Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van bitter tot zoet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van bitter tot zoet

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Toen werd het water zoet”

Wat kan de Heere het toch wonderlijk maken voor Zijn volk. Kijk eens naar Israël in Mara. Zingend was dat volk bij de Schelfzee vandaan gegaan. Vanwege Gods grote daden. Hij had een pad gebaand waar geen weg was. Farao en al zijn ruiters waren ten onder gegaan.

De eerste dag in de brandend-hete woestijn op weg naar Kanaän jubelde dat volk nog volop. De tweede werd het al minder. Toen de derde dag rees, was er van jubel niet veel meer te horen. Er lag zorg op ieders gezicht: water! water! De zakken met water waren leeg, of bijna leeg; en nergens was er water te zien. Het vee loeide om water en de kinderen huilden om water. Israël liep daar dorstig en nergens was water. Smachtend van dorst bereiken zij Mara en .... daar is water. Gelukkig! Welk een opluchting! Het gaat als een juichkreet door het leger: „Er is water!” De gezichten glimmen van vreugde. Eindelijk water! De voorsten snellen vooruit. Ze drinken van het water, met grote teugen tegelijk. Maar .... op hetzelfde moment spuwen zij het weer uit. Bah! Het is niet te drinken. Het is afschuwelijk. Het water van Maria is bitter, zo bitter als gal! Ieder die het drinkt, walgt ervan.

Een ontzettende teleurstelling valt over het volk. Dit is te veel. Dit doet de maat overlopen. Verontwaardigd vragen ze: Mozes, zeg het eens, wat moeten wij drinken? Wat moeten wij nu drinken, Mozes? Mozes, waar ben je. Je bent de verantwoordelijke man. Geef ons antwoord; we eisen antwoord, zeg het ons: wat moeten wij drinken? Ze murmureren. Ze staan op tegen Mozes en tegen God. Waarom zijn we van het koele Nijlwater, van de overvloed aan water hierheen gebracht? Om hier te sterven van de dorst? Is dat uw bedoeling geweest, is dat de bedoeling van God geweest? Mozes, antwoord ons! Wij willen van u een afdoende verklaring. God moet ons rekenschap geven van Zijn daden.

Van jubelen tot murmureren! In drie dagen tijds! Drie dagen na de wonderlijke uitkomst bij de Schelfzee! Is God in drie dagen veranderd? Is Hij in drie dagen van almachtig machteloos geworden? Is Hij dan geen wonderdoend God meer? Geldt het dan nu niet meer: „Wie Mij aanroept in de nood, vindt Mijn gunst oneindig groot”?

Dat bittere water heeft de Heere zoet gemaakt. Neen - de Heere verandert niet. Hij blijft Dezelfde tot in alle eeuwigheid. Weer was er de openbaring van Gods macht. Die macht, die onbeperkt gadeloze wonderen werkt. Niet vanwege een biddend volk. O neen! Doch vanwege een biddende Mozes, de middelaar van het Oude Verbond. Mozes de afschaduwing van de Middelaar van het Nieuwe Verbond. Mozes moest een stuk hout nemen, en dat werpen in het bittere water. Toen is het wonder gebeurd.

Het bittere water is zoet geworden.

De dorstigen konden drinken, volop.

Wonderwater.

Nog maakt de Heere het wonderlijk voor een volk, dat door Hem op de weg naar het hemelse Kanaän is gezet. Nog leidt Hij door Mara. Mara behoort bij de weg, die God heeft uitgestippeld, de weg naar Kanaän. Mara is een plaats niet naar het vlees, maar wel van Goddelijke leiding.

Mara is een leerschool. Daar wordt geleerd de bitterheid, die de Heere wordt aangedaan door de murmureringen. Daar wordt geleerd de verdorvenheid van ’s mensen hart.

Van zingen over heerlijke uitreddingen, over wonderlijke verlossing zo maar tot murmureren, tot verdachtmaking, tot beschuldiging, tot klinkklaar ongeloof.

Mara valt voor het vlees niet mee. Daar wordt geleerd dat in het vlees geen goed woont.

Daar wordt afgeleerd om van vlees iets goeds te verwachten. Daar krijgt het vlees de doodsteek. „Ik weet, dat in mijn vlees geen goed woont”. „Het bedenken van het vlees, is vijandschap tegen God”.

In Mara wordt nog meer geleerd. Daar wordt ook geleerd ’s Heeren trouw en liefde voor onwaardigen, voor mensen die zelfs aan bidden niet toe komen.

Juist in Mara wordt geleerd de noodzakelijkheid van een Voorbidder. Daar wordt geleerd de diepe en rijke betekenis van de hemelvaart van Jezus Christus. Dat Hij het is, Die is opgevaren, nadat Hij alles had volbracht. Dat Hij het is, Die is opgevaren om met doorboorde handen te pleiten voor een schuldig volk. O, als Hij, Jezus Christus, de biddende Hogepriester aan ’s Vaders rechterhand er niet zou zijn, geen enkel bitter water zou zoet kunnen worden. O, als Hij niet had een hout, het hout des Kruises, bitter water bleef bitter. Dat hout zegt: voor Hem is het bittere bitter gebleven. Hij heeft gedronken de bittere lijdenskelk. Hij heeft geroepen vanwege de bitterheid en vanuit de bitterheid: „Vader, indien het mogelijk is .....” Hij de eigen Zoon van God, de enige. Het bittere werd niet zoet. De lijdenskelk heeft Hij volkomen moeten uitdrinken .... vanwege de murmuringen, de zonde en de schuld van Zijn volk. Hij heeft dat gedaan vrijwillig, gedreven door Zijn liefde.

Opdat er Evangelie zou zijn. Opdat voor u het bittere zoet zou kunnen worden.

Naomi zei eens: „Noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij bitterheid aangedaan”.

Maar ook uw naam vanwege bitterheid? Een geliefde in het graf? Een ziekbed? Tegenspoed? Uw zonde gezien in het licht van Gods heiligheid? Een gesloten hemel? Roepen en geen ontfermen? In het Godsgemis? Moeten sterven en niet te kunnen? Ach, het kan zo bitter zijn!

Maar het bittere kan zoet worden! Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Er is een wonderdoend God. Er is een grote Voorbidder. Er is het hout des kruises!

Als dat kruishout komt in de bitterheden, dan wordt het bitter tot zoet!

Dan is er zoetheid in de bitterheid.

Dan wordt zielevreugd gesmaakt in de bittere beproevingen.

Dan worden psalmen gezongen zelfs in de nacht. Vanwege het hout des kruises wordt straks elke bitterheid enkel zoet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Van bitter tot zoet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's