Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goddelijke kracht, Goddelijke zegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goddelijke kracht, Goddelijke zegen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

hebbende zeven hoornen en zeven ogen;

Zag Johannes het Lam in heerlijkheid, hij ontdekt ook Zijn kracht. Aan het Lam zijn zeven hoornen en zeven ogen gegeven. In de Heilige Schrift wordt op verschillende plaatsen over de hoorn gesproken en dan blijkt ons, dat de hoorn uitbeelding is van kracht. Sterkte en macht. Nu staat er in Ps. 132: 17: „Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten”. In Sion zal de Heere voor David, voor Zijn huis een hoorn doen voortkomen. Die hoorn is Christus. Hij is de sterke Held. Johannes ziet Hem met zeven hoornen. Dit zegt ons, dat Hij is de Almachtige. De Sterkste. Meer dan Simson is hier. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Alle tegenstand moet voor Hem zwichten. Wie zich tegen Hem verheft, zal vallen. Geen macht kan Hem wederstaan. Hij zal voor eeuwig regeren. Hij wordt door niets getroffen, wat er op deze wereld plaatsvindt. Hij zit rustig op Zijn troon. Hij zit eeuwig op Zijn troon. Zijn troon zal niet wankelen. Zijn scepter zal Hem niet ontvallen. Zijn rijk zal Hem niet ontnomen worden. Van aardse rijken geldt: opgaan, blinken en verzinken. Het koninkrijk is des Heeren. Van eeuwigheid tot in eeuwigheid. Hij heeft alle mensen, alle groten van deze wereld in Zijn macht. En Hij neigt het hart van de koning als waterbeken. Als Hij het wil, moet Zijn grootste tegenstander een instrument in Zijn hand zijn tot volvoering van Zijn raadsplaprTot het bereiken van Zijn doel. Zijn kerk is door Hem eeuwig veilig. De poorten der hel zullen Zijn gemeente nimmer overweldigen. Hij zegt: „Ik geef Mijn schapen het eeuwige leven. Zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid. Niemand kan ze uit Mijn hand rukken”.

Hij houdt door Zijn kracht Gods volk in stand. De bruutste vijanden maakt Hij tot Zijn gewillige dienaren. Hij maakt van een leeuw een lam. Let op Saulus van Tarsen. Hij velde hem neer. Zijn vijandschap werd verbroken en uit zijn hart klimt op: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?”

Wordt u aangevallen door de vorst der duisternis? Twijfel niet aan Zijn macht en kracht. Roep Zijn kracht in. Hij is tot dienen bereid. Zijn kracht wordt in uw zwakheid volbracht. Zoek schuiling bij Hem in al uw nood en strijd. Hij is een Toevlucht en een Sterkte. Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Bezit nu het Lam kracht, Hij werd ook toegerust met alle nodige Geestes-gaven. Johannes ziet, dat het Lam zeven ogen heeft. Het oog wordt in de Heilige Schrift vaak genoemd: het orgaan om de stoffelijke wereld te leren kennen. Wat kunnen we al niet met ons oog zien. Zeer veel kunnen we er door in ons opnemen. Ons gezichtsveld is echter beperkt in afstand en omvang. Met ons oog kunnen we de diepten van de mensenziel niet doorzien. Het meest innerlijke van de mens kunnen wij niet aflezen. De Heere ziet alles. In de Bijbel staat: „De Heere schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen. Hij let op al hun werken”. En David belijdt: „Heere, Gij doorgrondt mij en kent mij. Gij weet mijn zitten en mijn opstaan. Gij verstaat van verre mijn gedachten”.

Voor het alziende oog des Heeren is dus niets verborgen. In liefde is Zijn oog geslagen op al Zijn kinderen. Hij zegt: „Mijn oog is op u”. Nu zijn Zijn ogen de zeven Geesten Gods. Die zeven Geesten zijn de ogen van Christus. Door de Heilige Geest, met Wie Hij gezalfd en geheel vervuld is, is Christus overal. Weet Hij alles, keurt Hij alles, doorziet Hij alles, oordeelt Hij alles. De Zoon in onze natuur ziet wereld en mensheid door de ogen van de Geest. De zeven Geesten nu, die als ogen staan in het hoofd van het Lam, zijn „uitgezonden in alle landen”. Op de gehele wereld laat Hij Zijn Heilige Geest werken. De wereld is Zijn werkterrein. Hij ontsteekt het licht in de duisternis. Hij leidt tot het licht, plaatst in het licht en doet wandelen in het licht. Van nature zit elk mens in de duisternis. In het paradijs wandelde de mens in het licht. Daar mocht hij genieten de gemeenschap met God. Hij kende God. Hij kende zichzelf. Dat schone licht ging onder in een stikdonkere nacht. Niemand kent God meer. Men haat God. De mens gaat met al zijn denken en doen tegen God in, want het bedenken des vieses is vijandschap tegen God. De mens kent zichzelf niet meer. Hij verstaat niet wie hij geworden is door de zonde. Hij meent zelfs, dat hij rijk en verrijkt is en geen gebrek heeft. Hij weet echter niet, dat hij jammerlijk, naakt en blind is. Nu geeft de Heere de verlichtende werking van Zijn Geest. Door die werking ontdekt men de werkelijkheid. Gezien wordt, dat men God mist. Dat men bij Hem in de schuld staat. Dat die schuld zo groot is, dat zij nimmer voldaan kan worden. Gezien wordt, dat God naar Zijn onveranderlijk recht de betaling van de schuld moet vorderen en de straf, op de zonde gesteld, moet voltrekken. Men ziet in niet anders verdiend te hebben dan het eeuwig oordeel van God. Diezelfde Geest laat ook zien de oneindige zondaarsliefde van God. Door de Geest krijgt men vrijmoedigheid om te smeken om genade en ontferming. De Geest richt op deze werkelijkheid, dat Christus er is. Dat Hij in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. De bede wordt dan geboren: „Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U mijner”.

Die bede blijft niet onverhoord. Hij laat Zich in met de zondaar. Hij doet het licht opgaan in de duisternis. Hij schenkt leven, gerechtigheid en zaligheid. De Geest doet door Hem tot God gaan. De Geest verzegelt het werk van Christus in het leven. Hij doet wandelen in de vreze des Heeren, als kinderen des lichts. De Geest geeft hoop voor dit leven en voor de toekomst. Hij leidt tot het vertellen van de lof des Heeren. Tot het verkondigen van Hem, Die geroepen heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Ook in de eindtijd. In de tijd, waarin de verzakelijking van het leven almeer gezien wordt. In de tijd, waarin de dagen van Noach wederkeren. Niets kan het werk van de Heilige Geest stuiten. Wat Hij wil geschiedt. En nu mogen de lampen op de wereld uitgaan, bij het Israël Gods zal het licht zijn. De Heere is het eeuwige licht voor Zijn volk. Laten we niet rusten voor dat werk van die Geest ook in ons leven aanwezig is. Er staan rijke beloften in de Bijbel. Die beloften maakt de Heere in de laatste periode van de wereld ook waar. Aanstaande zondag is het Pinksteren. Handelingen 2 blijft gelden tot op de dag van Jezus Christus.

„Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees en uw zonen en uw dochters zullen profeteren en uw jongelingen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. En het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden”.

De aanroepers van Zijn Naam, de verwachters van Zijn heil worden zalig. Zij behoren tot Zijn rijk. Hij leidt ze voort door Zijn Geest en neemt ze allen eenmaal op in Zijn heerlijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Goddelijke kracht, Goddelijke zegen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's