Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NAAR DE KATECHISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NAAR DE KATECHISATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

183

VAN DE SACRAMENTEN

HET HEILIG AVONDMAAL (2)

Na enige onderbreking van onze lessen wegens ziekte, mogen wij door Gods goedheid deze weer vervolgen D.V.

We merkten reeds in onze vorige les op, dat er verschil van opvatting is ten opzichte van de aard en het karakter van het heilig Avondmaal tussen Luther, Zwingli en Calvijn.

Zwingli zag het heilig Avondmaal speciaal als een „gedachtenismaaltijd”, als een belijdenis van de gelovige. De gemeenschap met Christus in het Avondmaal ziet Zwingli wel als door het geloof, maar als een geloofsoefening, zoals die ook buiten het Avondmaal plaats heeft.

Het verschil van opvatting over het Avondmaal tussen Luther en Calvijn betreft het hoe van de tegenwoordigheid van Christus bij het heilig Avondmaal.

Luther zag de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal, zij het onzichtbaar, als met Zijn menselijke natuur, waarmede Hij bij en onder de tekenen tegenwoordig is. Neen, hij leerde hiermede niet een VERANDERING van de tekenen in het lichaam en bloed des Heeren, gelijk Rome stelt.

Hoe kwam Luther hiertoe?

Zijn standpunt over die lichamelijke tegenwoordigheid van Christus bij het Avondmaal houdt verband met de twee naturen van Christus, Zijn menselijke en Zijn Goddelijke natuur. Luther meende, dat tijdens de hemelvaart van de Heere Jezus goddelijke eigenschappen zijn overgegaan op Zijn menselijke natuur, zodat Jezus’ menselijke natuur bij de hemelvaart ALOMTEGENWOORDIG is geworden. Vandaar dat Christus dus ook lichamelijk tegenwoordig is in het Avondmaal, bij en onder de tekenen van brood en wijn.

Hier ging Luther de kant op van de Eutychiaanse leer over de vereniging van Christus’ beide naturen, namelijk als een eénwording van beide naturen, tegenover Nestorius, die de twee naturen geheel scheidde. Daarum stelde het concilie van Chalcedon de verhouding tussen beide naturen als: ongemengd en ongescheiden, ongedeeld en onveranderd. Calvijn nu stelde de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal met Zijn Goddelijke natuur, die zowel in de hemel is als ook op aarde, in Zijn kerk. Zo verklaart ook onze Heidelberger in Zondag 18.

De gemeenschap van de gelovigen met Christus bij het Avondmaal zag Calvijn dan ook als een GIJLOOFSgemeenschap, als een geestelijke genieting van Christus.

Calvijn’s leer ging ook lijnrecht in tegen de Avondmaalsleer van R o m e, de „transsubstantiatie” leer, de WEZENLIJKE verandering van brood en wijn in het eigen lichaam en bloed van Christus. Zij grondt haar standpunt op de uitspraak van Christus: Dit is Mijn lichaam!

Wanneer onder allerlei ceremoniën de priester uit het kastje bij het altaar de „hosti” neemt, wordt deze onder de zegenbede van de priester veranderd in het lichaam van Christus. Zo ook de wijn in het bloed van Christus. Het opdragen van de mis is dan ook volgens de Roomse leer een herhaalde bloedige offerande van Christus, waardoor ook zelfs de doden nog vergeving verkrijgen. „Mis” betekent „het zenden van Christus.”

Deze z.g.n. dagelijkse offeranden van Christus zijn, zoals ook. de Heidelberger verklaart, een verloochening van Hem en gruwelijke afgoderij!

De apostel schrijft in Hebr. 10 : 14: „Want met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.”

Heel Rome’s Avondmaalsleer is alzo een terugkeren en vasthouden aan de Oud-testamentische offerdienst en daarom dus, zoals we opmerkten, een verloochening van de enige volmaakte off erande van Christus!

Ja, Rome beroept zich op de uitspraak van Christus: „Dit is Mijn lichaam.” Maar deze is een z.g.n. sacramentele uitdrukkingswijze, welke we meer in de H. Schrift tegenkomen. O.a. „En de steenrots was Christus.” Hebr. 10 : 4. „Door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes.” Titus 3 : 5b. „Sta op en laat u dopen en uw zonden afwassen.” Handel. 22 : 16.

Hier wordt de betekende zaak sterk benadrukt. Zo bedoelde Christus met „Dit is Mijn lichaam: dit „betekent” Mijn lichaam. Zo ook de tekst „En de steenrots was Christus.”

Rome ziet deze verandering van subtantie als een wonder, gelijk ook Jezus het water in wijn veranderde op de bruiloft te Kana. Maar dit is een geheel onjuiste vergelijking. Het water in wijn veranderde op de bruiloft te Kana. Maar dit is een geheel onjuiste vergelijking. Het water werd werkelijk wijn. Zo is het echter niet bij Rome’s beschouwing over de verandering van de ouwel in het lichaam van Christus. Deze ouwel blijft wat ze is en de wijn blijft wijn en wordt in werkelijkheid geen bloed.

Bovendien komt de grote dwaasheid van Rome’s leer ten deze duidelijk aan het licht. En wel om de volgende consekwenties.

Wanneer Jezus zou gewezen hebben op Zijn eigen lichaam bij het eten van het brood en op Zijn eigen bloed bij het drinken van de wijn, dan zou Hij, aanzittende, Zijn eigen lichaam gegeten en Zijn eigen bloed gedronken hebben. De z.g.n. verandering van brood in het lichaam en van de wijn in het bloed van Christus zou ook een gedurige vermenigvuldiging betekenen van Zijn lichaam. En hoe zou dit mogelijk zijn ten opzichte van het feit, dat het lichaam van Jezus verheerlijkt is geworden?

Voorts zou ook na de z.g.n. verandering van brood in het vlees en van wijn in het bloed van Christus het teken van het sacrament zijn weggevallen. En dan is het sacrament dus géén sacrament meer.

Toch moeten we nog even wijzen op de sterke uitdrukkingen bij Calvijn, bij onze H. Katechismus en de Nederl. geloofsbelijdenis in art. 25.

Calvijn schreef o.a. „gemeenschap hebben met de substantie van het lichaam van Christus.” Ligt hierin niet de Roomse gedachte? Neen, want Calvijn heeft duidelijk laten uitkomen, dat het in het Avondmaal gaat om een geloof s-gemeenschap. En wanneer hij de uitdrukking gebruikt van „substantie van het lichaam”, dan wijst hij op het feit, dat Christus in volle werkelijkheid Zijn lichaam heeft laten verbreken. Zo is het ook met de uitspraak van onze Heidelberger in Zondag 29: „Dat wij zo waarachtiglijk Zijns waren lichaams en bloeds door de werking des Heiligen Geestes deelachtig worden.” Let dus vooral op de woorden: „Door de werking des Heiligen Geestes.” Dit wijst ook weer duidelijk op „geloofsgemeenschap” met Christus, op een deelachtig worden van Christus’ offerande door het geloof.

Dan nog een zin uit de Nederl. geloofsbelijdenis, artikel 25: „Intussen feilen wij niet als wij zeggen, hetgeen door ons gegeten en gedronken wordt, het eigen lichaam en bloed van Christus is.” Wel dus sterk beschreven. Maar ook hier dienen wij erop te letten, dat de belijdenis het eten en dringen ziet als een geloofswerkzaamheid van de ware Avondmaalganger, als een geestelijk eten en drinken.

Na dit meer dogmatisch gegevene, willen we D.V. in een volgende les ingaan op het godvruchtig GEBRUIK van het Avondmaal, als het sacrament tot geestelijke voeding van het leven der genade. Daarbij komt dan ter sprake de vraag, voor wiè het Avondmaal ingesteld is. Wanneer het dan gaat over de onderhouding van het geestelijk leven bij het Avondmaal, komt het erop aan, zich ernstig te onderzoeken of wij persoonlijk dat nieuwe leven der genade mogen kennen. Want zonder genade en zonder ware honger en dorst naar die geestelijke spijs eet en drinkt men zichzelf een oordeel. Dan kan men wel vormelijk het Avondmaal gebruiken, maar dan ontgaat men de geestelijke ZEGEN ervan.

E.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

NAAR DE KATECHISATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's