Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een grote kloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een grote kloof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En boven dit alles, tussen ons en u is een grote kloof gevestigd”.........

Geweldig woord klinkt hier uit de mond van vader Abraham ! Een zaak vertolkend, die nog geweldiger is. Een grote kloof. Zó groot, dat hij door geen mens te overbruggen is. En daarbij onherroepelijk. Eeuwig duurt die kloof. Er komt geen „tijd”, dat deze teniet gedaan zal worden.

’t Gaat tenslotte over de kloof tussen het lot van hen, die verloren gaan en van hen, die behouden worden. God Zelf heeft die afgrond gesteld, die door niemand overgegeven kan worden.

Vele vragen kunnen hier gesteld worden en zijn in werkelijkheid gesteld. Nogal vaak om eigen voorstelling over de toestand na de dood te bevestigen. Maar de grote vraag blijft hier aan welke kant van deze kloof wij straks gevonden zullen worden. Aan de kant van het eeuwige leven of van de eeuwige dood. En de hoogste Profeet en Leeraar, Die ook in deze gelijkenis onderwijs geeft, stelt door Zijn onderwijs heen deze vraag, terwijl wij nog leven in dit heden der genade en de onherroepelijke kloof nog geen werkelijkheid is.

In dit korte leven tussen geboren-worden en sterven komt reeds een tegenstelling tussen degenen, die God vrezen en die Hem niet vrezen openbaar. Tekenend komt die naar voren in deze gelijkenis. Schrijnend is de tegenstelling tussen de weelde van de rijke man en de ellende van de arme Lazarus. De rijke man leeft elke dag vrolijk en prachtig. ’t Is heus niet iemand, die hier getekend wordt in de brute uitleving der zonde. Wel baadt hij in weelde. In zijn prachtig paleis heeft hij elke dag feest en geniet hij met volle teugen van de overvloed van zijn aardse goederen.

Aan de poort van zijn paleis ligt de arme Lazarus. Hij heeft niet veel te genieten naar de maatstaf der wereld. Hij is arm: straatarm. En daarbij bedekt met zweren. Teken van nameloze ellende. Elke dag wordt hij daar neergeworpen met zijn onverzorgde wonden. Wachtend op de schamele kruimels, die hem van de tafel van de rijke worden toegeworpen. De enigen, die gemeenschap met hem willen hebben, zijn de honden van de straat. Zij likken zijn zweren. Zij zijn zijn lotgenoten.

Schrijnend die tegenstelling. Sprekend tot de rijke man, dat hij voor zijn arme naaste niets anders over heeft dan het overschot van zijn ruim bedeelde tafel. En toch is het op zichzelf niet de tegenstelling tussen rijk en arm, die uitloopt op de grote kloof. De rijkdom van de rijke man doet hem niet verloren gaan en de armoede van Lazarus brengt hèm niet in de gelukzaligheid. In de tegenstelling die de Heere Jezus aan het begin voorstelt, wordt hun beider geestelijk portret getekend.

De rijke man heeft veel en mist toch alles. Hij heeft nu juist precies genoeg aan zijn aardse goederen. Hij mist de waarachtige vreze Gods. Zijn schuld benauwt hem niet en om de eeuwigheid bekommert hij zich niet. Om God vraagt hij niet en daarom kan hij rustig die arme, Godvrezende bedelaar aan zijn poort in zijn ellende laten liggen. Hij is een zoon van Abraham en heeft Mozes en de Profeten. Hij hoort de waarschuwende en welmenende roepstemmen Gods. Maar geen bekering komt in zijn leven openbaar.

En de arme Lazarus mist veel en bezit toch uiteindelijk alles. Zijn naam is zijn geestelijk portret. ’t Komt bijna niet voor dat in de gelijkenissen namen van personen en plaatsen genoemd worden. Hier - ongetwijfeld met een bedoeling gebeurd ’t wél. Zijn naam betekent: God is hulp ! In al zijn ellende en armoede mag hij het van den Heere verwachten. Hij vervloekt de rijke man niet, maar in stilte ziet hij uit naar die God, Die hem óók uit zijn aardse ellende verlossen zal. Geen aards goed is zijn deel, maar wel de vreze des Heeren.

Zeg daarom toch niet, dat de tegenstelling in de tijd al niet groot is tussen de rijke man en de arme Lazarus. Misschien denken we wel zonder in dit leven de waarachtige vreze des Heeren te kennen en te beoefenen dat het straks aan het einde wel mee zal vallen. De grote kloof in de eeuwigheid spreekt er juist van dat ge hier moet zoeken den Heere te kennen. De stem van Abraham getuigt ervan naar de andere zijde van de kloof, dat hier beneden zijn onder Gods Woord, Mozes en de Profeten hebben. Ja, het Woord van den hoogsten Profeet en Leraar klinkt hier en verkondigt het heden der genade. Dat Woord wordt u gepredikt, waarschuwend en welmenend.

Dat Woord blijft tegen de rijke man tot in de eeuwigheid getuigen. Zegt Abraham zelfs dáár nog niet tegen hem: Kind...................? Onderzoeken wij ons daarom toch allen nauw of de vrucht van de vreze Gods bij ons gevonden wordt. In het kennen van zijn ellende en armoede voor God door den Heiligen Geest. In het uitzien naar Zijn Goddelijke beloften, die de vreugde van het hart zijn. Om in Christus de hulp te vinden, Die van God besteld is tegen de schuld en de dood. Dan blijft ook deze vrucht niet uit, dat de arme naaste barmhartigheid betoond wordt en een beker koud water aan de minste wordt gegeven.

Hebt ge aan uw goed hier beneden genoeg ? Aan uw afkomst op het erf van Gods Kerk ? Aan een weinig godsdienst, terwijl uw uitgangen naar de dingen van beneden zijn ? Laat u dan waarschuwen door de Wet en Profeten. Door de hemelse Gezant, Die uit de doden is opgestaan om de boodschap van dood en leven tot u te spreken.

Hij is de weg, die de kloof overbrugt tussen God en een schuldig zondaar.

Alléén in Hem komen alle arme „bedelaars” binnen, die uit hun ellende op God leerden hopen. Onoverbrugbaar de kloof tussen God en hun ziel. Een hemelhoge schuld heeft de weg tot God en Zijn gemeenschap opgebroken. Niets kunnen zij aanbrengen om die kloof te dempen. Maar nu in Christus wordt er een weg ontsloten voor een uitgewerkte zondaar, die hij door het geloof leert kennen. Houdt daar op aan ! God is uw Hulp.

En als uw deel in God ligt, dan moet ge hier beneden wel door de strijd heen, maar toch uw rijkdom is verzekerd in den Heere. Zo is het sterven de overgang naar de eeuwige feestzaal van Gods genade.

Een grote kloof...............dat betekent ook, dat geen kind des Heeren ooit meer uit de feestzaal zal weggaan. Hij zal eeuwig het lange witte kleed dragen en verblijd zijn in den Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1980

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Een grote kloof

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1980

Bewaar het pand | 4 Pagina's