Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaccineren of niet-vaccineren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaccineren of niet-vaccineren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is een vraag waar in deze tijd veel mensen mee bezig zijn nu er een betrekkelijk groot aantal polio-gevallen is geconstateerd. Het is te grijpen, dat er in de pers ook over geschreven wordt en dat de zaak van verschillende kanten bekeken wordt. Het is een gelukkige omstandigheid, dat ook predikanten, die in onze kringen het volste vertrouwen genieten, daarover geschreven hebben. We lazen in het Kerkblad van de Chr. Geref. kerk van Sliedrecht-centrum een korte bezinnig hierover van de hand van Ds. M. C. Tanis en in De Saambinder een breed artikel van Drs. A. Vergunst, predikan t van de Gereformeerde Gemeente te Veen. Ds. Panis schrijft het volgende in zijn kerkblad van 23 juni j.l.

Met velen van U wordt steeds gedacht aan de poliogevallen. Nu wel bijzonder daar er zijn in onze omgeving en zelfs één geval in onze plaats. Diverse kinderen zijn niet ingeënt. Wat nu te doen? Mag men tot inenting overgaan of is dat ook nu verboden? Deze vraag houdt verschillende bezig. Die vraag roept om een antwoord, om een beslissing. Nalaten of laten doen.

Wellicht zijn er, die van ons al reeds het antwoord verwacht hadden. Het „ja” of het „neen”. Het is een zeer moeilijke zaak. Het „ja” moet gemotiveerd zijn, maar ook het „neen”. In het licht van de Heilige Schrift kan ik me niet ontworstelen aan de gedachte dat ieder in deze zaak een persoonlijke beslissing moet nemen. Op advies van een ander kan in deze zaak niets gedaan worden. Men moet zijn beslissing voor de Heere kunnen verantwoorden. Om dit te kunnen moet men geen besluit nemen buiten de Heere om.

Laten we ons biddend afvragen, of wij de geboden middelen mogen gebruiken in Gods gunst. Wanneer hierover twijfel bestaat, dan moet men er niet toe overgaan. Wanneer men destijds uit geloofsovertuiging het kind, of de kinderen niet heeft laten inenten, was er toen het vertrouwen op de Heere, dan is de Heere ook nu Dezelfde. Dan geldt nu heel bijzonder „Wentel uw weg op de Heere en vertrouw op Hem. Hij zal het maken”. De Heere maakt ernst met Zijn belofte.

Dat het bij ons dan ernst zij om Zijn Aangezicht te zoeken. Wie het met de Heere waagt, in welke weg ook, wordt niet beschaamd. Men kan beproefd, men kan besprongen worden, maar de Heere staat bij en Hij geeft uitkomst. Hebben de verzen van psalm 42, heeft iets uit de preek, heeft het spelen van psalm 121 na de avonddienst U zondag onderwijzend toegesproken „Houd dan in uw weg het ooe op God eericht. Vertrouw op Hem en d’ uitkomst zal niet falen”. Onwaardigen, schuldigen gedenkt de Heere. Die alleen pleiten kunnen op Zijn barmhartigheid, op Zijn ontferming in Christus. Laten we ook voor elkaar bidden om licht en wijsheid. Ik hoop van harte dat allen, die zich verbonden weten aan de gemeente deze zaak veel neerleggen voor Gods aangezicht. Zijn licht bestrale ons. Zijn wacht beware ons. Immers voor ons allen geldt hetzij oud of jong; „Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter”.

Drs. Vergunst schrijft in De Saambinder van 15 juli j.l. over de tekst: Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd, Rom. 14:5. Hij zegt dan o.a.: „Hoe onderwijzend is dit gedeelte van de Schrift ook aanzien van de zpak van de vaccinaties”. We kunnen niet alles overnemen, wat Drs. Vergunst schrij ft. Dan zou dit artikel te lang worden, maar we kunnen toch niet nalaten hieronder het grootste gedeelte een plaats te geven. Hij wijst er op, dat de vaccinatie-dwang is afgeschaft en gaat dan verder dan als volgt verder:

Het zich wel of niet laten vaccineren of immuniseren is een zaak van persoonlijke beslissing geworden. En die is niet altijd eenvoudig. Laten we dat niet vergeten. Bij velen ontbreekt het inzicht in wat er gebeurt. Er zijn toediening van sera, die verkregen zijn uit dieren, welke een weerstand tegen sommige ziekten geven, die zich voordoen. Er zijn besmettingen met verzwakte virussen, die een ziektekiem in een gezond lichaam brengen met het doel, het lichaam zelf de gewenste weerstand te doen ontwikkelen. Dat verschilt dus nogal wat.

We kunnen niet ontkennen, dat sommige ziekten, die voorheen tot een gesel van de mensheid waren, niet meer op zo’n uitgebreide schaal voorkomen. Dat zijn niet te loochenen feiten.

Toch geeft dat velen de vrijmoedigheid niet om tot vaccinatie over te gaan; terwijl anderen hun aanvankelijke bezwaren zien wegvallen.

Is dit nu niet een zaak, waarin het aankomt op het „in eigen gemoed ten volle verzekerd” zijn? ’k Meen van wel. Wan neer ik dit zo stel, is die niet los van mijn zeer persoonlijke levensondervinding in een zo tere aangelegen heid als deze is. Wat polio betekent in een gezin, weten we uit ondervinding. Ook welke zorg en kommer als dan het hart bezetten kan, wanneer we denken aan onze kinderen. We mogen niet zorgeloos zijn en toch ook de Heere niet voorbijgaan.

En dan weten we, dat juist dan de Heere rust en onderwerping geven kan in de wetenschap, dat ons leVen in Gods hand is. Het is beter in Zijn handen te vallen, dan in de handen van mensen. Dat kan in zware nood een veilige schuilplaats zijn. We weten dat uit de praktijk van het leven. De Heere heeft behoed. En gewis, het zijn de slechtste tijden niet. Dat wil niet zeggen, dat geen nieuwe strijd kan volgen.

Een aantal jaren later deed zich in RotterdamWest een heel ernstig polio-geval voor. Wat een zorg en spanning ook in de gemeente. Als we aan haar dachten, die getroffen was, een meisje, dat van de ene dag op de andere dag, van een levenslustig kind tot een hulpbehoevend kind werd, dan sloeg de schrik om ons hart. We konden de verscheurende twijfel van de ouders zo goed begrijpen. Hebben we er goed aan gedaan? Hebben we ons kind het nodige niet onthouden? Zouden we dan niet denken aan onze kinderen, die we zo liefhebben en die we voor zulk onheil zouden willen behoeden?

In het lezen van de Heilige Schrift was de beurt Ezra 8. Het begin waren slechts namen. Maar daar kwamen we bij de verzen 21-23: „Toen riep ik aldaar een vasten uit aan de rivier A’hava, opdat wij ons verootmoedigen voor het aangezicht onzes Gods, om van Hem te verzoeken een rechte weg, voor ons en onze kinderkens, en voor al onze have. Want ik schaamde mij van de koning, een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van de vijand op de weg, omdat wij tot de koning hadden gesproken: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten. Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onze God; en Hij liet Zich van ons verbidden”. De Heere kwam er onderwijzend in mee. We hadden in het verleden ook gesproken over de hand onzes Gods, die ten goede over ons uitgestrekt was. Daarom schaamden we ons om nu „vaccinatie” als een heir en ruiters te begeren. We hebben toen ’s zondags in de gemeente over dit woord gesproken en niet zonder onderwijs in de gemeente. Voor ons was de zaak toen duidelijk.

Toch hebben we toen niet zonder opmerking gelezen, dat Nehemia bij zijn tocht wel ruiters van de koning begeert. Lees Nehernia 2:7: „Voorts zeide ik tot de koning; Zo het de koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat ze mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn” en in vers 9: „En de koning had oversten d’es heirs en ruiteren met mij gezonden”.

Zou Nehemia nu Ezra een verwijt mogen maken van zorgeloosheid? Zou Ezra nu Nehemia een verwijt mogen maken van biddeloosheid? ’k Dacht van niet. Wat Nehemia mocht, kon Ezra niet doen; wat Ezra mocht beoefenen, was Nehemia’s deel niet. Dat is nu wat Paulus in Rom. 14 ook schrijft. En nu zullen er zijn, die met Ezra goed over de Heere gesproken hebben; en daarom zich en de hunnen, ook zelfs in deze noden, niet kunnen en durven te laten vaccineren; en er zullen er zijn die met Nehemia van de koning „overste des heirs en ruiteren” begeren. Laten we dat voor een ieders „gemoed” laten. Daarin moeten we niet oordelen en veroordelen. ’k Las in een kerkelijk blad: We laten het aan de mensen over; we censureren niet in deze zaken. Dat betekent, dat we nooit de „gewetens” kunnen binden in deze zaak aan „zo zegt de Heere”. Als het over stelen, moorden of overspelen gaat, zeggen we niet: Dat laten we aan de mensen over, want er staat duidelijk geschreven wat Gods eis is. Maar in deze zaak is het als Paulus aan de Romeinen schreef over het spijs eten en houden van dagen. Dit is wat we noemen een „afgeleid beginsel”.

Eén ding echter mag niet vergeten worden: Paulus 7egt (de Heere zegt): „Die de dag waarneemt, die neemt hem waar de Heere; en die de dag niet waarnéemt, die neemt hem niet waar de Heere. Die daar eet, die eet zulks de Heere, want hij dankt God; en die niet eet, die eet zulks de Heere niet, en hij dankt God (Rom. 14:6).

Dat is het voornaamste, we moeten de dingen niet zomaar doen. Dat geldt vaccineren en niet-vaccineren. Laten we het onderwijs van de Heere zoeken. Het moet een persoonlijke beslissing zijn.

Niemand mag zich in deze „gemoeds-zaak” op een ander beroepen of verlaten, ook hierin is het nodig: Die het doet, die doet zulks de Heere; die het niet doet, die doe-het-niet de Heere”. Er moeten beslissingen voor Gods aangezicht genomen worden. En die kunnen wel beproefd worden. Maar de Heere beschaamt niet, die Hem verwachten. ’k Zal nooit zeggen: Dat moet u niet doen!, of dat moet u wel doen. ’k Verwijs liever naar Gods Woord en naar het gebed, naar de binnenkamer, waar we onze noden op onze knieën tot de Heere brengen.

Ezra en Nehemia. Wat de ene mocht, kon de ander niet doen; wat de ander deed, durfde de éne niet betrachten. Maar van Ezra en Nehemia geloven we, dat zij hun beslissingen” de Heere genomen hebben. En daar komt het bij vaccineren of niet-vaccineren op aan.

„Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd!

We behoeven aan wat deze predikanten schrijven niets toe te voegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1978

Bewaar het pand | 18 Pagina's

Vaccineren of niet-vaccineren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1978

Bewaar het pand | 18 Pagina's