Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOLHARDING GEZEGEND (2).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOLHARDING GEZEGEND (2).

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

. . . en hij volhard heeft Mij na te volgen . . . Numeri 14 : 24m

Kaleb had een andere geest. Dat is uiteindelijk beslissend. Maar dat was ook uitgekomen. We horen het niet uit Kalebs mond. Hij zelf zou het zo niet gezegd hebben. de Héére zegt het van hem. Het is Zijn Goddelijk oordeel over Kaleb. Velen prijzen zichzelf in hun volharding bij de waarheid. Het is de vraag wat de Heere ervan zegt. In Zijn Goddelijk oordeel ligt Zijn eigen werk verborgen. Dan is het enkel genade te volharden in Zijn dienst.

Misschien vraagt u uzelf af wat hier toch wel bedoeld wordt, als de Heere getuigt van Kaleb dat hij volhard heeft Hem na te volgen. We zouden het zo kunnen vertalen „dat hij vervuld heeft achter Mij”. Onze Statenvertalers hebben erbij aangetekend „dat is: heeft Mij gestadig en getrouw en met een oprecht hart gehoorzaamheid bewezen”. Het woord gehoorzaamheid ligt ons meestal niet.Het klinkt ons vaak eigengerechtigd in onze oren. Een mens is toch tot gehoorzaamheid onbekwaam? En toch gaat het hier inderdaad om de rechte gehoorzaamheid. Om de gehoorzaamheid des geloofs. Die wordt werkelijkheid in het hart en leven van ieder die God vreest. Die gaat in een biddend leven de Heere nodig krijgen en vraagt telkens weer opnieuw: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? En daarin is Kaleb volstandig geweest en getrouw.

Kaleb was geen man van een dag of van een uur. Wat zijn die er veel. Vandaag nemen zij het op voor de waarheid van vrije genade. Morgen lenen ze het oor naar iemand die daar afkerig van is. Overmorgen is het weer wat anders. Anderen wandelen voor het oog in de wegen van Gods Woord, zolang als het hun uitkomt. Is er in een ander leven voordeel gelegen dan keren ze zich er weer van af. Standvastigheid — niet met de mond maar met heel het leven — is vandaag een zeldzaam artikel. Maar Kaleb was het in de ware zin van het woord. En het geheim daarvan is weer het ware geloof. Dat deed het in God en Zijn genade volharden. Gelukkig die daar iets an beoefenen in hun leven. Van zichzelf zijn ze niets. Weten niet hoe ze zullen volharden. Vrezen vaak dat zij tot oneer des Heeren nog van Zijn wegen af zullen wijken en niet naa. Zijn Woord zullen blijven luisteren. Zon hart en bestaan dragen ze in zichzelf om. Het gaat als de dichter van Psalm 119, die zijn eigen hart wel kent dat tot afdwalen geneigd is en toch het niet laten kan om te betuigm: want hij volhardt naar Uw gebôon te horen!

In het volharien van Kaleb — en van Jozua — spreekt wer het grote verschil tussen de andere tien verspieders en hem. Zij waren benauwd gewrden, toen ze het land hadden gezien. Ze zullen ook de beste bedoelingen gehad hebberen ook gehoopt hebben dit land eenrnaal binien te gaan. Maar zij hadden niet volhard. Het kwaad gerucht was bij hen geboren en zchadden zij kwaad van het land en kwaad van God gesproken. Voorwaar een kwade zaak. Voor hen was het niet belangrijk, niet van het hoogste belang, wat God gesproken had en Wie God was. En zo was al hun moed vegaan. Het staat er zo kenmerkend dat zich als sprinkhanen voelden in de ogen der ruzen.

Maar Kaleb had volhard. Eerst al toen het eerste rapport was uitgebracht en de tonen klonken van reuzen en de sterke steden. Toen was het meteen al Kaleb geweest, die gezegd had: laat ons vrijmoedig optrekken .. want wii zullen dat voorzeker overweldigen! Dat is de taal van het volhardend geloof op de Heere. Dat komt voort uit die God, Die hem op grond van Zijn eigen Woord vrijmoedigheid schenkt.

Later als het volk de woorden van de tien verspieders gelooft en in opstand komt tegen Mozes en Aaron, ja tegen de Heere Zelf, dan spreekt hij met Jozua er weer tegenin. Zij getuigen van het welgevallen des Heeren en stellen tegenover de ongeloofstaal van de tien reuzen het ware geloof. Zijn voor de tien verspieders de reuzen zo groot dat zij er zelf bij weg vallen, voor hen is het precies andersom. Zij zijn ons brood. Zo groot is de Heere voor Kaleb en Jozua dat Hij dat zal laten uitkomen.

Ja, zij moeten de vijandschap van het volk ondervinden als trouwe gezanten van de God van Israël. Zij worden bedreigd gestenigd te zullen worden. Maar in alles mogen zij aan de zijde des Heeren blijven staan.

Nee, Kaleb is niet de grote man die wel uit zichzelf volharden kan. Hij heeft alleen een grote God, op Wie hij met een oog des geloofs mag zien. Hij is de God van het wonder. Zou Hij het zeggen en niet doen? In Christus alleen is Hij zó’n God. In hem wordt het erfdeel geschonken. En uit Hem is het dat Kaleb volhardt tot het laatste toe en de vijandschap van fiet volk weet te verdragen.

Wat is het nodig in onze tijd om te volharden in de rechte leer. Van alle zijden zien we die tijd aangevallen. Te volharden in het zoeken van de vreze Gods. Maar nu gaat het ook daarin dat we iets kennen van het volharden de Heere na te volgen. Het ging Kaleb er niet om dat hij alleen bij zijn standpunt bleef. Het beslissende is hier het woordje „Mij”! Dát is juist voor hem het allerbelangrijkste. De Héére na te volgen. De Heere en Zijn Woord, de Heere en Zijn gunst zijn zaken, waarop hij gericht mag zijn. Dat heeft de Heere Zelf in hem gewerkt. En, hoe zwak ook in zichzelf, het kan niet uitblijven of hij moet tegenover een meerderheid ervan spreken. Zo mocht hij de Heere in het oog houden door Gods genade. In al de strijd gaat het erom dat dit in ons leven werkelijkheid is. Er wordt nog zoveel gestreden om eigen eer. Maar als dan eens gevraagd wordt, waarom het in wezen te doen is, staat de wagen stil, dan kunnen er ware dingen gezegd worden over de toestand van vandaag in het midden van het erfdeel van Gods Kerk, dan kunnen er veel bezwaren zijn tegen allerlei dingen, die vandaag worden ingevoerd. Misschien allemaal wel terecht. Maar hoe arm is het dan als er niets méér is. Als er nooit in het hart geweest is het uitgaan naar de Heere en Zijn gunst, zoals het toch door Gods Geest in de School van Gods genade wordt geleerd langs wegen van ontdekking.

Maar tegelijkertijd is dit woord zo bemoedigend voor allen die het in hun leven leren dat het niet om hen maar om de Heere en Zijn eer te doen is. Temidden van alle strijd in het persoonlijke leven, temidden van alle strijd tegen de verwording en vervlakking mag dan het oog des geloofs op de Heere zien en mag er groot van Hem gesproken worden, Die tegen de feiten in, die voor het oog zijn, Zijn Woord waarmaakt. Dan is hun volharding vrucht van Zijn trouw. Hij laat niet varen de werken Zijner Handen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1978

Bewaar het pand | 4 Pagina's

VOLHARDING GEZEGEND (2).

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1978

Bewaar het pand | 4 Pagina's