HET LAM GODS

Het Lam, door profeten verkondigd en door psalmisten bezongen. Door offertonelen en s’chaduwen onder oud Israelvoorgesteld,zien we hier door Johannes de Doper aangewezen. Hoe Johannes tot dit getuigenis kwam? Immers, hij was een priesterzoon, hij wistwat het paaslam betekende. En daarom wijst hij op Christus indetaalvanhet Oude Testament, in de taal der offerande. Maar als dan ook het ogenblik daar is, dat Hij, Die door de doop reeds heeft beleden:Alzobetaamthet ons alle gerechtigheid te vervullen, en door de verzoeking was getoetst en gekeurd, door de Heilige Geest gezalfd zonder mate, om Zijn bediening op aarde in alles heerlijk temaken, Zijn openbare werkzaamheden zou aanvangen, dan verkondigt Johannes: Hij staat midden onder u, Die gij niet kent, doch Die mij gezonden heeft om te dopen met water. Die heeft tot mij gezegd: OpWelkegijde Geest zult zien nederdalen en op Hem blijven, Deze is het, Die met de Heilige Geest doopt.

En als dan Johannes Jezustotzichzietkomen, dan verkondigt hij: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.

En wanneer Johannes dit predikt, dan is er onder zijn hoorders waarschijnlijk niet een, die deze zegswijze niet verstaat. Want deze prediking sluit zich aan bij Jesaja’s profetie: Als een Lam werd Hijter slachtinggeleid,enz. Bij de psalmen: Brandoffer en zondoffer hebt gij niet gewild,enz. Bij deceremonielewet:Een lam zonder enig gebrek, een jaar oud werd geslacht als paaslam.

Het is ookwaarschijnlijk, dat de Doper indeze taal de Christus Gods voorsteltalsdaar.door een doorwaadbare plaats van de Jordaan, Bethabara genaamd, de lammeren werden overgevoerd voor het a.s. paasfeest om te Jeruzalem geslacht te worden.

Dan, ziende op het tegenbeeldige Paaslam,het enige schulden zoenoffer, zo roept hij, Hem aanwijzend: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.

Welk een Evangelie. Immers, er staat niet: de zonde van Israel, doch ook der heidenen. Want zo spreekt de Heere: „Het is te gering, dat Gij Mij een knecht zoudt wezen om weder op te richten de stammen Jakobs. Ik heb U ook gegeven tot een licht der heidenen om Mijn heil te zijn tot aan deeindender aarde”. Johannes ziet Hem aan de Jordaan, Hem n.l. Die op de Pinksterdag zal dopen met vuur en met de Heilige Geest, waarvan Petrus zal zeggen: U komt de belofte toe, want de middelmuur desafscheidsels, invijandschapbestaande, n.l. tussen Jood en heiden, is metChristus afgebroken. Hij is het ware Paaslam. Ook ons Pascha is voor ons geslacht, zegt Paulus, en: Die al onze zondengedragenheeft ophethout.

De oude Grieken spraken van de wereld als van de makrokosmos en de mikrokosmos, d.i. de grote wereld daar buiten, maar ook de kleine wereld van binnen. Immers, ons hart is een wereld van ongerechtigheid.

Het woord wereld komt in de Heilige Schrift voor in verschillende betekenis. Het kan betekenen niet alleen onze kosmos, maar het woord wordt ook gebruikt in een ongunstige zin. En dan wordt hetgesteldtegenover heilig, hemels, goddelijk.

Zo spreekt Pfetrus van Je besmettingen der wereld. En Johannes in zijn eerste brief, hfdst. 2 : 15-17 zegt: „Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen van de wereld is; zoiemandde wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem..... en de wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid”.

Die wereld nu, n.l. die kleine wereld, woontin ons aller hart. De a postelnoemt dit een wereld van ongerechtigheid. Wij dr agen a llenzulk een werelds hart om. De wortels envezels van alle denkbare en ondenkbarezondenvindener een welige wortelbodem.

Voorwaar wanneer door het louterend en ontdekkend licht van God de Heilige Geest die wereld ontdekt wordt van binnen uit, dan ziet hij zich als de meest wereldse, meest onkuise en zinlijkste en de grootsteellendeling,die ooit Gods aardbodem betreden heeft. Hij gevoelt, dat de zonden en de aansporingen in hem leven van datgene,hetwelkhonderdennaarde galg gevoerd heeft. Ja hij moet wel eens uitroepen: het is een wonder dat ik nog niet in de gevangenis zit, ja een wonder, dat ik nog niet in de hel lig.

Wat doet zo iemand met de beweringen praat van zo vele belijders van tegenwoordig: Ik ben een verbondskind,eenavondmaalganger en ge moet pleiten op de belofte? Neen toch, integendeel, al de veroordelingen en straffen in Gods Woord zijn voor hem. Immers, het tijdgeloof legt altijd de hand op de beloften, maar het zaligmakend geloof alleen wordt bekwaamd om in Christus tot zaligheid te geloven door de ontdekking en ontlediging van het schepsel.

Welnu, ons hart is een wereld van ongerechtigheid. En daarom, wat een rijk Evangelie beluisteren we hier uit de mond van de Doper. Maar dan ook voor diegenen alleen, die door de donder van Johannes’ prediking zich als een addergebroedselvoor God leerden kennen, schuldig aan al de geboden Gods. Want niets en niemand minder dan het bloed en de persoon van de Heere Jezus kan onze schuld voor God bedekken.

En nu verkondigt Johannes dezulken: Zie het Lam. Het Lam, dit ziet niet in de eerste plaats op de lijdzaamheid en onnozelheid van een lam, maar het ziet op Hem als het offerlam. Een schuldig volk heeft een schuld offer nodig. Ziet op het Lam.

Dat is het zien van het geloof, dat is het zien van een door schuldbesef getroffen enveroordeeld schepsel. Dat is het zien met het oog des geloofs.

Gelijk de Israelieten in de woestijn, die in doodsnood zagen op het verhoogde slangenbeeld.

In Christus toch als het enig schulden zondoffer is de hitte van Gods gramschap uitgeblust voor de uitverkoren en gelovende zondaar. In Christus is het Paaslam voor dezulken geslacht. In Hem ligt het Pascha — de voorbijgang van het verderf, dat in deze tegenwoordige boze wereld is, de dood en het verderf. Door de Vader voorgesteld hi Zijn bloed tot een betoning van Zijnrechtvaardigheid ontvangt de zondaar ontslag van de vervolgingen der wet.

In Christus is de hitte van Gods gramschap uitgeblust. Daarin ligt de vrede, de rust voor een uitgewerkt zondaar. Om verlost van de zonde niet alleen, maar ook van allevuilvan eigengerechtigheid, de enige, maar dan ookde ware rust te vinden, en straks op het doodspeluw het matte hoofd neer te leggen en steunend alleen op de aangebrachte gerechtigheid van het Lam te zeggen:

Ja op dat Godslam rust mijn ziel,
Vol verwondering bidt zij aan.
Gij hebt door Uw dierbaar zoenbloed
Al mijn zonden weggedaan.

S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen