Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK ESTHER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK ESTHER

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

4. Het pleidoon voor de troon !

Haman is gevallen!

Hij heeft moeten zwichten voor de God van hemel en aarde. En zijn val was groot. God heeft hier reeds de rollen omgekeerd, want Mordechai werd verhoogd.

Ahasveros gaf aan Esther het huis van Haman, aan. Mordechai Haman’s ring. Zo werd Mordechai ’s konings grootvizier en Esther stelde hem aan over het huis van Haman zijn zeggenschap te doen gelden. Ahasveros wist nu ook van de nauwe verwantschap tussen zijn vrouw en Mordechai en wat Mordechai voor haar is geweest. Hier rijst ver boven Esther en Mordechai uit : Jezus Christus!

Christus is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Hij heeft van de Vader volmacht gekregen op grond van Zijn kruisverdienste om over de machten der hel te heersen en die te zetten tot een “voetbank Zijner voeten”! En daarbij schakelt Christus Zijn volk in tot het grote offensief, zoals ook dit nader zal blijken.

Al de lijnen in dit schone boek van Esther zien we uitlopen op de verlossing van het volk der Joden en in wijd perspectief op de grote dag der verlossing van Christus’ bruidkerk!

Bij al de wondere bemoeienissen des Heeren met Zijn volk lag er nog het gruwelijke bloedplakkaat van Haman. O, hoe ging het lot van het volk Esther ter harte. Zij kan niet rusten voor dat deze ernstige zaak voleindigd is: het levensbehoud van haar en van haar volk.

Wenend valt zij voor de voeten van haar man, de koning. En weer reikt hij haar de gouden scepter toe. Zo verkrijgt zij grotere vrymoedighoid om verder voor haar volk te spreken.

Een ontroerend pleidooi houdt zij voor hem, dat hij toch de boosheid van Haman, de Agagiet, zou wegnemen door een geschrift te doen uitgaan, dat het verdelgingsedict zou herroepen worden. “Want hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het kwaad, dat mijn volk treffen zal, en hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het verderf van mijn ’foslacht?”, zo sprak zij.

En ziet, meer dan Esther is hier!

Denken we hier niet aan Hèm, Die aan ’s Vaders rechterhand gezeten, pleitend is voor Zijn kerk m het strijdperk? O, hoe gaat de nood en het welzijn van Zijn volk Hem ter harte. Hij draagt het op Zijn Middelaarshart. Hij zal hun recht uitvoeren en al hun zaken uitrichten!

Rijk is nu de uilkomst van Esther’s pleidooi.

Wat deed de koning? Wel, hij gaf deze zaak in handen van Esther en Mordechai, om voor de iplossing van het probleem te zorgen. Want zonder meer kon het bloedplakkaat van Haman niet ingetrokken worden, naar de wet van de Meden en Perzen.

Kon Esther en Mordechai dit dan oplossen? Neen, niet door eigen wijsheid. Maar God gaf hun die.

Een geschrift werd opgesteld, zó, dat het als een TEGENEDICT werd gesteld tegen het eerte, het bloedplakkaat, met deze inhoud, dat op die dertiende Adar, de dag der uitmoording, al de Joden gelegenheid verkregen zich tegenover liun moordenaren te verdedigen en voor hun leven te vechten

En dit is gebeurd. De koning heeft het tegenxlict bekrachtigd en in zijn naam zijn de lopers lulgegaan om de blijde tijding te brengen!

Worden we hier niet als vanzelf bepaald bij een verhevener TIJDING? De blijde boodschap van liet Evangelie voor schuldige zondaren. „Het gelrouwe Woord, aller aanneming waardig, dat Jeus Christus in de wereld gekomen is om zondalen zalig te maken”! I Tim. 1 : 15.

Heeft die boodschap al voor U, lezer(es), alle waarde gekregen? Hebt U zich leren kennen als do „voornaamste” der zondaren? Want dit zegt Paulus erbij: „van welke ik de voornaamste ben.” Hebt u ingezien, te liggen onder ’t edikt des doods?

En is U aan de weet gekomen, dat het allerbelangrijkste in die boodschap is, dat de heilige God Zijn genade en gunst kan wegschenken, terwijl tóch Zijn recht is gehandhaafd? Genade in recht verheerlijkt! Ja, dat is geschied, want Christus heeft aan dat recht voldaan, voor al de Zijnen bteaald, het rantsoen gebracht.

Maar geldt dit ook voor mij? Zo vraagt misschien een heilbegerige lezer of lezeres, die te doen heeft gekregen met „het edict des doods”. Ja, Christus heeft de volkomen verlossing aangebracht. Maar voor hun waarneming is het zo, dat zij niet durven zeggen, dat zij een Borg voor ziel hebben en zo niet kunnen sterven. O, die „boosheid van Haman” worden zij al meer gewaar in hun hart. Ja, is uw zaak voor uzelf een hopeloze zaak geworden? Wel, dan is er één weg: Uw zaak in handen te geven van die grote hemelse Advocaat! „Die Man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleindigd hebbe.” (Ruth 3 : 18).

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1978

Bewaar het pand | 6 Pagina's

HET BOEK ESTHER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1978

Bewaar het pand | 6 Pagina's