Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BESTE JONGELUI

Gideon had zijn mannen dus bewapend, met een wonderlijke wapenrusting. Het gaat er in het koninkrijk Gods altijd wonderlijk naar toe. De kinderen van het rijk van de vorst der duisternis kunnen dit niet begrijpen. Maar de ware kinderen des koninkrijks verstaan dit wel. Want zij zijn in de weg van het wonder geboren. Zij worden wonderlijk onderhouden en ook wonderlijk staande gehouden, in de strijd, die hen opgelegd is. Zij worden uiteindelijk in de weg van het wonder zalig. Dan zullen zij die God, Die alleen wonderen werkt, daarvoor eeuwig de eer geven. Ik hoop, beste vrienden en vriendinnen dat jullie dit verstaan.

Na de bewapening, komen de instructies. Zo gaat het nu eenmaal in een leger. Want als je alleen een wapenrusting hebt en je weet niet wat je er mee doen moet, dan kom je nog niet veel verder. Hier zouden we natuurlijk ook weer op door kunnen gaan. Want de bewapening, zoals we die de vorige keer hebben beschreven, wordt door velen nog wel erkend. De bazuin van het evangelie. De fakkel, het licht van Gods Woord, in een ledige kruik, broos en teer — de vergankelijke mens. Doch daar blijft het dan in vele gevallen bij. Ze hebben de wapenen nog nooit gebruikt. Zij zijn op z’n best parade soldaten. Het lijkt heel wat, maar als het op strijden aankomt, dan heb je er niets aan. Ik denk hier aan hen, die op vergaderingen altijd de mond vol hebben over „evangeliseren”. Doch als het er op aan komt, lopen zij altijd met het geweer aan de schouder en nooit in de aanslag. Zij laten elke vogel vliegen, zij laten elke vijand lopen. Ik kan met dat soort nooit zo best overweg. Ik houd ten deze meer van soldaten met het geweer in de aanslag. Dat zijn mensen, die de tijd en de gelegenheid te baat nemen, om als ze een vijand van God en Zijn dienst ontmoeten, ook schieten! En dan niet met losse flodders, maar met scherp. Daar zijn er die daar erg benauwd van zijn. Als je zo „scherp” bent, zegt men, dan schrik je de mensen af. Je moet het wat soepeler doen, een beetje water door de wijn. Je moet ze met liefde zien te lokken. Een kopje koffie en koekje doen al heel veel. Nu wil ik natuurlijk een kopje koffie en een koekje niet veroordelen. Op zijn tijd smaakt dat heus wel. Maar of de „waarheid” daarmee gediend is, dat is een andere vraag. Als men met een vijand te doen krijgt, dan moet hij weten waar hij aan toe is. Hem moet zonder meer gezegd worden, dat er maar twee wegen zijn: „Zegt de rechtvaardige dat het hem wel zal gaan wee de goddeloze, het zal hem kwalijk gaan ” Jes. 3 : 10 en 11. En dan kan het Woord van God wonderen doen. Mensen kunnen geen wonderen doen. En als het Woord wordt toegepast, dan treft het als een pijl, fel van een boog gedreven, in het hart van des Konings vijanden. Zij worden dan pijnlijk getroffen, dodelijk verwond. Doch het wonderlijke is, dat de pijl waardoor zij getroffen zijn, in de liefde is gedrenkt en die blijft achter in het hart. We gaan daar nu niet verder op in. We schreven dit alleen maar even tussen de regels door, om jullie te laten weten, dat je met het „hebben” van een wapenrusting niet klaar bent. Er moet ook wat mee gedaan worden.

Dat brengt Gideon zijn „bende” aan de weet. Hij stelt zichzelf tot een voorbeeld: Ziet naar mij en doet alzo; en ziet als ik zal komen aan het uiterste des legers, zo zal het geschieden, gelijk als ik zal doen, alzo zult gij doen enz. Gideon, de aanvoerder, door wiens hand God Israël verlossing geven zou, blijft niet thuis. Hij zegt niet: Jullie weten nu wat je te doen staat en nu ga ik maar weg: Mijn taak is nu ten einde. Verre vandaar. Hij gaat zelf voorop. Hij zal zelf het voorbeeld geven, vooraan gaan in de strijd. En zoals hij doet, zo moeten zij ook doen. Volg mij ! !

Jullie hebben het al begrepen natuurlijk. Gideon is hier een type van de Heere Jezus Christus. Ik hoop dat jullie begrijpen wat een type is. Ik zit, nu ik dit schrijf, achter een typemachine. De typen dat zijn allemaal averechtse letters. Doch als je er op tikt, dan komen ze allemaal rechts op ’t papier te staan. Nu, zo zijn de typen van de Heere Jezus Christus ook. Het zijn op zichzelf maar averechtse mensen, doch de Heere wil er op tikken. Hij wil ze gebruiken, om door hen Zijn Zoon te laten zien, de meerdere Gideon, de Heere Jezus Christus. Want Die is ook niet thuis gebleven. O neen, Hij heeft het huis Zijns Vaders verlaten. In de weken, die we nu beleven, wordt daar in de prediking weer aandacht aan gegeven, namelijk dat de Heere Jezus op aarde gekomen is, om de goede strijd te „strijden”, om de werken van de vorst der duisternis te verbreken. Geeft maar goed acht op deze dingen. Hoe is Hij in de strijd Zelf voor gegaan. En zoals Hij de strijd heeft gestreden, zo wil Hij nu dat Zijn volgelingen ook zullen strijden. Heeft Hij het niet gezegd: Zo iemand achter Mij wil komen, die neme zijn kruis op en volge Mij ! ! Het is voorwaar geen eenvoudige zaak in het leven. Maar het is wel een zaak, meer dan de moeite waard, om nagekomen te worden. Want met degenen, die werkelijk achter Hem aankomen, komt het altijd goed uit. Denkt hier ook maar over na. Ik kom steeds een beetje in de verleiding om over al deze dingen verder te gaan schrijven. Maar dan raken we ons eigenlijke onderwerp uit het oog en dat is ook niet de bedoeling.

Ik wil wel, om niet mis verstaan te worden, opmerken, dat de roeping tot strijden er is. De instructies zijn er voor iedereen. Niemand die dit leest, zal kunnen zeggen, er geen kennis van gekregen te hebben. Doch om de instructies uit te voeren, daarvoor is een ieder van genade afhankelijk. Zo bewaren we het juiste evenwicht tussen de verantwoordelijkheid van de mens en de vrijmacht Gods.

Na de bewapening en de instructies, komt er ook nog een strijdkreet aan te pas. Wanneer men het vijandelijke leger omsingeld heeft, dan moet men roepen: Voor de HEERE en voor Gideon! En niet omgekeerd: Voor Gideon en de HEERE! Ik schrijf dit niet zo, om op een bepaalde manier spitsvondig te zijn, maar omdat de praktijk leert, dat dit zo menigmaal het geval is. Men zet dan eigen Naam voorop en de Naam des Heeren komt er dan nog achteraan. Dit komt omdat een mens in zijn bestaan zulk een „zichzelfbedoelend” schepsel is. Misschien hebben jullie daar nog nooit erg in gehad. Ik zou dan zeggen: Geeft ten deze eens acht op jezelf. Want elk mens staat op zijn manier nogal hoog met zijn naam. Als die maar genoemd en geroemd wordt, dan streelt dit zijn (ons) vlees. En de Naam des Heeren, nu ja, als we een beetje vroom zijn, dan noemen we die er nog wel bij. Als we midden in de wereld leven dan doen we dit niet eens. Dan gaan we alleen maar prat op onze eigen naam. Maar zoals gezegd: als we nog een beetje vroom zijn, dan noemen we de Naam des Heeren er nog wel bij. Het staat in een bepaalde omgeving nog wel netjes ook. De mensen zeggen dan: Hij heeft toch niet alles op zijn eigen rekening geschreven. De HEERE kreeg ook nog wat. Inderdaad, ja! Hij kreeg ook nog wat. Doch de HEERE wil niet slechts „wat” hebben. Hij wil „alles” hebben. Hij wil alleen geëerd en geprezen worden. Hij wil ook dat men het van Hem alleen zal verwachten. En dat mocht Gideon nu doen. Het kon ook in zijn geval niet anders. Hij was immers „aangetogen” door de Heilige Geest? En God bedoelt altijd God. En als men met Gods Geest vervuld is, dat is met God, dan kan het niet anders of we bedoelen God. Dan komt onze eigen naam niet voorop te staan. Maar dan komt de naam des Heeren voorop te staan. Toen Gideon deze strijdkreet opgaf, was hij maar een nul in zichzelf. De grote EEN stond voorop. En daar was nu het geheim van Gideons kracht in gelegen. Hij, die een nul was in zichzelf, was een tien in de HEERE. Welzalig is hij, die zo, al zijn kracht en hulp alleen van God mag verwachten. Die staat sterk in het leven, die wordt ook door de Heere niet beschaamd. Want als men de HEERE de eer geeft, dan wordt men ook door de HEERE geëerd. Dit is naar Zijn eigen Woord, en dat maakt Hij altijd waar.

Wat is het groot, jongens en meisjes, dat we met een God te doen hebben, waar we altijd op aan kunnen. Hij bevestigt ook nu nog altijd Zijn eigen Woord. De wereld is bedriegelijk. Je rolt in je leven overal mee om. En als je acht op jezelf geeft, heel eerlijk, dan rol je nog het meest met jezelf om. Doch met de Heere rol je nooit om. Die op de Heere vertrouwen, zijn als de berg Sions, die niet wankelt, van nu aan tot in der eeuwigheid. Daar wens ik jullie veel ervaring van toe. En dan gaan we nu weer eindigen met een hartelijke groet van jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's