Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STANDVASTIG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STANDVASTIG

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

We vragen nog een keer de aandacht van onze lezers voor het blad van de Gereformeerde Bijbelstichting, met name voor het nummer van december 1976.

Belangrijk is het artikel van Ds. J. van der Vlies te Nieuwpoort over De overtreding van Adam, aller zonde. Juist mede omdat er in ons kerkelijk leven nogal wat te doen is geweest over dit stuk van de leer der waarheid, willen we de volle aandacht voor dit artikel vragen. De schrijver neemt het op voor de Staten Vertaling van Romeinen 5 : 12: ...... en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. Na verdediging van deze vertaling schrijft hij:

„Het gevaar is erg groot dat we van lieverlede niet alleen een. vertaling gaan verliezen, maar een zaak, n.l. van de erfschuld en daarmede in onmiddellijk verband de leer van vrije genade uit enkel toerekening van Christus' verdienste. Dat we zo langzaam maar zeker terecht komen bij de leer van Placeus en Joh. Vlak, die beide door de reformatorische kerk veroordeeld zijn omdat zij de onmiddellijke toerekening van Adams zonde aan diens nakomelingen loochenden.

Het gevaar bestaat dat we wel over erfschuld spreken, maar in feite bedoelen de erfsmet, en daar kunnen we dan diepe stellingen op bouwen, wel diepzinnig maar toch zo oppervlakkig in wezen dat we langs de diepte van onze verlorenheid heengaan, hierover kunnen we meer vinden in de „Walcher(en)se Artikelen.”

Betreffende de erfsmet willen we nog opmerken dat men vroeger wel dacht dat ieder pasgeboren kind ter wereld kwam als een „onbeschreven blad” wat betreft zijn hersenstructuur. Via de wetenschap weten wij tegenwoordig dat deze stelling onhoudbaar is en dat de mens die ter wereld komt niet alleen uiterlijke maar ook innerlijke eigenschappen van de ouders erft, dat zelfs de hersenen héél diep verborgen ons gehele vóórgeslacht meedragen tot aan Adam, dit is door medische experimenten aan het licht gebracht.

Het is een ontstellende gedachte, dat mijn levensboek niet alleen bestaat uit pagina's zonden die ik zelf gezondigd heb, maar ook alle pagina's van mijn voorgeslacht, en ik zelf kan ze weliswaar niet lezen, maar de rechtvaardige, almachtige God wel en Hij zal éérimaal de zegelen ook van dit boek verbreken.

Hoewel dit een huiveringwekkende gedachte is, is dat toch ook nog niet de erfschuld, maar een uitvloeisel van de erfschuld, de erfsmet, in Rom. 5 gaat het om de erfschuld, Adam's zonde als ons aller schuld, dat ligt dieper.

David peilde er iets van in Psalm 51 : 7: „Zie ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.”

Laten we eerlijk zijn, velen denken hier aan de geslachtsdaad, maar dat is ook maar oppervlakkig, dat bedoelde David beslist niet, dan had hij niet gewezen op zijn moeder maar op Bathséba. Maar de apostel noemt het „huwelijk eerlijk en het bed onbevlekt.”

Om te peilen wat de erfschuld dan wel is kunnen we beter afzien van elke „realistische” benadering, zoals de verklaring dat ieder mens immers „in de lendenen van Adam was begrepen” en Calvijn Inst. II, XIII, 4, noemt (weliswaar in een ander verband, n.l. in verband met de maagdelijke geboorte van de Heere Jezus) het een kinderachtig bazelen, dat klaarblijkelijk het zaad van de vrouw niet onrein is, maar dat van de man.

De erfschuld laat geen enkele redenering toe, ze wordt door Gods Woord geleerd en verkondigd en rust nergens anders op dan op Gods volmaakte gerechtigheid, die vrij, geheel vrij de zonde van Adam toerekent als onze schuld. Adam het verbondshoofd van het werkverbond, maar ook dit is een vrije bepaling van de rechtvaardige God.

De erfschuld is, dat alleen al die ene zonde van Adam voor God genoegzame reden is waarom het ganse menselijke geslacht uit Adam gesproten onder het vonnis is gekomen van te zullen sterven, ook jonge kinderen die nog geen dadelijke zonden hebben begaan. De erfschuld is dat alleen al die ene zonde van Adam genoegzame grond is om het ganse menselijke geslacht te verdoemen.

En deze leer hebben we te behouden, niet alleen de vertaling waarin deze leer is vervat en verwoord, en dat omdat ze is naar Gods Woord.

Het moge een harde leer schijnen deze geheel „vrije toerekening” van eens anders ongerechtigheid, een leer tegen vlees en bloed, maar ook in deze herinneren we u de woorden van Paulus in Rom. 9 : 14: „Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre. „Of vers 20: „Maar toch, o mens, wie zijt gij dat gij tegen God antwoordt?”

Het is noodzakelijk om deze leer niet alleen te verdedigen, maar ze bij bevinding te kennen in het hart om tot verstaan van geheel Rom. 5 te komen.

In Rom. 5 gebruikt Paulus een vergelijking, een vergelijking bestaat uit twee delen die met elkaar corresponderen. In de vergelijking van Rom. 5 gaat het in beide delen van de vergelijking om de vrije toerekening. Aan de ene zijde van de vergelijking staat dan de geheel vrije toerekening van de gerechtigheid van Christus.

Is ons verstaan van het ene deel oppervlakkig, we zullen ook het andere deel niet verstaan in de volle rijkdom, n.l. de toegerekende gerechtigheid van Christus, de laatste Adam, aan een zondaar die in schuldverslagenheid leert zwijgen vanwege eigen erfsmet, verder, die óók leert zwijgen onder de aanklacht van de zonde van Adam, de erfschuld. En dit is noodzakelijk om eerst geleerd te worden, en zalig die verder geleerd wordt door de Heilige Geest, om uit die diepte gans verloren gebracht te worden van te aanschouwen, omhelzen door het geloof, Christus als de laatste Adam, en te ontvangen Zijn gerechtigheid tot een toegerekende gerechtigheid voor en door de Vader.”

Ds. Van der Vlies gaat nog even door, maar het bovenstaande brede citaat zegt genoeg.

Ds. H. C. van der Ent te Katwijk aan Zee schrijft ook regelmatig in Standvastig, in dezelfde geest als hij dat doet in „Bewaar het Pand”, maar natuurlijk behandelt hij daarin andere onderwerpen. In het decembernummer schrijft hij over Ruth 1 : 6a. Hij brengt daarbij ter sprake de vraag of het wel goed was, dat Naomi haar schoondochters adviseerde om maar terug te keren. We geven hier de schriiver zelf het woord:

„Dat was, zegt men, niet evangeliserend. Dan is Jezus dat bepaald ook niet geweest, toen Hij na het vertrek van velen zeide tot Zijn discipelen: „Wilt gijlieden ook niet weggaan?”

Wie door de Heilige Geest geleid wordt, spreekt anders, dan wie die leiding des Geestes mist.

Door het advies van Naomi werden de beide schoondochters op de proef gesteld. Echt goud kan de beproeving doorstaan. Klatergoud niet! Ik denk dat diegenen, die het Naomi kwalijk nemen, dat zij zo tegen haar schoondochters heeft gesproken, zelf wel eens klatergoud konden zijn. Want als men dat is, dan houdt men niet van beproeving. De echten zijn er juist op gesteld, omdat men zo bang is voor zelfbedrog.”

Hierbij willen we het laten. Onze bespreking is langer geworden dan de bedoeling was, maar voor zo'n enkele keer is het niet erg, wanneer een blad als Standvastig wat bijzondere aandacht krijgt en daarmee ook de Gereformeerde Bijbelstichting.

Voor hen die het niet weten vermelden we hier het adres van deze stichting: Mauritsweg 60, Dordrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's

STANDVASTIG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's