Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welke is aan de rechterhand Gods,opgevaren ten hemel.......

De apostel Petrus schrijft deze brief aan de verstrooide christenen in Klein-Azië. Ze hadden het moeilijk. Ze moesten veel lijden om Christus’ wil. Soms werden zij met de dood gestraft, beschuldigd van allerlei misdaden waaraan ze ten enemale onschuldig waren. En ze begrepen het niet. Ze hadden zich hun lot en toekomst zo heel anders voorgesteld. Hoe kan de Heere dit alles nu toelaten? Hun geloof dreigde te verflauwen, hun hoop zonk in, hun liefde verkoelde.

En wat zal Petrus hun nu schrijven om hen op te beuren? Wel, hij richt hun aandacht op Christus, Die Zich toch niet vergist en Die geen kwaad kan doen. En dan wijst hij hen naar boven: het lijden duurt maar kort en dan wacht de heerlijkheid, de erfenis! Het gaat door lijden tot heerlijkheid. Zo was immers ook de weg van de overste Leidsman en Voleinder des geloofs: door lijden tot heerlijkheid! Hij ging ook eerst onder in de dood, maar kwam toen op uit de dood en voer ten hemel en zit aan Gods rechterhand, vanwaar Hij regeert over alle dingen. Opgevaren ten hemel!

Opgevaren, weggegaan, vertrokken. Vertrokken naar de hemel en aldaar aangekomen! We weten hoe de trekvogels de koude winters hier niet doorbrengen. Ze vertrekken naar warme landen om in de lente terug te keren.

Vertrokken om terug te keren............

Ja, dat deed Jezus. Op de hemelvaartsdag is Hij weggegaan uit deze barre, koude wereld tot Zijn Vader. Hij ging daarheen, vanwaar Hij gekomen was: de hemel!

Opgevaren ten hemel...........

Wat zal Petrus zich levendig hebben herinnerd wat er zo’n dertig jaar geleden gebeurd was op de Olijfberg, buiten Jeruzalem, toen Jezus daar met hen voortwandelde en hen onderwees, totdat Hij bleef stilstaan om hun Zijn laatste beloften en bevelen te geven. En toen steeg Hij op. De wetten van de zwaartekracht golden niet meer voor Hem. Hij voer op............. terwijl Hij henzegende. Hij voer omhoog met uitgebreide handen, die nog het teken der nagelen droegen. En Hij werd opgenomen, terwijl zij het zagen.

Opgevaren ten hemel. Met gejuich is de Vorst daar ontvangen. Immers: God vaart op met gejuich. Heft uwe hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga. De wachters vragen: „Wie is de Koning der ere?” En het antwoord luidt: „De Heere, sterk en geweldig. De Heere, sterk in de strijd!” Hier nu is de Man, rein van hart en hand en Die Zich niet aan ijdelheid verpandt. Hij klimt de berg des Heeren op. En de engelen begeleiden Hem en leiden Hem binnen door de poorten van de hemel.

Opgevaren ten hemel. Daar heeft Hij recht op. Ja, recht! Want de Vader is bevredigd, heeft Zijn werk aanvaard en geeft Hem daarom ingeleide door de hemelse legerscharen. Ja, Hij is de Koning der ere, geweldig in de strijd. Hij heeft toch de zwaarste strijd achter Zich, die ooit werd gestreden. Hij is Overwinnaar in de strijd: de zege is Hem beschoren! En nu is Hij gekroond met eer en heerlijkheid.

Volmaakt geluk is Zijn deel, diepe vrede vervult Zijn reine hart. Maar toch: Hij leeft mee met Zijn kerk op aarde, met Zijn strijdend volk, dat immers Zijn bruid vormt, door Hem zelf gekocht tegen de prijs van Zij n bloed. Hij leeft mee als de Zijnen in verafgelegen streken, schier bezweken, tot Hem zuchten en roepen.

Welke is opgevaren ten hemel. Jezus is heengegaan.

Heengegaan........... is het geen oorzaak van droefheid voor de Zijnen? Niet meer Zijn voeten nat kunnen maken met tranen, Zijn gezegend hoofd niet meer kunnen zalven, niet meer kunnen blikken in Zijn liefdevolle ogen?

Ja, juist daarom zijn Gods kinderen hier op aarde vreemdelingen. Omdat Hij hier niet is! En daarom is het devies: optrekken, voortreizen naar de stad onzer bijeenkomsten! Komt, betonen wij klaarlijk, dat wij een vaderland zoeken? Werden Zijn inzettingen ons al gezangen ter plaatse onze vreemdelingschappen?

Waarheen zijn wij op reis? Want zij kunnen hier niet blijven. Kennen wij Hem, Die ten hemel voer? Kennen wij heimwee naar deze Koning? Verlangen om door Zijn bloed gewassen te worden, om met Zijn gerechtigheid te worden bekleed, om in Hem God te behagen?

Of mogen we in stille, vaste geloofsrust belijden: mijn leven is met Christus verborgen in God?”

Dan zullen we ons toch verblijden in Jezus’ hemelvaart? En waar onze Schat is, daar zal dan toch ook ons hart zijn? Dan zal onze wandel toch in de hemelen zijn? Onze erfenis is dan immers niet hier, maar Boven?

Jezus is afgereisd, vertrokken.

Maar Hij liet Zijn nieuwe adres achter. En op Zijn nieuwe adres is Hij te bereiken bij dag en nacht. Ik hef tot U, Die in de hemel zit,mijn ogen op en bid........

Hij heeft de Trooster gezonden: de Heilige Geest, door Wien de Zijnen gemeenschap kunnen oefenen met hun verheerlijkte Hoofd.

Opgevaren ten hemel. Vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden! Wie zal bestaan, als Hij straks verschijnt?

In het uur van onze doop is voor ons gebeden of we eenmaal „zonder verschrikking voor Hem zouden mogen verschijnen”. Zonder verschrikking! Het kan alleen, als Zijn bloed aan de deurpost van ons hart is gestreken. Wanneer we, schuldig in onszelf, door de Heilige Geest werden overreed, zodat we alle bedenkingen lieten varen, zodat alle dammen en dijken van ongeloof en wantrouwen werden doorbroken, om ons in het geloof te laten zinken op Christus en Zijn volbrachte werk; ik boog me en geloofde, en mijn God sprak mij vrij!

Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp! Zulk een allesvervullende Koning, en dan toch zo schraal leven. Zulk een rijke Christus en dan toch zo armzalig leven. Jezus, opgevaren ten hemel: een hemelse Koning en zulke aardsgezinde onderdanen. Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens! Heer, blijf bij mij, laat mij niet los maar houdt mij vast, wanneer ik U almaar loslaat!

Wat nut ons de hemelvaart van Christus? Het geloof antwoordt:

Ten andere, dat wij ons vlees in de hemel toteen zeker pand hebben, dat Hij, als het Hoofd, ons, Zijn lidmaten, ook tot Zich zal nemen.

Ten derde, dat Hij ons Zijn Geest tot een tegenpand zendt, door Wiens kracht wij zoeken dat daarboven is, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods, en niet dat op de aarde is. (zondag 18 H.C.)

Zullen we ons aan dit antwoord toetsen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1982

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1982

Bewaar het pand | 4 Pagina's