GENERALE SYNODE 1977

13

Op 20 September 1977 kwam de generate synode weer bijeen. Op de gebruikelijke wijze opende de voorzitter de zitting. In zijn openingswoord herinnerde hij aan het overlijden van Ds. Kleisen. Hij heette de gasten welkom, namelijk Prof. Coetsee uit Afrika en de predikanten C. Pronk en P. den Butter van de Free Reformed Church of North America. Hij wijst nog op de noodzaak van objectieve berichtgeving in de kranten. Ds. C. Pronk spreekt de synode toe. Hij dankt voor de uitnodiging. Hij is benoemd als afgevaardigde. Later is ook Ds. den Butter door deputaten afgevaardigd wegens de belangrijkheid van de zaken, die aan de orde zijn. Hij brengt de groeten over. Het is voor spreker een hele belevenis. Sinds 1947 is er al correspondence. Het eerste contact was door een brief van de Rehoboth Reformed Church van Grand Rapids. Die gemeente was zelfstandig, ontstaan uit de Gereformeerde Gemeenten. Die hadden behoefte aan contact. Vandaar die brief. Zij vroeg voile correspondentie. Vanaf die tijd is er de relatie van zuster-kerken. Later zijn er verschillende gemeenten gesticht onder leiding van de gemeente van Grand Rapids, onder de naam van Old Christian Reformed Church. Er kwam een breuk. Toen ontstonden de Free Christian Reformed Churches. Later is de breuk hersteld. De naam is nu Free Reformed Church. Zij erkend het volFree Reformed Church. Zij erkent het volledige gezag van het Woord van God en de drie Er zijn 12 gemeenten, verspreid over Noord Amerika en Canada. Er zijn 8 predikanten en 2 studenten, die naar gehoopt wordt in november beroepen kunnen worden. Wat is het eigene van hun kerken? De Schrifuurlijke-bevinding prediking en bearbeiding van de gemeenten. We willen blijven bij de leer van 34 en 92. Het gaat nog om dezelfde zaken als toen. De veranderingin de theologie en ethiek, de vragen omtrent gemeente-beschouwing, hoe het verbond is te zien, blijven aktueel. Er is wel een andere vorm van prediking, maar de prediking is in wezen gelijk: wat nodig is om getroost te leven en zalig te sterven. Ook de sociale vragen van deze tijd. Wanneer echter te grote ruimte daarvoor gevraagd wordt, dan komt de noodzakelijkheid van de wedergeboorte op de achtergrond. De vraag van Luther: hoe vind ik een genadig God? wordt niet veel meer gehoord, maar zij willen er bij blijven. Ze zoeken contact met alien, die deze waarheid liefhebben. Er zijn er in Canada en Amerika, die een geweldige belangstelling hebben voor de engelse Puriteinen. Veel werken van Owen, de Erskines enz. worden uitgegeven en gelezen. Dat is een goede zaak. De ogen van velen gaan open voor de dode orthodoxie, maar ook voor de nieuwe theologie. We hopen, dat deze beginselen hier nog levendig zijn. We hebben soms meer contact met Engelse en Schotse kerken dan die met die van Hollandse afkomst, omdat die weinig belangstelling hebben voor dieschrijvers. Wanneer we in Canada in aanraking komen met die Engelse en Canadese kerken doet dat weldadig aan. Eerst hebben we zeer afgezonderd geleefd. Dat was ook door de taak die we hadden om ons eigen kerkelijk leven te consolideren. Nu is er een overgangsfase. De jongelui kennen het Engels. Nu zijn we op een kritiek punt. Welke koers zullen we gaan varen? Voorlopig moeten we nog zelfstandig blijven staan. We willen trouw blijven aan het beginsel, meegenomen uit Holland. De Schriftuurlijk-bevindelijke waarheid is ons lief. Spreker hoopt, dat die ook bij ons geliefd zal blijven. Vragen over wedergeboorte enz. zijn geen achterhaalde vragen. Wat in Handelingen 15:11 staat is nog van belang : „Maar wij geloven, door de genade van de Heere Jezus Christus, zalig te worden op zulke wijze als ook zij: souvereine genade, door de Heilige Geest”.

Prof. Van ’t Spijker beantwoordt deze toespraak. Hij is in Canada geweest en heeft met de gemeenten kennis gemaakt. Ds. Pronk heeft verschillende elementen naar voren gebracht, die lieflijk in de oren klinken. Het zijn dochter-kerken. We vinden daar veel van ons eigen kerkelijk leven. De problematiek is voor hen dezelfde als elders, toen niet meer in het Nederlands kon worden gepreekt. Hij denkt, dat het probleem is het probleem van de taal. Daarom is het goed, dat zij zich orienteren op de angelsaksische theologie. Dat hoeft geen wezenlijke verandering in te houden. Het zal een van de zorgen zijn om dit element op een rechte wijze in te bouwen in hun kerkelijke leven. Spreker wenst die kerken van harte Gods zegen toe.

Prof. Coetsee krijgt het woord en brengt de groeten over namens de Gereformeerde kerken van Zuid-Afrika. Die kerken zijn niet groot, de kleinste van de drie: 160.000 170.000 leden, waarvan er 120.000 Afrikaans spreken en 40.000 45.000 tot de zwart-volken behoren. Hij hoopt, dat de correspondentie geen zaak van papier zal zijn.

Ds. J. H. Velema beantwoordt deze toespraak.

Aan de orde komt nu het rapport van de deputaten voor de eenheid van de Gereformeerde belijders en de correspondentie met de buitenlandse kerken en rapport 2a van de synodale commissie. Daarin gaat het met name vooral over de verhouding tot de Chr. Reformed Church in Noord Amerika. Deputaten stellen voor de door de kerk aangeboden vorm van kerkelijke relatie te aanvaarden, zoals dat dan verder wordt omschreven. De synodale commissie sloot zich daarbij aan.

Ds. Bouw is niet gelukkig met de voorstellen. Zijn de verschillen niet te groot? Van geestelijke eenheid is geen sprake. Hij heeft vooral bezwaar in verband met de verhouding tot de Free Reformed Church.

Ds. Tanis stelt aan deputaten verschillende vragen. Is er bij het overleg met de Free Ref. Church ingegaan op de bezwaren, die daar tegen deze kerk is? In de acta van 1968 staat, dat praktische, niet bijbelse gronden zijn aangevoerd omtrent de opheffing van 1908. De beschouwing in de Christian Reformed Church op zich blijft rechtmatig. Wat de vorm van de relatie betreft: Op 29 September 1975 was er een vergadering met contact-personen uit die kerken. Toen is gesteld: alleen in overleg met de Free Reformed Church. Deputaten hebben het besluit genomen een positief advies uit te brengen. Is dat niet erg prematuur? Spreker wijst op de kerkorde. Hij leest in het verslag, dat de afgevaardigden contact hebben gehad met afgevaardigden van de Free Reformed Church. In het rapport van deputaten wordt gewag gemaakt van een brief aan de Free Reformed Church. Wat staat er in die brief? Spreker gaat in op de interne situatie in de Chr. Reformed Church. Hij las een artikel van Ds. Bonsma in The Banner. Deze wijst op veranderingen. Hebben deputaten zich daar niet op bezonnen? Spreker wijst op verschillende bladen, die daar verschijnen. Er is ook een relatie met de Reformed Church. Hoe denkt de Chr. Reformed Church over de theologische ontwikkeling in Nederland? Waarom is het contact verbroken met de Vrijgemaakten? Hij wijst op rapport 44. Hebben deputaten dat bestudeerd? Welke zorg hebben zij over de ontwikkeling in de Free Reformed Church? Is er een Schriftuurlijke basis om de voorgestelde correspondentie te aanvaarden?

Er is pauze.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen