Des Christens groot interest

Zo heet een bekend werk, geschreven door William Guthrie, in leven dienaar van het Evangelie in Schotland. Er is te onderscheiden tussen het eigenlijke werk: de toetssteen van ons deel aan Christus, met een samenvatting in vragen en antwoorden en drie aanhangsels.

Het werk werd indertijd vertaald door Jacobus Koelman, die in een voorwoord o.a. schreef: Ik stel u hier een tractaat ter hand, voor weinige jaren geschreven in Schotland, hetwelk de Heere mij in Zijn genadige voorzienigheid heeft laten toekomen. Hierin las ik met vrolijkheid en vond mij verplicht tot lof en dankzegging Gods, eensdeels, omdat Hij zo een gezegend instrument verwekt en bekrachtigd had, om zo nadrukkelijk, levendig en bondig te beschrijven de bijzonderste werkingen des Heiligen Geestes en des geloofs in de vromen, en de gronden, op welke die gezocht en verkregen moeten worden; anderdeels, dewijl de Heere het op zulk een wonderlijke wijze bestuurd had, dat mij juist zulk een gewenst boekje, zoals ik nooit gezien had, ter hand was gekomen, ’t welk ik oordeelde dat tegen goud niet was op te wegen, overmits het zo heerlijk en uit bevinding vertoont, hoe de Heere de zondige zielen gewoon is over te brengen uit de duisternis in het licht, en tot het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, en hoe Hij hen wonderlijk leidt, met Zijn genade bezoekt en ondersteunt, opdat de vromen, die zulks in zich bevinden, zich van hun deel aan Jezus, en aan ’t verbond der genade verzekeren mogen; en inzonderheid heeft het mij uitermate behaagd, dewijl ’t zo krachtig en overtuigend de natuur des geloofs opent, en de plicht van te geloven aandringt als ’t fondament van ’t geestelijk gebouw en het middel om in geestelijke betrachtingen en vertroostingen voorspoedig en overvloedig te zijn; daar dit echter van de meeste vromen niet wel recht verstaan en beseft wordt, zo blijven zij ook twijfelmoedig en onvast in goede oefeningen, en tot hun dood toe missen zij een gezette verzekerdheid van hun zielenwelstand, en daardoor mist God ook de ere, liefde, dienst en dankbaarheid, welke zij, verzekerd zijnde, Hem meer zouden gegeven hebben.

Zo schreef Koelman te Sluis op 11 december 1668. Op 22 februari 1690 schreef hij bij de vijfde druk o.a.: De autheur (van dit boekje), Mr. Willem Guthrie, (gelijk ik geïnformeerd ben van vrome lieden die hem van nabij gekend hebben) was een zeer krachtig en voorspoedig Evangelieprediker en dienaar des Nieuwen Testaments, genietende zoveel zegen over zijn bediening, dat hij van zijn gemeente, die uit vijfhonderd lidmaten bestond, dit getuigenis kon en durfde geven (hebbende partikulier onderzoek gedaan van, en acht genomen op al de lidmaten) en zeggen, van die vijfhonderd zijn er wel driehonderd, van dewelke ik naar de liefde oordeel de enige troostelijke verzekerdheid hebbe, dat ze genade gevonden hebben in Gods ogen en waarlijk bekeerd zijn, en zestig van dezelve verstaan meer dan ik hun kan prediken.

Daarna is het boek telkens weer herdrukt. Nu heeft Den Hertog’s Uitgeverij b.v. te Utrecht voor een nieuwe uitgave gezorgd, geheel in de tegenwoordige spelling. Deze uitgave bevat dus het eigenlijke werk van Guthrie en de drie aanhangsels:

1. 32 schetsen van gelovigen, die eerst getrokken en daarna, na veel strijd, door Gods Geest gebracht werden tot vrede in en verzekering van hun deel aan Christus. (Naar hun eigen schriftelijke mededelingen)

2. Blijken van godzaligheid, vertoond in het leven en sterven van verschillende vromen.

3. Voorbeeldige wandel en afsterven van enige voorname vromen.

Den Hertog heeft hieraan toegevoegd een bijdrage van Drs. L.F. Groenendijk, getiteld: Guthrie’s vademecum en de door Koelman toegevoegde illustraties. Daarin vinden we vele gegevens die voor de lezers van groot belang zijn.

We behoeven dit werk niet aan te bevelen. Het beveelt zichzelf aan. Het feit dat het steeds weer herdrukt wordt zegt genoeg.

We willen er mee volstaan de eerste vragen en antwoorden van de samenvatting van het gehele werk op te nemen:

1. Wat is het grote werk, dat een mens in de wereld te doen heeft? Antwoord: Dat hij onderzoekt of hij een zaligmakend deel aan Christus heeft en dat hij in gelijkvormigheid met Hem wandelt.

2. Hebben niet alle leden der zichtbare kerk dat deel aan Christus? Antwoord: Neen, maar zeer weinigen zelfs bezitten dat deel.

3. Hoe zal ik weten of ik een zaligmakend deel aan Christus heb? Antwoord: Gewoonlijk bereidt de Heere Zijn weg in de ziel door verootmoediging, ontdekt de mens zijn zonde en ellende en oefent hem daarmede zo, dat hij naar de medicijnmeester Christus Jezus verlangt.

4. Hoe zal ik weten of ik een genoegzame mate van verootmoediging verkregen heb? Antwoord: Een genoegzaam gezicht van onze ellende maakt, dat iemand de zaligheid meer dan enig ding ter harte neemt, dat hij alle hulp en verlossing in zichzelf, zelfs in zijn beste dingen verwerpt, dat Christus de Verlosser zeer dierbaar is aan de ziel, dat die mens bevreesd is daarna te zondigen, dat hij tevreden is met zalig gemaakt te worden op wat voorwaarde het God ook moge behagen. Tot zover de vragen en antwoorden. Er zijn er in totaal achttien.

De uitgave van Den Hertog ziet er zeer verzorgd uit. Het boek telt 512 blz. en kost gebonden f. 52,50. Na 31 december 1981 wordt de prijs f. 59,--.

B.

N.B. Bij Den Hertog is nog een belangrijk boek verschenen, namelijk het bekende werk van W. Schortinghuis: Het innige Christendom. Het telt 764 blz. en kost tot 31 december 1981 f. 75,--, daarna f. 82,50. We hopen later op dit boek terug te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen