Ontmoetingsdag te Kampen

Het was nog niet eerder gebeurd, dat we op de zaterdag na Pasen in Kampen onze ontmoetingsdag hielden. Het feit dat het kerkgebouw te Sliedrecht niet beschikbaar was deed besluiten uit te wijken naar Kampen, met de bedoeling DV in augustus a. s. samen te komen in Sliedrecht. Dan zal de belangrijke verbouwing daar helemaal gereed kunnen zijn.

Het weer was erg gunstig. Dat is natuurlijk altijd fijn, maar op zo’n dag mogen we dat wel bijzonder waarderen en de goede hand des Heeren daar in opmerken.

De morgensamenkomst begon om goed half 11. We zongen samen Ps. 122:1 en 2. Daarna luisterden we naar de voorlezing van Mattheus 8:18-27, waarop de Heere erkend werd voor Zijn zorgende hand en Zijn zegen werd afgesmeekt over die dag. We heetten allen hartelijk welkom, dankten de kerkeraad van de Gereformeerde Gemeente voor de beschikbaarstelling van het mooie kerkgebouw, ook de koster en allen, die hulpdiensten verrichtten. Daarna volgden de gebruikelijke mededelingen.

We spraken nog een kort woord over de storm op zee. Een rijke geschiedenis om toe te passen op het leven van Gods kinderen, maar ook op de kerk van alle tijden. Er zijn tijden van stilte en van storm. Ook nu steekt de storm op, de golven worden hoe langer hoe hoger. Er komt nood. Maar de Heere Jezus is aan boord. Hij deed de zee opengaan. Hij ging zelf mee. Hij scheen te slapen, maar waakte en bewaarde. In de storm is er geen plaats voor verdeeldheid, maar zoeken allen redding uit de nood. Ze vermogen zelf niets. Ze vluchten tot Hem, Die alleen kan redden en daadwerkelijk helpt. Hij staat op, stilt de stormen en de golven en er wordt een grote stilte. De dicipelen merken het op en zijn beschaamd. Wie is toch Deze ? Dat is voor ons persoonlijk leven van belang, maar ook voor de kerk. Er dreigen vele gevaren. Wij vermogen niets, maar Hij zal Zijn Kerk bewaren en uitredden, Die dood geweest is en leeft tot in alle eeuwigheid en gesproken heeft, dat de poorten der hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen. Daar gaat het nu ook om. Het komt er dus voor ieder op aan tot die Kerk te behoren.

We zingen Ps. 107:14 en 15. Daarna is het woord aan Ds. M. Vlietstra, die spreekt over: Christus preekt Christus. In het volgende nummer hopen we zijn rede op te nemen. We mogen dus daarnaar verwijzen. Er wordt gezongen Ps. 89:3, 7 en 8. Er wordt gecollecteerd.

Dan komt Ds. B. de Romph op de kansel. Hij leest 1 Koningen 10:1-8 en spreekt een slotwoord over het gelezen Schriftgedeelte. Een samenvatting hopen we in het volgende nummer te plaatsen. Ds. De Romph laat zingen Ps. 45:1 en 6, gaat voor in dankgebed en vraagt een zegen over het voedsel, dat genuttigd zal worden.

De pauze is aangebroken. De koffieschenksters en verdere hulpvaardigen hebben druk werk. De boekverkoper doet goede zaken. Er worden banden gelegd. Er heeft uitwisseling van gedachten plaats. Het prachtige weer nodigt sommigen uit om een wandeling in het park te maken of de stad in te gaan, anderen blijven in of bij de kerk. We hadden zelf een tijd lang werk om bestellingen op te nemen voor het te verschijnen boek van Ds. Van der Ent over Filemon, een bundeling van de artikelen die hij in ons blad geschreven heeft. En ook voor de afscheidspreek met nog een paar preken van Ds. Kok. Er moesten heel wat namen worden genoteerd. Dat was verblijdend. Men kan zich natuurlijk ook nu nog opgeven. We zullen graag nieuwe bestellingen noteren.

De pauze liep ten einde. We moesten weer beginnen. De kerk liep vol. In de morgen waren er minder bezoekers dan gewoonlijk. Mogelijk, omdat we anders pas eind augustus in Kampen samenkomen. Maar we weten het niet. ’s Middags waren er niet veel lege plaatsen. Er waren bezoekers uit het hoge noorden. We spraken verschillende mensen uit allerlei plaatsen in Groningen en Friesland. Er zijn trouwe bezoekers onder, die we elke keer weer ontmoeten.

Ds. L.W. van der Mey opende de middagsamenkomst om 2 uur. Hij liet zingen Ps. 63:2 en 3 en ging voor in gebed. Hij las 2 Koningen 20:1-11 en sprak over de woorden van vers 5: aan de derde dag zult gij opgaan in het huis des Heeren. We hopen dat we een samenvatting daarvan kunnen opnemen in het volgende nummer. We zongen Ps. 22:12 en 16.

Daarna sprak Ds. H. C. van der Ent na het voorlezen van Spreuken 6:6-8 en 30:24 en 25 over: Op school bij de mieren. U kunt daarvan in dit nummer lezen. Na het zingen van Ps. 19:6 en 7 met collecte sprak ds. M. C. Tanis een slotwoord. Hij bepaalt kort de aandacht bij Openbaring 1:3: Zalig is hij die leest..........

Het boek is de Openbaring van Jezus Christus. Dat was een zaak van God Zelf. God heeft aan Jezus Christus veel geopenbaard, aan Hem Zijn wil bekend gemaakt. En Christus heeft op Zich genomen die wil uit te voeren. Op aarde heeft Hij dat gedaan. Ook nu doet Hij dat nog aan de de rechterhand des Vaders. Hij heft aan Johannes bijzonder geopenbaard de wil des Vaders.

Dat we dit woord mee mogen nemen. Het is een van de zeven zaligsprekingen in Openbaring. De predikers worden geroepen het Woord te spreken de volle raad Gods tot zaligheid, het werk van een Drieënig God voor en in de zondaar. Het gaat om het Woord. Prediken is het Woord aan het woord laten. Dat kan niet in eigen kracht, maar de Heere geeft wat daartoe nodig is. Ook aan andere ambtsdragers. Dan heeft men het Woord door te geven.

Het komt op luisteren, lezen, horen en bewaren aan. Dat geldt de dienaar, maar ook: er moet heilige aandacht zijn om te buigen voor het Woord van God. Dat heeft autoriteit. Dan moet doorgegeven: alzo zegt de Heere Als men dat niet geheel aanvaardt houdt men niets over dan letters. We moeten het Woord niet begraven, niet verkopen, niet inruilen voor wat ook.

De mens moet zich buigen over het Woord in de juiste gestalte: Uw knecht hoort. We moeten het Woord bewaren: het is kostbaar. Ik moet er bij leven.

Want de tijd is nabij. We zijn in de laatste fase van de wereld gekomen. Neem dit mee naar huis: zalig zijn ze.......... Zij zullen bewaard worden door de Drieënige God. Hij zal Zijn werk volbrengen. Hij is de Alpha en de Omega. Met Hem kunnen we het wagen door de Heilige Geest. Dan kunnen we de strijd ingaan.

Ds. Tanis gaat voor in dankgebed. En na het gezamenlijk zingen van Psalm 32:4 en 6 sluit hij de ontmoetingsdag van zaterdag 12 april 1980.

We hebben stof om met dankbaarheid op die dag terug te zien. De weersgesteldheid kon niet gunstiger zijn. Er heerste een geest van saamhorigheid en eensgezindheid. Wat gehoord mocht worden sloot bij elkaar aan en alles was er op gericht om ons op te wekken het Pand te bewaren. Het was voor velen een verkwikking om deze dag mee te maken en vele anderen te ontmoeten. Zulke dagen blijken altijd weer van belang om de onderlinge banden te verstevigen.

De volgende ontmoetingsdag komt al weer in zicht. D. V. zal die op zaterdag 24 augustus a.s. te Sliedrecht worden gehouden.

De Heere heeft het welgemaakt.

N.B

Iemand had gevraagd of het niet mogelijk was op een ontmoetingsdag vragen te stellen. Het komt de commissie voor, dat dit in de praktijk niet te verwezenlijken is. De bezoekers van een ontmoetingsdag komen als zij vragen hebben daarmee tot de sprekers of eventueel tot andere bestuursleden.

Een ander vraagt of de opbrengst van de ontmoetingsdagen alleen bestemd wordt voor de uitgave van het blad. Die vraag kan bevestigend worden beantwoord. Door de collecten kunnen we de abonnementsprijs laag houden. Die is ongeveer juist voldoende alleen voor het ter verzending gereedmaken van de nummers en de portokosten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen