SCHEPPING EN EVOLUTIE

2B

Wanneer we het Nieuwe Testament lezen, zien we, dat het boek Genesis meer dan zestig keer geciteerd en aangehaald wordt. Hoe verklaarden Christus en zijn apostelen Genesis? Als een sage, als Geschichte of mythe? Beslist niet! Christus zelf beschouwt in Matth, 19 : 3 - 9 het scheppingsverhaal als een historisch verhaal. Een mythologisch, poëtisch of legendarisch, of ander soort symbolische verstaan van Genesis zou onmogelijk het betoog van onze Heere in deze passage kunnen ondersteunen. Want als Hij zegt: "Van den beginne is het alzo niet geweest” blijkt heel duidelijk, dat Hij spreekt van een historische realiteit, niet van de een of andere nevelige diepte-dimensie. Ook Paulus’ betoog in 1 Cor 11 : 7 - 9 en 1 Tim 2 : 13 en 14 veronderstelt noodzakelijkerwijs en is absoluut afhankelijk van een niet-figuratief, historisch verstaan van de geschiedenissen van de Schepping en de Val in Genesis. En de welbekende parallel tussen Adam en Christus in Rom. 5 heeft geen zin zonder de historiciteit van Adam.

Daarom, als men de letterlijkheid van het scheppingsverhaal ontkent, verwerpt men de onderwijzende autoriteit van Christus en zijn apostelen. Dit staat hier op het spel. Hoe verfrissend is het om te luisteren naar die grote man van God, Maarten Luther, die in zijn „Inleiding tot het Oude Testament” (1534) schrijft: ik verzoek en waarschuw iedere vrome christen om niet te struikelen over de eenvoud van de taal en de verhalen, die hij dar dikwijls tegen zal komen. Hij moet daar niet aan twijfelen, hoe eenvoudig ze ook mogen schijnen, het zijn de woorden, beoordelingen en daden van de hoge Majesteit, Macht en Wijsheid van God; want dit is de Schrift, die alle wijzen tot dwazen maakt en die alleen duidelijk is voor de kinderen en de eenvoudigen, zoals Christus in Matth. 11 : 25 zegt. En in 1539 schreef Luther :

Als u die mensen hoort, die zo volkomen verblind en verhard zijn, dat zij ontkennen wat. Christus en de apostelen spraken, of het in twijfel trekken, houdt u dan stil, spreek geen woord met hen en laat ze gaan; zeg alleen dit: Ik zal u talloze argumenten uit de Schrift geven; als u die wilt geloven, goed, zo niet, vertrekt u dan liever! (Geciteerd door Raymond F. Surburg in de Bible-Science Newsletter,April 1969). Inderdaad dat moeten we zeggen tegen hen, die hun zondige reden plaatsen boven God’ s onfeilbaar Woord: u kunt vertrekken!

Laten we terugkeren tot de vraag, waarmee ik dit artikel begon: Hoe weten we wat er gebeurde aan het begin van de tijd? Het antwoord is: lees Genesis. Daar heb je God's openbaring aan Mozes. Tot Mozes moet je je wenden voor de ware geschiedenis van de oorsprong van alle dingen. U kent de gelijkenis van de Rijke Man en Lazarus. De rijke man is in de hel en is bang dat zijn broers in dezelfde plaats terecht zullen komen. Daarom smeekt hij vader Abraham om een boodschapper naar zijn vijf broers op de aarde te zenden. Maar Abraham gaat niet op zijn verzoek in en zegt: Ze hebben Mozes en de profeten — laat ze naar hen horen. Maar de Rijke Man protesteert. Hij heeft weinig vertrouwen in de overtuigende kracht van Mozes en de profeten. Hij geeft de voorkeur aan een gedetailleerd ooggetuige-verslag. Als zo’n getuige naar zijn broers gestuurd kon worden om hen te vertellen hoe verschrikkelijk de hel is , zouden ze zich

wel bekeren. Maar Abraham ontkent dit. Hij zegt: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze ook niet overtuigd worden als er iemand uit de doden opstaat. Dat is het enige antwoord, dat de Rijke Man krijgt. Dat is het enige antwoord, dat ook wij krijgen met betrekking tot de oorsprong van de wereld. Wie kan ons iets over de schepping vertellen? Het antwoord is: Mozes en de profeten. Laat de wetenschap, ten onrechte zo genoemd, lachen. Laat het ongeloof spotten. Mozes en de prof eten, zij weten wat er gebeurde, niet vanwege hun buitengewone intellect, maar eenvoudig, omdat God het hun openbaarde. Natuurlijk zal een zondig, onwedergeboren mens dit niet aannemen. Hij weigert te buigen voor de autoriteit van Gods Woord. Het vraagt geloof om het scheppingsverhaal in Genesis te aanvaarden, vooral tegenwoordig. De woorden van de apostel aan de Hebreeën zijn daarom zo toepasselijk: „Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods is toebereid.” Let erop, dat hij niet zegt door het geloof veronderstellen of denken wij of nemen wij aan. Nee, hij zegt: door het geloof verstaan wij. Veel mensen denken, dat het geloof een soort laatste toevlucht is; als niets anders het kan verklaren, vallen zij terug op het geloof. Dan schakelen ze hun verstand uit, nemen de sprong van het geloof. Maar het geloof is niet irrationeel. Het geloof is rationeel. Het geloof is een verstandelijke overtuiging van de waarheid en betrouwbaarheid van het Woord van God. Door het geloof weten wij dat het heelal geschapen en gevormd werd door God.

In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Onze vaderen geloofden dit met hun gehele hart, zoals zij beleden in art. 12 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis: Wij geloven dat de Vader door Zijn Woord, dat is, door zijn Zoon, de hemel, de aarde en alle schepselen, uit niet heeft geschapen, wanneer het Hem heeft goed gedacht, aan een iegelijk schepsel zijn wezen, gestalte en gedaante, onderscheidene ambten gevende om zijn Schepper te dienen.

Dit is de taal van het geloof. Moge de kerk, moge de gelovige, vaststaan op dit degelijke fundament van de Schrift.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen