Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHEPPING EN EVOLUTIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHEPPING EN EVOLUTIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3a)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde. In deze openingstekst van de Schrift wordt ons gezegd, dat God de Schepper is van alle dingen. Veel mensen zeggen, dat dit alles is wat Genesis 1 ons wil leren. Theïstische evolutionisten bijv. zeggen vaak, dat het eerste hoofdstuk van Genesis bestemd was om ons te vertellen Wie de Schepper is, maar niet noodzakelijkerwijs hoe het proces van de schepping tot stand kwam. Maar als dat het enige doel van het scheppingsverhaal is, wat is dan de waarde van de rest van dit verhaal? Waarom hield de Bijbelschrijver dan niet op aan het einde van Genesis 1 : 1; dat zou ons immers alle informatie gegeven hebben, die wij nodig hadden.

Maar het scheppingsverhaal houdt daar niet op. Het gaat meteen door met uit te leggen, hoe God alle dingen maakte; in welke volgorde en tot welk doel. Dit brengt ons oog in oog met het controversiële probleem van de scheppingsdagen. Hoe moeten deze uitgelegd worden? Als dagen van 24 uur of als lange perioden? Laat mij allereerst zeggen dat deze vraag alleen vaste voet kan krijgen op exegetische gronden. Het antwoord moet vanuit de Schrift verkregen worden.

Wat is exegese? Exegese is de wetenschap van de Schriftuitlegging. De exegese vraagt naar de bedoeling van Gods Woord. Het vooronderstelt, dat het Woord van God te begrijpen is, dat het helder en doorzichtig is en dat daarom de waarheid van Gods Woord vastgesteld kan worden. Ik wil dit benadrukken omdat dit tegenwoordog zo dikwijls vergeten wordt. De beslissende factor is niet wat deze wetenschappelijke deskundige denkt, of die theoloog beweert. Helemaal niet! De beslissende factor is deze: wat zegt de Schrift? De Bijbel is ons enige hof van beroep. Het is onze definitieve autoriteit.

Ik zei dat de exegese een wetenschap is. Dat wil zeggen ,dat het toegepast moet worden volgens zekere vastgestelde regels. Een van deze regels is, dat de Schrift de Schrift moet verklaren. Daarom moeten onze verklaringen inderdaad verklaringen zijn. We mogen niet iets in de Schrift lezen, dat er niet in is. Want waar we dan mee bezig zijn is geen exegese, maar eisegese, wat letterlijk betekent: „er iets in leggen”.

Nog een fundamentele regel voor het verklaren is, dat een woord opgevat moet worden in z'n alledaagse betekenis, tenzij duidelijk blijkt, dat het in een andere zin opgevat moet worden. Wanneer we nu deze regels toepassen op Genesis 1, zien we dat de meest natuurlijke verklaring van de scheppingsdagen is, dat zij gewone dagen van 24 uur zijn. In feite zou niemand volhouden, dat hier lange perioden bedoeld worden, als het niet voortkwam uit de wens om Genesis in overeenstemming te brengen met de verklaringen van de wetenschap. Het is belangrijk, dat we dit duidelijk zien.

De dag-tijdperk theorie is niet het produkt van serieuze exegese van de Schrift. „Niemand voelde zich ooit door de Schrift verplicht om de zes scheppingsdagen als lange perioden te interpreteren. Het is eerder een zwakke en gebrekkige poging om de redelijkheid van het geloof te handhaven in het licht van de ogenaamde feiten van de wetenschap”. (Homer Hoeksema).

Genesis 1 spreekt van zes opeenvolgende dagen, waarin God schiep. Het spreekt van dagen ,die duidelijk afgebakend zijn door avond en morgen. Kunnen die dagen door wat soepelheid van de verbeelding of liever door wat soepelheid bij de exegese veranderd worden in perioden van miljoenen jaren? Het antwoord is bij deze vraag al gegeven. Toch blijft de dag-tijdperk theorie voor velen aantrekkelijk, omdat het een oplossing biedt voor het conflict tussen Genesis en de aanspraken van de geologie. Maar is het werkelijk een oplossing? Dr. Henry Morris zegt in zijn „Studies in the Bible and Science”: „De veronderstelde correspondentie tussen de volgorde van de schepping in Genesis en die in de historische geologie verdwijnt bij onderzoek van de details”. Morris wijst er bijv. op, dat, als de Bijbel stelt, dat alle planten gemaakt werden op de derde dag, en de vissen en andere zeeorganismen op de vijfde dag, de geologie deze volgorde omdraait. Genesis zegt ook, dat de vogels op dezelfde dag geschapen werden als de vissen en andere in het water levende schepselen, maar de paleontologie leert dat de vogels zich ontwikkelden uit reptielen, lang na het ontstaan van de vissen. Volgens het scheppingsverhaal schiep God zon, maan en sterren op de vierde dag (of stelde ze in elk geval in hun posities en functies in betrekking tot de aarde). De planten werden echter geschapen op de derde dag. Als deze dagen perioden zouden zijn, is het moe ilijk te geloven, hoe de vegetatie m iljoenen jaren kon voortbestaan zonder zonlicht. Een volgend bezwaar tegen de dag-tijdperk theorie sluit de problemen in van lijden en dood. De geologie zegt, dat pijn, ziekte en dood altijd op de aarde bestonden. In feite worden deze beschouwd als noodzakelijke elementen van het evolutieproces, die leiden tot een natuurlijke selectie en een voortbestaan van de sterksten. Dus volgens de geologie droegen lijden en dood bij aan de ontwikkeling van de mens. Maar de Bijbel leert, dat de mens de dood in de wereld bracht door zijn zonde en dat al de ellende en pijn het directe gevolg is van zijn ongehoorzaamheid aan God. Bovendien, als de dag-tijdperk theorie juist is, dan is het moeilijk te begrijpen, hoe God bij de voltooiing van Zijn schepping kon zeggen, dat alles wat Hij gemaakt had „zeer goed” was. Dat zou betekenen, dat God de miljoenen jaren van strijd, lijden, ziekte, wreedheid en dood kon zien en dan met duidelijke voldoening dit alles „zeer goed” oordelen.

Nog een bezwaar tegen de dag-tijdperk theorie is, dat het onmogelijk in overeenstemming te brengen is met wat de Bijbel leert aangaande de heerschappij van de mens over Gods schepping. In Genesis 1 : 28 lezen we, dat de mens gesteld werd over ieder levend wezen, dat zich op de aarde bewoog. Maar als de historische geologie juist is, was de grote meerderheid van alle soorten levende wezens al eeuwen voor de mens ten tonele verscheen, uitgestorven. Hoe kon Adam heerschappij over hen voeren als zij er niet waren? Ja, hoe kon hij de dieren namen geven, die miljoenen jaren voor zijn tijd al niet meer bestonden? Morris zegt: „Als het doel van de andere scheppingsdaden eenvoudig de voorbereiding van de wereld voor de mens was, zoals de Bijbel duidelijk zegt, wat voor mogelijk doel kon er gevonden worden in de schepping, het lange bestaan en uiteindelijke uitsterven van zoveel verschillende soorten schepselen? Waarom dit eeuwenlange schouwspel van strijd en dood? Hoe kan het denkbaar, nodig of zelfs verstandig geweest zijn om langs eeuwigheden van tijd in een bijna onvoorstelbaar langzaam kwellend drama van evolutie in beslag te nemen ten einde Gods uiteindelijke bedoeling in de schepping en verlossing van de mens te volbrengen?”

(Blz. 35).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

SCHEPPING EN EVOLUTIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's