Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET GEESTELIJKE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET GEESTELIJKE LEVEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Al enkele jaren geleden gaf iemand ons een, schrift, waarin afschriften voorkomen van een paar brieven uit de vorige eeuw. Het komt wel meer voor, dat brieven over het leven der genade worden overgeschreven, omdat men zo'n brief graag in zijn bezit wil hebben. Daaraan zal ook dit schrift wel te danken zijn. Of we te maken hebben met een afschrift van de oorspronkelijke brieven is ons niet bekend. Maar we mogen wel aannemen, dat ze daarmee in overeenstemming zijn. We weten ook niet of er nog meer van die afschriften bestaan.

In elk geval menen we wel te mogen veronderstellen, dat onze lezers er belangstellend kennis van zullen nemen. Vandaar dat we hier een en ander overnemen.

De eerste brief is van A. B. te Gorinchem en gedateerd 24 februari 1892. De brief is gericht aan L. v. d. S. te Herkingen en luidt als volgt : „Geachte vriend.

Uw groet aan mij in de brief aan D.S. is de aanleiding tot dit schrijven. Bij het horen en voorlezen uwer groeten werd ik iets van die verborgen levensgemeenschap gewaar, die een vrucht is van de liefde Gods, gewrocht door de Heilige Geest, uitgestort in onze harten. Een verborgen werking van die wondervolle eenheid, die er is in de leden des lichaams Christi, waarvoor onze Hogepriester bidt: Vader, Ik wil dat zij één zijn. Een eenheid, die dus vrucht is van de voorbede des Middelaars, Die daar leeft en altijd leeft om voor ons te bidden. Ja, wel de vrucht van die voorbede, maar toch nog dieper, in zoverre de Middelaar Zelf is een gegeven Middelaar, Hij daarom sprak: Ik zegge u niet, dat Ik de Vader voor u bidden zal, want de Vader Zelf heeft u lief. Zo is dan het eeuwig welbehagen Gods des Vaders de diepe eeuwige Bronwel, waaruit de Fontein des levende waters Jezus Christus opwelt, en de eeuwige goddelijke volheid, waaruit alle zegeningen ons toevloeien, zo lichamelijke als geestelijke zegen. Daarom is het ook, dat Paulus schrijft: Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel in Christus Jezus. En welgelukzalig hij, in wiens hart die lofzang weerklank en instemming vindt, en alzo eindigen mag, waar alle onze zaligheid begint, namelijk in het liefdehart Gods des Vaders. Ziet hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, dat wij kinderen Gods zouden genaamd worden. En dat is nu het grote onbegrijpelijke wonder van eeuwige vrije genade, wij die kinderen des toorns waren, gelijk ook de anderen, nu kinderen Gods uit eeuwig welbehagen. En door vrijwillige aanneming wij, die onder de vervloeking lagen van nature, nu gezegend in de Gezegende des Vaders, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. En in dat licht, geliefde vriend, heeft de apostolische zegenbede uit Galaten in de afgelopen winter zulk een, volheerlijke en dierbare betekenis voor mij gekregen: Genade zij u en vrede van God de Vader en onze Heere Jezus Christus, Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader, Denwelke zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. Al vele weken is mij die zegenbede bij en elk woord heeft een diepe volheerlijke betekenis, en als het de Heere behaagt door Zijn lieve Geest ons in die waarbeid te leiden, o wat smaakt de ziel een hartelijke zoetigheid uit die honing. Aangenaam was het ons te vernemen, niet dat gij een verlies hebt geleden van een goed paard, maar dat genade in u mag heerschappij voeren over uw vlees.

O als de genade heerschappij voert in ons is dat niet alleen heerschappij en inwoning des Heiligen Geestes. En is dat niet een schat zulk een Inwoonder te hebben in het hart, Jes. 33 : 6. Nu waarde vriend, ongemerkt is het papier vol. Ontyang met de uwen de groete van uw vrienden. De genade van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus zij met u en de uwen.

Uw vriend A. B. Az.

P.S. Nog even kom ik terug op een uitdrukking in uw brief, namelijk, dat wij veeltijds meer klagen over de onaangename gevolgen en kwade vruchten der zonde dan uit smart oVer de godonterendheid zielsverdervendheid der zonde.

Dat is maar al te waar, lieve vriend, en daaruit blijkt maar al te zeer hoe vleselijk we zijn. Als er gezegd wordt: wat klaagt dan een levend mens! een ieder klage vanwege zijn zonden, dan worden de levenden juist vermaand om over de zonde zelf, over de godonterendheid der zonde te klagen. Nu klaagt het vlees, de natuurlijke mens in ons, alleen over het ongemak, dat de zonde teweeg brengt, maar de geest, het nieuwe schepsel in ons, weent omdat Gods wet verbroken is.

De diepste smart, de innigste zielesmart, die ik ooit over de zonde en wel over de wortel-zonde, de zondeval, gekend heb was op mijn 27e jaar, het jaar '78, toen de Heere mij iets bij bevinding leerde verstaan van Gen. 6 : 6, het laatste gedeelte. O, mijn vriend, nooit zal het mijn pen gelukken die zielesmart te beschrijven, die ik doorleefde met het gevoel van de smart Gods over de zonde, waardoor het de Heere berouwen moest, dat Hij de mens gemaakt had.

Ja, ik had toen reeds meer dan 12 jaar mijn zonde, dat is mijn ongeluk, beweend. Ik was ongelukkig, Gods volk was gelukkig. Ik had met hete tranen mijn dadelijke zonden beweend, omdat zij een scheiding maakten tussen God en mijn ziel. Dat Godsgemis was mij bij tijden ondragelijk en daar ik de zonde zag als oorzaak der scheiding, haatte ik de zonde en beweende ik ze met hete tranen. Ik had ook de zonde beweend, omdat zij mij verdoemelijk maakte voor God en dat alles deed mij worstelen en roepen om genade en geen, recht.”

Tot zover A. B. in zijn brief. In het volgende nummer hopen we met die brief te vervolgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's

UIT HET GEESTELIJKE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's