig thuis mag zijn. Dan zal men God in gerechtigheid aanschouwen en verzadigds worden met Zijn Goddelijke beeld. De vereeniging van ziel en lichaam zal dan ook een feit zijn. Van het zondige lichaam kan de ziel nu beter gescheiden zijn. Maar straks zullen ziel en lichaam, verlost en vereenigd God groot maken. Welk een heerlijk uur zal dat zijn. De Geest doet er Paulus innerlijk om zuchten. Paulus voelt er zich nog zo ver vandaan. Maar de Heere zal hem er brengen. Welk een dag wacht! Welk een dag komt! Dan niet meer zondigen. Niet meer zuchten. De vrijgekochten des Heeren zullen wederkeren en tot Sion komen met gejuich en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden.

Waarom zuchten wij? Waarnaar verlangen wij? Waar onze schat is, daar zal ook ons hart zijn. Wie het zuchten kent over zichzelf en in zichzelf, komt zeker tot het roemen in de Heere: Wie belijdt:


Ik voel mij nog zover; zo hooploos ver van ’t leven.
Als ik de afstand zie, die mij van Hem nog scheidt.
Wie zal mij stervensmoed en stervenskrachten geven,
Zó dat mijn ziel zich in het uur des doods verblijdt?


getuigt:


Maar als de Geest mij zo, diep in mij zelf doet zuchten.
Vlecht Hij de zekere verwachting er doorheen.
In sterk verlangen mag ik tot mijn Heere vluchten.
Wiens hulp tevoren reeds op Golgotha verscheen.


Nu zal ik Hem getroost en blij eens weer verwachten,
Gods volk treedt dan in rechten voor de troon.
Het lichaam is verlost van alle helse machten.
Na zucht....de roem, en na het kruis de
kroon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

ZUCHTEND VERWACHTEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's