Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

33.

Paulus heeft met zijn vrees, enigszins tevergeefs ander de Galaten gearbeid te hebben, het uiterste bereikt. Zodat het hem niet mogelijk was die gedachte tegenover hen vast te stellen. En met dat toch te doen zou hij te ver gegaan zijn, want dat was door hem als mens niet vast te stellen. Hierover kan alleen door de Heere geoordeeld worden. Hij kent het hart en proeft de nieren. Maar desniettemin was zijn vrees teken van liefde. Vanuit zijn innige gebondenheid aan de Galaten zou het veel erger voor hen dan wel voor hem geweest zijn. Want dan zou het voor hen niet meer dan een morgenwolk, een vroegkomende dauw geweest zijn, die in de brandende zon verloren gaat.

Naar de innerlijke overtuiging van de apostel is het niet profijtelijk in verdenking en verdeeldheid verder te gaan. Want dat drukt het goede weg en werkt het kwade in de hand. Het leeft in het hart van Paulus de Galaten vast te houden in hetgeen beleefd en beleden werd met getuigenis van de Heilige Geest. En weest gij dan als ik, daar ik om Christus te gewinnen de ceremoniële wetten heb losgelaten, daar die in Hem en door Hem vervuld zijn. „Want ook ik ben als gij, een Joods man, die dacht te kunnen bestaan voor God in de gerechtigheid van de wet. „Broeders ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.” De prediking van het Evangelie is niet mijn zaak doch van Christus. Hij is mij te sterk geworden. Door Hem ben ik gebracht tot het geloof in Zijn enige en algenoegzame offerande. En dat met de opdracht u het Evangelie te prediken tot uw zaligheid. „Broeders ik bid u” en wanneer ik bid, dan bid ik u in de naam van Jezus Christus, of de smaad Hem aangedaan u vergeven mocht worden. Vanuit Gods vergevende liefde in Christus kunnen alle oorzaken van scheiding en verwijdering te niet gedaan worden.

Kom, laat ons in deze vergevingsgezindheid des harten, nu terugkeren tot onze eerste ontmoeting in de prediking van het Evangelie. „En gij weet dat ik door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb.” Het Evangelie dat mij dierbaar is, daar de wet der tien geboden, die in haar vloek en eis door mij niet volbracht kon worden, verheerlijkt is door Chris_ tus, waarop wij door al de ceremoniële wetten van dag tot dag gewezen werden. En zo heeft Hij ons van die zware dienstbaarheid bevrijd. En dat door zwakheid des vleses die mij van biuten af was aangedaan. Maar in de smaadheid van Christus, mij aangedaan in de prediking van Zijn Evangelie, hebt gij mij niet veracht.

,En mijn verzoeking die in mijn vlees geschiedde,” uit vijandschap tegen het Evangelie, om daarin niet verder voort te gaan,” hebt gij niet veracht noch verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods, ja, als Christus Jezus.”

En toch, niettegenstaande die tekenen van zwakheid en smaadheid, is Paulus als een gezant van Christus met eer ontvangen, „als een engel Gods, ja als Christus Jezus.”

Op de vraag: „Welke was dan uw gelukachting?” geeft Jesaja voor hen het antwoord: „Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die de vrede doet horen; desgenen die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning.”

Paulus is dus niet alleen bij de Galaten gekomen met de geloofsbeleving van zijn geestelijke zwakheid, doch ook van zijn lichamelijke zwakheid, en dat deed hem tot roem van Gods genade des te meer kracht putten uit de Heere. En dat was voor de Galaten waarneembaar, deed hen weldadig aan. Was bevorderlijk voor de prediking van het Evangelie. Het werd door de Galaten ontdekt, dat de prediking van het Evangelie, voortvloeide vanuit de Goddelijke zalving en zending van Christus door de Vader.

„Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven en mij gegeven hebben.” En dat is een allerduidelijkst beeld van de liefde die door de prediking van het Evangelie het hart kwam te vervullen.

Deze blijken en bewijzen van liefde waaruit de apostel hier spreekt tot de Galaten, was de eerste liefde, die het hart verbond aan de Heere en Zijn dienst. De eerste liefde die in het hart wordt uitgestort bij het schrijven van de wet der liefde in het hart door de Heilige Geest. Het is de inlijving in Christus, waaraan de afsnijding van Adam onafscheidelijk verbonden is. En dat is de wortel der zaak, het geestelijk keerpunt in hart en leven, tot verbinding aan de Heere en Zijn dienst. Het is de onberouwelijke keus waarvan zo duidelijk gesproken wordt in de Schrift. Hier wordt het hart omstrengeld door het meetsnoer van Gods ontfermende liefde, om getrokken te worden uit de heerschappij van zonde, Satan en ongeloof, tot de Heere. Het is Zijn trekkende en ontfermende liefde.

Het is de eerste liefde die niet gemist kan worden als het zuivere werk van wederbarende genade. Waaraan de Galaten door Paulus herinnerd werden opdat zij tot bezinning zouden komen.

Vanuit die eerste liefde kan het ons duidelijk worden, dat we van het rechte spoor zijn afgeweken. En dan blijft er uitwendig niet veel meer over dan een vormelijke en wettische godsdienst, waaruit de Galaten vervallen waren.

Bij het breken met de zonden en het verlaten van de ongerechtigheden, is voor ons oog de wortel van eigengerechtigheid verborgen gebleven, die bij het verlaten van de eerste liefde met een eigengemaakte vroomheid naar voren komt. Door de eerste liefde is het hart gesteld in het liefhebben van de Heere. Om van daaruit onze zonden te bewenen en in de weg van de waarachtige bekering Gods vergevende liefde in Christus te zoeken. En zodra dat niet meer diepgang en voortgang bekomt in het hart, gaat het achteruit, ontstaat er in ons hart en leven liefdeloosheid tegenover de Heere. Want het geloof is in zijn oefeningen altijd door de liefde werkzaam.

Bij het afwijken van dat rechte spoor, wil men in al de verachting, die daaruit voortvloeit, zijn godsdienstige stand toch ophouden. En zo komen we op het kromme pad van eigengerechtigheid. Als het niet meer is een leven vanuit Gods ontfermende liefde, onder de bearbeiding van de Heilige Geest, dan gaat de mens vanuit de wortel van eigengerechtigheid aan het werk. Wat de mens met zijn doen voor de dag doet komen en hier met klaarheid wordt aanschouwd in de Galaten.

En daarom zocht Paulus de gemeente terug te brengen tot de bekentenis dat de eerste liefde was verlaten, als hij hen met tederheid en voorzichtigheid wijst op de eerste liefde tegenover het Evangelie van Christus.

Zolang het niet wordt een wenen over het verlaten van de eerste liefde in het gemis van de verborgen omgang met de Heere, houdt men zich op de been in de kracht van eigengerechtigheid met een rechtzinnige belijdenis.

Het wordt bij het verlaten van de eerste liefde altijd weer een terugkeren tot de wet en dat is het oude verbond en nabij de verdwijning. Zodat we in het gericht van Gods wrekende gerechtigheid, er niet mee kunnen bestaan.

Galaten 4 : 11 - 15.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's