Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die de bruid heeft is de bruidegom.

Dit is het laatste en tegelijk ook hoogste en diepste getuigenis dat Johannes de Doper van de Heere Jezus gegeven heeft.

Eerst had hij Hem aangewezen als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Daarna had hij verklaard: En ik heb gezien en heb getuigd dat deze de Zoon van God is. Maar bij zijn laatste getuigenis wees hij Hem aan als de Bruidegom van Zijn volk. Die de bruid heeft is de bruidegom.

Er is een treffend verband tussen deze drie getuigenissen. De Heere Jezus is de Zoon van God en daarom kon Hij het Lam van God zijn, want alleen het bloed van Jezus Christus Gods Zoon reinigt van alle zonden. Alleen met Zijn bloed kon Hij de Zijnen vrijkopen. En waartoe kocht Hij hen vrij? Het laatste getuigenis van Johannes de Doper geeft daarop het antwoord. Het volk dat Hij vrijkocht is zijn eigendom en wordt tot Hem in zo nauwe betrekking gesteld als waarin een bruid staat tot haar bruidegom. Hij kocht dat volk vrij om Zijn bruid te zijn. Als we hierover eens stil nadenken komen ons de woorden van ps. 8 te binnen: Wat is de mens dat gij zijner gedenkt en des mensen zoon dat Gij hem bezoekt? Immers, er is geen teerder band op aarde dan de band in een ideaal huwelijk. En dat is dan nog maar een doorstraling een afschaduwing van die liefdeband die de Heere en Zijn bruidskerk voor eeuwig verbindt (Efeze 5).

Hierin is de liefde van God tot hoogste openbaring gekomen, om een volk dat in zichzelf schuldig en verwerpelijk is en zwart door dienstbaarheid onder de heersende macht van de zonde, in zulk een verhouding tot de Heere Jezus te stellen. Want die verhouding gaat van God uit. Naar Zijn eeuwig voornemen wilde Hij hen redden van het eeuwig verderf door de Heere Jezus Christus, om hen dan als de bruid van het Lam terug te brengen in Zijn gemeenschap. Hierin is ook de liefde van de Zoon tot openbaring gekomen. Hij heeft die bruid vrijwillig aanvaard uit liefde tot het welbehagen Gods. Maar wat hield dat ontzaglijk veel voor Hem in. Daarvoor moest Hij de heerlijkheid van de Vader verlaten. Hij moest daartoe de menselijke natuur aannemen en in haar plaats boeten voor de zonden en zo alle gerechtigheid vervullen. De bruidsschat was heel hoog. Hij moest die bruid kopen met Zijn dierbaar bloed. En ook dààrom moest Hij waarachtig mens worden om met die bruid verenigd te zijn, zoals het hoofd één is met het lichaam. Die innige vereniging had God in de beloften van het oude verbond in uitzicht gesteld. Denk b.v. aan Hosea 2 : 19: „En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof en gij zult de Heere kennen”. Zou Johannes de Doper daaraan niet gedacht hebben toen hij dit getuigenis gaf? Zou hij ook mogelijk gedacht hebben aan ps. 45: „Hoor o dochter en zie en neig uw oor en vergeet uw volk en uws vaders huis”? Hoe gelukkig is dan het volk dat naar die klanken hoort en die tot die bruidsgemeente worden toegebracht.

Johannes was voor deze Bruidegom heengegaan als bruidsverwerver. Hij kwam met een ontdekkende indringende prediking: „Bekeer u want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen”. En als vrucht van die boodschap werd de dodelijke rust van velen opgezegd, die zich schuldig leerden kennen voor God en door schuldbesef getroffen en verslagen, vergeving voor hun zonden en verzoening met God zochten. Die verslagenen had Johannes mogen wijzen op de Heere Jezus. „Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt.” Hij was naar de Jordaan gekomen waar Johannes optrad, om hen te zoeken en hen tot Zich te trekken. Aan zulken wil Hij Zich openbaren; Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Hun ogen worden voor Hem geopend en hun hart wordt voor Hem ontsloten, zo dat ze alles wat buiten Hem is loslaten. Zie dat b.v. aan Andreas en Johannes. Zij werden op Hem gewezen en daar ging zoveel kracht van uit dat ze zelfs Johannes de Doper loslieten. Ze gingen uit naar Hem op Wie ze gewezen waren en Hij wilde hen ontvangen. Ja, zo ontvangt Hij nog zulke missers, zulke zoekers, zulke verslagenen van hart! Zij beleven als Andreas en Johannes een tiende ure die ze nooit meer kunnen vergeten, waarin ze met banden van geloof, hoop en liefde aan de Heere worden verbonden. En die band breekt nooit weer. Lezer, bent u ook zo aan de Heere verbonden geworden?

Het is een band van liefde die aan de Heere bindt. Hij heeft die bruidskerk lief en daarom heeft Hij haar gezocht en Zich aan haar bekend gemaakt. Door de kracht van Zijn liefde ontvlamt wederliefde, die zo kostelijk is, dat ze in de beleving daarvan, vooral in die eerste tijd, die vindenstijd, belijden: Al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.

Uit die liefde ontstaat ook hoop op de Heere dat Hij haar nooit zal begeven of verlaten. En die hoop is gegrond. De Heere waakt over Zijn bruidskerk, ook in deze ontredderde tijd waarin alles op drift is geraakt. Hij bewaart hen als Zijn oogappel; Hij heeft gezegd: „Niemand zal ze uit Mijn hand rukken, noch uit de hand Mijns Vaders die ze Mij gegeven heeft.

Het is vooral ook een band van geloof die de bruidskerk aan de Heere bindt. Zij is zelf arm, in zichzelf heeft zij niets wat God verheerlijkt, zelfs geen geloof, hoop of liefde. Maar zij bezit alles in haar Bruidegom, zij heeft toch deel aan al de heilsgoederen die Hij voor haar heeft verworven en waarin God wordt verheerlijkt. Juist in wegen van armmakende genade maakt Hij bij haar plaats voor Zijn heil, en wanneer ze door Zijn kracht geloof oefenen dan zijn ze vervuld van heilsbespiegelingen en belijden ze: Schoon ’k arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig.

Het geluk van de bruidskerk des Heeren kan eigenlijk niet ten volle onder woorden worden gebracht. Hij geeft haar geheiligde vreugde in de Heere. Sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, en het gewaad des lofs voor een benauwde geest. En dat zijn dan nog maar de voorproeven van het volmaakte dat hen wacht als de bruiloft des Lams zal zijn gekomen.

Kent u de voorproeven van dat heil? De Heere in nog werkzaam om verlorenen in zichzelf tot die bruidskerk te vergaderen. Hij zendt nog dienaars die in Zijn Naam moeten waarschuwen: Bekeert u. Zij moeten ook in Zijn Naam nodigen tot dit heil. Neig uw oor en kom tot Mij, hoor en uwe ziel zal leven. Als u nog vreemd bent aan dat heil roept dan de genade van de Heilige Geest over u in om dat te mogen leren, want:

Welzalig zij die naar Zijn reine leer

In Hem hun heil hun hoogst geluk beschouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's