TEGEN ADRES.

Nu is zijn adres op aard’ niet meer te vinden,
Bij geen vijanden meer maar eeuwig bij de vrinden.
Nu woont hij in geen burgt van eigen sterkt en kracht,
Maar eeuwig bij zijn Burgt in ’s Vaders huis gebracht.
Hij is nu in geen toren, daar eigen macht kan gelden,
Maar daar waar hij altijd zal ’s Heeren roem vermelden.

Daar is geen Heerengracht van eigen roem en lust,
De dood heeft die voor hem, nu eeuwig uitgebluscht.
De Papengracht die is daar eeuwig toegedempt.

Al waar geen zondig vleesch op eigen werken steunt.
Daar wordt geen Rapenburg van eigen wil gevonden,
Het vleesch dat in ’t graf verrot, zal daar niet doen de zonden Daar is geen Hooge Vest of singel van Beschouwing,
Daar zal geen zondig vleesch op stroo of stoppel bouwen,
In ’s Hemels schuur daar komt geen kaf maar koren in Daar rust de strijder uit, voor eeuwig naar de zin.

Schoon hij hier door ’t geloof soms in een Vreeburg woont,
’t Is maar voor korten tijd, hij wordt na strijd gekroond.

Zoekt gij nu zijn adres volg hem hier in gelooven,
Dan vindt gij hem in ’t zalig koor hier boven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen