Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goddelijke opwekking tot voorttrekken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goddelijke opwekking tot voorttrekken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Zeg de kinderen Israels, dat zij voorttrekke”.

Onze ontmoetingssamenkomst te Doornspijk is ongetwijfeld een rijke en onvergetelijke dag geworden door ’s Heeren grote goedheid en lankmoedigheid' Een oase in de woestijn van het kerkelijke leven, temidden van het diepe verval onze dagen op allerlei terrein

Wat is het groot, dat we op zulk een dag elkander weer mochten ontmoeten rondom Gods Woord en bij het gevoelen van de band aan hen, die van harte begeren het „Pand”, Gods Woord, te bewaren door belijden, maar zij ’t bovenal door „beleven”

Bij zulk een oase zouden we wel langer willen blijven Maar nu roept de Heere tot voorttrekken Dat is geen gemakkelijke weg Het is komen te staan voor een zee van bezwaren en door een woestijn te gaan, waarin allerlei ontberingen en gevaren zich voordoen. We denken hier aan dat moment, toen Israël uit Egypte was geleid door Gods genadige en machtige Hand, maar daarna lang een om weg de reis naar Kanaan moest afleggen, dat het kwam te staan voor onontkomelijke moeilijkheden, van menselijke kant bezien.

Farao kreeg er spijt van, dat hij het volk Israël had laten trekken uit Egypte en daarom het met zijn legermacht achterna jaagde om het vóór de Schelfzee, waarvoor het kwam te staan, vast te laten lopen en te overweldigen. Ontvluchten werd onmogelijk, want aan weerszijden lagen de gebergten, waarin geen enkele spleet was te vinden om daardoor te ontkomen en vóór hen ..... de zee!

Zo kan het ook zijn m het leven van Gods kerk Een zee van bezwaren kan er zich voordoen in het kerkelijk leven Men moet maar wonen in een plaats, waar de zuivere klanken van het Evangelie van vrije genade niet meer beluisterd kunnen worden, wanneer er steenen voor brood worden gegeven en de prediking al meer in het vlak wordt gesteld van het menselijk doen, ja, een prediking, die meer „sociaal” afgestemd is, dwz gericht is op het sociaal terrein, dan op de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekering. En wanneer deze nog terloops worden genoemd, hoe ziet men die dan? Wel zó, dat uitwendige voorrechten, zoals gedoopt-zijn, het afleggen van belijdenis des geloofs, kerkgaan, ijveren in allerlei kerkwerk, enz gehouden worden voor „geestelijk leven”, zonder dat hierbij onderscheiden wordt, uit welke wortel deze dingen voortvloeien en betracht worden.

Zo is het ook met het geloof We moeten „door het geloof leven” Maar voor wie geldt dit? En wanneer verder niet onderscheiden wordt, zoals de Bijbel duidelijk verklaart, welke de EIGENSCHAPPEN zijn van het zaligmakende geloof, dan kan men „getroost” de kerk verlaten en menen, dat men het ware geloof bezit Wat een misleiding voor de eeuwigheid! Ontroerend is het Woord des Heeren, dat we lezen in Ezechiël 33 de verzen 1 tot en met 7 bijzonder en vervolgens.

Voor een „zee van bezwaren” kan men staan, wanneer zich tegenspoeden voordoen, waarbij het ene na het andere wordt afgebroken als onherstelbaar en alles zo uitzichtloos wordt.

Niet minder geldt dit van het ziele - leven van Gods kinderen O, hoe kan het ontdekte en heilbegenge hart van hen, die God ootmoedig hebben leren vrezen, komen in zulke engten, dat het van rondom bang en benauwd wordt. Aanvechtingen van de vorst der duisternis, wanneer de dood achtervolgt en men vreest, geen Borg te bezitten voor zijn arme ziel, zodat men met de dichter van psalm 142 moet instemmen:


„’k Wou vluchten, maar kon nergens heen,
Zodat mijn dood voor handen scheen,
En alle hulp mij gans ontviel,
Daar niemand zorgde voor mijn ziel.”


„Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken.” Maar, hoe is dat mogelijk? Er is geen weg en geen pad Achter: Farao, opzij de bergen en voor de zee!

Toch kàn het Hoe dan? Wel, waar geen weg en pad is, kan God een weg banen! En dàt bewees de God Israëls

Op bevel des Heeren moest Mozes zijn staf uitstrekken over de zee en daarop verheerlijkte God Zijn wonderen de zee werd gekliefd, de wateren werden tot een muur aan beide zijden en vervuld werd:


„D’aarde sloeg van schrik aan ’t beven,
Toen z’U langs Uw pad zag streven,
Zee en grote waters door
In het nooit ontdekte spoor;
Toen G’ Uw volk de weg bereiddet.
Daar Gij ’t als een kudde leiddet;
Mozes’ en Aarons hand
Bracht hen dus naar ’t heilig land.”
(Ps 77 : 11)


En dat was naar de BELOFTE des Heeren „En de Egyptenaren zullen weten, dat Ik de Heere ben, wanneer Ik zal verheerlijkt worden aan Farao, aan zijn wagenen en aan zijn ruiters” Hier kwam het aan op beoefening van het GELOOF, voor Mozes en voor het volk Tot versterking van het geloof gaf de Heere vertroostende tekenen Mozes’ staf, maar ook de wolken vuurkolom, die nu ACHTER het leger van Israël ging en scheiding maakte tussen de Egyptenaren.

De STAF van Mozes was een krachtig teken van Gods machtige daden, zoals deze bleken bij de 10 plagen in Egypte en later in de woestijn. De wolk- en vuurkolom dekte Israël als onder een veilig schild Ja, zij was des daags tot een verkwikkende schaduw in de hitte en des nachts tot een lichtend schijnsel. Zo trok zij met Israel mee door de woestijn.

Zo nu komt de Heere een pad te leggen voor Zijn volk, dat er te voren met was Hij is een verrassend en wonderdoend God en Hij maakt het zo heerlijk waar:


„Als mij geen hulp of uitkomst bleek,
Wanneer mijn geest in mij bezweek
En overstelpt was door ellend’.
Hebt GIJ, o Heere, mijn pad gekend.”


Maar de Heere komt ook het geloof te sterken met de tekenen van Zijn gunst en genade de beide sacramenten „Doop” en „Heilig Avondmaal”, door Hem ingesteld, opdat Hij Zijn volk door het gebruik daarvan de Belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en veizegele, zoals onze Heidelberger verklaart in Zondag 25 Zo geeft de Heere Zijn Woord mee door de woestijn van dit moeitevolle leven als een „Licht op het pad en als een Lamp voor de voet, om al het donker op te klaren.”

Zo mag een volk optrekken, dat door den Heere wordt bemoedigd en vertroost!

Het is nu maar de belangrijkste vraag, of ú tot dit volk mag behoren door genade Er trok ook „vreemd” volk mee op, dat echter het ware leven miste, het leven der genade En hoe aangrijpend waarschuwt de Heere bij monde van de apostel Paulus in I Kor 10 : 1 t/m 5, alwaar we lezen, dat de vaderen allen onder de wolk waren en allen door de zee doorgegaan zijn en allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, en allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben .... maar, dat God in het meerendeel geen welgevallen gehad heeft, want zij zijn in de woestijn ternedergeslagen.

Dit moge ons tot ernstig zelfonderzoek leiden! Dat we toch met het uiterlijk teken houden voor de betekende zaak zelf, maar deze zoeken deelachtig te worden uit het Egypte der zonde en des duivels en behoudenis te zoeken in het bloed des Lams! O dit kan nog, want God heeft geen lust in de dood van de zondaar. Hij roept het ons toe „wendt U naar Mij toe en wordt behouden, o al gij einden der aarde!”

Zo verzekert de Heere Zijn volk ook bij het voorttrekken door de woestijn:


„U zullen, als op Mozes’ bêe,
Wanneer uw pad loopt door de zee,
Geen golven overstromen”


E.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Goddelijke opwekking tot voorttrekken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's