Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIJN VERBOND EN WOORDEN 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIJN VERBOND EN WOORDEN 5

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Hoofdstuk XI over de doopsformule gaan we voorbij. Wel vragen we aandacht voor Hoofdstuk XII: de dankzegging na de doop.

Hier wordt gedankt - zegt Prof. de Bruin - voor de vergeving der zonden, aan de Kerk en haar zaad bewezen en verzegeld met de Doop. Deze vergeving kan niet onderwerpelijk worden verstaan, want niet alle leden der Kerk bezitten dezelve. Sommigen hebben gezegd dat hier alleen gedankt wordt voor de vergeving geschonken aan de uitverkorenen, doch dit strijdt met de uitdrukking in de dankzegging: ons en onze kinderen.

Anderen hebben gezegd: Hier wordt wel gedankt voor de vergeving in het algemeen, maar niet voor ieder kind hoofd voor hoofd. Ook dit is een uitvlucht, want de Kerk in het algemeen heeft de onderwerpelijke vergeving van zonde niet, tenzij men er door verstaat de Kerk, zoals God haar kent, n.l. de wedergeborenen.

Gaan wij echter na wat het formulier heeft uiteengezet en door ons in Hoofdstuk 5 is behandeld, dan weten wij dat de Heere in de doop de belofte van vergeving verzegelt, want de doop betuigt en verzegelt ons en ons zaad de vergeving van zonde, n.l. de belofte derzelve. Na de doop dankt hier de kerk voor de verzegeling dier belofte aan ons en onze kinderen, dat zijn niet de uitverkorenen, maar heel de kerk met haar zaad. Ieder gedoopte heeft in zijn doop het zegel op de belofte van vergeving door Christus en aanneming tot kind des verbonds. De dankzegging beantwoordt dus volkomen aan het leerstellige deel des formuliers. Hier wordt dus gedankt, dat in de doop het zegel is geschonken op de beloften des verbonds, terwijl omtrent de innerlijke staat der kinderen niets gezegd wordt.

Betekende de dankzegging een erkentenis voor onderwerpelijke zondevergeving, dan zou de doop de genade verzegelen en bekrachtigen, terwijl het formulier zelve getuigt, dat de doop is ingesteld om Gods verbond te verzegelen.

Vervolgens - om nog iets over te nemen - gaat de dankzegging over in gebed voor de thans gedoopte kinderen. Eerst is in het algemeen gedankt voor de verzegeling van Gods verbond aan heel de Kerk en haar zaad. Nu wordt voor de kinderen gebeden, die zoëven gedoopt zijn om regering door Gods Geest, godzalige opvoeding en wasdom in Christus. Dat wassen in de Heere Jezus schijnt weer te pleiten voor de leer der ondersteide wedergeboorte. Immers waar om wasdom wordt gebeden, daar moet inplanting in Christus aanwezig zijn, anders toch konden de kinderen niet in de Heere Jezus wassen en toenemen. Men bedenke echter, dat de kinderen in het verbond begrepen zijn en dus evenals Israëls kinderen ranken van de wijnstok. Nu leert de Heere Jezus in Joh. 15 : 5, dat wel heel Israël in de wijnstok was. maar dat er vele ranken zijn die in Hem geen vrucht dragen. Er is een tweeërlei in-zijn in Christus, gelijk er een tweeërlei in-zijn is in de Kerk. Gods kinderen zijn in de Kerk door wedergeboorte, de mondbelijders door geboorte in het verbond. Zo zijn de eersten in Christus op geestelijke wijze, de laatsten slechts uitwendig door zich te voegen tot de Kerk waarvan Hij het Hoofd is. Zij zijn in de Kerk met het lichaam, maar niet van de Kerk. Zij zijn verbonden aan Christus, maar niet levende uit Christus, vandaar dat zij ook in Hem geen vrucht dragen.

Nu wordt voor die gedoopte kinderen gebeden dat zij vruchten mogen voortbrengen en dus niet als dode leden verloren gaan. maar als levende leden geestelijke groei vertonen, door te bekennen de Vaderlijke goedheid in Zijn verbondsbeloften, hun en ons allen bewezen.

Zowel aan hen, de gedoopte kinderen als aan ons allen, dat is aan heel de Kerk bewees de Heere Zijn goedheid in de beloften des verbonds. Nu wordt gevraagd, dat die voorwerpelijk voorgestelde weldaden, ook onderwerpelijk mogen toegepast worden, opdat de nieuwe gehoorzaamheid in praktijk worde gebracht door de goede strijd onder de Heere Jezus als Leraar. Koning en Hogepriester.

Zo eindigt dan de dankzegging in een doxologie, een lofverheffing Gode om de Vader, de Zoon en de Heilige Geest eeuwiglijk te loven en te prijzen.

Hiermee eindigt Prof. de Bruin zijn boekje over het formulier van de kinderdoop.

De vraag is nu voor ons of Prof. Van ’t Spijker, al is het met andere woorden, toch hetzelfde zegt.

Prof. Van ’t Spijker schrijft eerst over de Heilige Doop. In de eerste paragraaf gaat het over de klassieke formulieren. Daarin betoogt de schrijver hoe belangrijk de kerkorde is. Deze wil niets anders dan de baan vrijhouden voor Gods heil in prediking, doop, belijdenis en avondmaal.

Vervolgens gaat hij spreken over ons doopsformulier om dan te komen tot de hoofdsom van de leer van de heilige doop. Aan het einde daarvan zegt de hooggeleerde schrijver: Wat ook opvalt in dit oudere breder gedeelte is de nadruk op de kerk als lichaam van Christus. In haar worden wij gedoopt. Het werk van de Geest is hier zeer betrokken op de kerk als lichaam van Christus. In haar gemeenschap delen wij in de'goederen van het heil. De verkorting was echter geen verandering. Wezenlijk is dit alles ook in ons formulier aanwezig. Wij zullen bij het lezen ervan aan dit aksent op wat Christus en zijn Geest in de gemeente doen volle aandacht hebben te schenken.

Dan komen de drie stukken aan de orde. We lezen daar o.a.: En de grote vraag is nu: hoe kunnen wij samenvatten, op een beknopte manier zeggen, wat Christus ons door dit zichtbare teken en zegel van de doop heeft te zeggen? Wat is de korte inhoud van de prediking en van het onderricht, dat Christus geeft? Hij is de allerhoogste Profeet. Hoe kunnen wij zijn boodschap, zijn hemelse leer, door de doop tot ons komend, beknopt weergeven? Men kan die vraag niet stellen zonder begeerte naar onderwijs. Maar waar dit verlangen aanwezig is, daar zal men ook vragen: Heere, wat zegt U mij door mijn doop? Wie de vraag zo stelt gaat net iets verder dan degene die op zoek is naar een zuivere doopsbeschouwing. Niet dat dit niet belangrijk zou zijn! Maar belangrijker nog is de wetenschap, dat we Hem als de grote Profeet kennen, die ons de raad van Gods verlossing volkomen bekend maakt. Niet om intellektuele wetenschapsvermeerdering gaat het dan, maar om levende kennis van wat Christus onderwijst. Dat is de leer van de doop.

Het eerste element - zo gaat de schrijver verder - van deze levende geloofskennis wordt als volgt aangegeven: Eerstelijk, dat wij met onze kinderen............

Dit is ’n heel andere voorstelling dan die van Prof. de Bruin. Natuurlijk komt het wel voor, dat een dopeling leerde verstaan wat de doop zegt. Denk aan de voorbeelden uit de Schrift, van de kamerling en anderen. En we kennen kinderen Gods, die volwassen gedoopt werden en het uur van hun doop nimmer kunnen vergeten.

Maar kunnen we dat algemeen stellen? Mogen we gaan idealiseren? Laten we in de lijn van Prof. de Bruin blijven en tweeërlei kinderen des verbonds onderscheiden. Moet niet veel meer het vrijmachtig welbehagen Gods naar voren komen in het zaligen van zondaren, in het wederbaren van dode zondaren door Zijn Woord en Geest. Zoals Prof. van ’t Spijker schrijft wordt alles vervlakt en krijgen we de gedachte, dat we al halverwege zijn als we kind des verbonds zijn. Al beweren we niet dat de schrijver dit bedoelt. Zijn uitgangspunt van een levend geloof als het gaat om de drie stukken wijst wel sterk in die richting.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juli 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's

ZIJN VERBOND EN WOORDEN 5

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juli 1981

Bewaar het pand | 6 Pagina's