Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Tabernakel Achttiende les

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Tabernakel Achttiende les

HET HEILIGE DER HEILIGEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

B2. De voorwerpen in de ark

Naast de twee stenen tafels van Gods heilige WET en de gouden kruik met manna, werd ook bewaard: de bloeiende staf van Aäron. Zoals we reeds opgemerkt hebben, is er een mening, dat die staf van Aäron niet in de ark, maar vòòr haar gelegd was. Volgens Numeri 17 : 10 werd zij daar gelegd om als een teken voor het zondige volk in verband met de opstand van Korach bewaard te blijven.

Zo willen we dan ook nu dat nader bespreken. Want hierin liggen zulke beschamende lessen voor deze tijd en voor ons persoonlijk!

De staf was voor de Oosterling een onmisbaar voorwerp en dat wel bijzonder voor de herder.

Het was een stok van vier tot zes voet lang, een afgesneden tak o.a. van een amandelboom. De Aartsvaders hadden zulk een staf. Zo lezen we van Jacob, toen hij op zijn sterfbed zijn zonen zegende, dat hij leunde „op het opperste van zijn staf”.

Ook van de bedoïnen-stammen in Arabië is bekend, dat het hoofd van een stam zijn staf had.

Zij was niet maar bedoeld als een „wandel-stok”, maar kreeg de betekenis van het „erfelijk-regeerder-zijn”. Dat was dan ook het geval bij de z.g.n. „voorvaderlijke staf”, de staf van de Aartsvaders.

Hun staf was dan ook een teken van „macht”, „regeren”. Zij werd overgedragen van vader op zoon en wel: op de „eerstgeboren” zoon. Die overdracht van regeer-macht hield bij de Aartsvaders in: de overdracht van de profetische, priesterlijke en koninklijke waardigheid. Wij weten, dat de drie ambten van profeet, priester en koning vòòr Mozes verbonden waren aan één persoon. Onder Israël werden de drie ambtelijke bedieningen gescheiden. Het waren de PROFETEN, die het „leer-ambt” vervulden; de PRIESTERS het ambt van „verzoening” en de KONINGEN het „regeer-ambt”.

U weet ook dat b.v. een koning nooit „priesterwerk” mocht doen. Denk aan koning Uzzah!

Al deze drie ambten schaduwden af de DRIEVOUDIGE AMBTELIJKE BEDIENING van Christus, die dus in Hem tesamen verenigd zijn. En als vrucht van Zijn bediening zijn ook GODS KINDEREN weer gesteld tot „profeten, priesters en koningen”. Wanneer we hierbij even stilstaan, o, dan is het niet diep-genoeg te beseffen, hoe rijk dat volk is met zulk een verwaardiging! Van „verstandelozen”, „dwazen” gemaakt tot PROFETEN; van bedoezelden en onreinen, ja, van zulke vuile zondaren gemaakt tot PRIESTERS en . . . . slaven van satan, waardig om eeuwig buiten geworpen te worden . . . . tot . . . . KONINGEN!

Ja, daar zal de eeuwigheid toe nodig zijn, om eeuwig dat wonder te doorwonderen en de Drieënige God hiervoor te loven!

Welnu, nog even terugkerend tot de betekenis van die „Voorvaderlijke staf”, krijgt de bijvoeging van vader Jacob op zijn sterfbed: „leunende op het opperste van zijn staf” een bijzondere zin. Want hier ging het om de overdracht van de „koninklijke” waardigheid op . . . . Juda, zijn vierde zoon naar Gods vrijmacht, want wie was Juda? En Juda opgenomen in de „heilige linie”! En dan ook later een . . . . Rachab, een Ruth, een Bathseba, een Manasse!

Is dàt niet tot rijke troost en verwondering voor hen, die zich toch ook hebben leren kennen als de alleronwaardigsten, de „voor- naamsten der zondaren”!

Maar keren we terug tot de „bloeiende staf van Aäron bij de Ark.

Wat was de oorzaak van het feit, dat die staf van Aäron tot een blijvend teken werd gesteld voor Israël? En wel, als een „bloeiende” staf?

Zie, dan moeten we stilstaan bij de ingrijpende opstand van KORACH, DATHAN en ABIRAM en dat zo vlak bij de Wetgeving op Sinaï. Wat was de OPZET van deze opstand? Zij ging allereerst tegen Mozes en Aäron. Beiden waren door God Zelf aangesteld als dus „wettige” ambtsdragers voor Israël; Mozes als leidsman van Israël en Aäron als hogepriester in de dienst der verzoening.

Maar nu waren er 3 mannen onder het volk, namelijk Korach, Dathan en Abiram, die het met deze verkiezing helemaal niet eens waren. Ook niet 250 mannen, oversten van het volk als mannen van naam, zo lezen we in Num. 16 : 2.

Zij zagen het optreden van hen onder het volk als een persoonlijke aanmatiging. We lezen dat in vers 3 van Numeri 16, namelijk: „En zij vergaderden zich tegen Mozes en tegen Aäron en zeiden tot hen: „Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen zijn heilig.” En dan geven zij er nog een vroom tintje aan door te zeggen: „En de Heere is in het midden van hen; waarom dan verheft gij u over de gemeente des Heeren?” Hierover diep geschokt, sprak Mozes tot Korach en zijn aanhang: „Morgen vroeg dan zal de Heere bekendmaken, wie de Zijne en de heilige is, die Hij tot Zich zal doen naderen; en wie Hij verkoren zal hebben, diè zal Hij tot Zich doen naderen.”

En dat zal dan blijken bij het brengen van een „reukoffer” in de 250 wierookvaten met vuur gevuld, als ook bij het reukoffer van Aäron. Vooraf sprak Mozes Korach aan en hield hen voor, dat hun optreden een zoeken was ook van het priesterambt; dus als een zeer ernstig vergrijp.

Daarbij nodigde Mozes Korach en zijn gevolg uit bij dit reukofferen. Maar . . . . zij weigerden pertinent! En dan lezen we van Mozes’ bede: „Heere, zie hun offer niet aan.” Ontzaggelijk was de verhoring van Mozes’ bede, namelijk het vreselijk oordeel over Korach, Dathan en Abiram, als ook over de 250 offeraars: de drie „levend ter helle gevaren” en de 250 offeraars levend verbrand!

En nu zouden we denken, dat het volk nu toch wel tot bezinning gebracht was. Helaas neen! Want de volgende dag stond het volk weer op tegen Mozes met de beschuldiging: „Gijlieden hebt des Heeren volk gedood.”

Hieruit zien we wel heel duidelijk, dat nòch zegeningen, nòch oordelen op zichzelf het hart van de mens tot verootmoediging brengen. Maar dat mag volstrekt geen verontschuldiging zijn en een zich-afmaken van de zo ernstige roepstemmen des Heeren!

Ondanks dit ernstige oordeel Gods over de opstandelingen, ook ten opzichte van de plaag onder het volk, waarbij 14.700 gedood werden, zien we God’s grote barmhartigheid en genade in het feit, dat de Heere Mozes en het volk heeft willen aanwijzen, wie alleen het PRIESTERSCHAP mochten bedienen en daartoe geroepen zijn, namelijk Aäron en zijn zonen. Wel uit de stam van Levi, maar niet àl de Levieten mochten het priesterschap uitoefenen.

Deze verkiezing liet God het volk zien uit de volgende handeling door Mozes. Hij liet elk vaderlijk huis diens staf brengen en op elke staf de naam van zijn stam schrijven. En op de staf van Levi zetten de naam van Aäron. Daarna moest Mozes al die staven leggen in de tent der samenkomst vòòr de getuigenis, dat was de ark.

En diè staf, welke zou „bloeien”, zou dan de persoon aanwijzen die alleen het priesterambt mocht bekleden, alsook dien’s zonen. En wat bleek toen de volgende morgen, toen Mozes de tent der samenkomst inging? Dat de staf van AÄRON alleen bloeide en amandelen voortbracht. Daarmede was dan duidelijk als door het wonder Gods aangewezen, dat alleen AÄRON en diens zonen het priesterambt mochten bedienen!

Welnu, wat een treffend onderwijs ligt in deze aanwijzing opgesloten. Allereerst wel als een ingrijpend onderwijs, namelijk inzake het oproer van Korach. En dan zien we daarin een duidelijke vergelijking met hetgeen er in onze tijd plaats heeft. En denken we hier bijzonder aan de z.g.n. anti discriminatie-wetgeving.

Deze houdt zelfs in, dat ook „homofielen” als gelijkwaardig moeten worden beschouwd en genomen worden met anderen; deze moeten aanvaard worden tot volwaardig dienstpersoneel. Uitzonderingen zouden bij christelijke instanties en bij het christelijk onderwijs niet gemaakt mogen worden.

Zo zien we de afval van God en Zijn Woord en van Zijn inzettingen al ingrijpender vormen aannemen!

We kunnen niet genoeg beseffen, hoe diep ernstig deze tijd is, zowel ten opzichte van deze ingrijpende dingen als op godsdienstig en kerkelijk gebied. Vandaar ligt er zulk een beschamende les opgesloten in de Goddelijke aanwijzing, wie alleen het priesterschap mocht bedienen, namelijk alleen Aäron en zijn zonen.

En dan bedoelen we hierbij te wijzen op een gelijkstelling bij een uitwendige en eigenwillige godsdienst en wel in deze zin, dat men uitgaat van het standpunt, dat we alle gedoopten en gemeente-leden moeten houden voor . . . . ware kinderen Gods, voor wedergeborenen.

Nu is een uiterlijk serieus en voorbeeldig godsdienstig leven volstrekt niet te verwerpen, maar . . . . zonder een waar bevindelijk kennen van de „eigenschappen” van het zaligmakend geloof is het toch te kort voor de eeuwigheid! En dat geldt ook voor degenen, die wél naar buiten een alleszins „vroom” gelaat tonen, maar innerlijk ook vreemd zijn van het „genade-werk”, door de Heilige Geest gewerkt in het hart.

En daarop komt het toch aan voor de eeuwigheid! Onderzoeke een ieder zich ten deze. Het is dan ook de oprechte verzuchting van „bestreden” en „aangevochten” zielen: Doorgrond mij, o God, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.” (Psalm 139 : 23 en 24.)

Ja, dezulken leren zich „van binnen” kennen als een . . . . snood rebel voor God! U uzelf òòk, gel. lezer(es)?

O, dan wordt de lijdensoverdenking van het lijden van de Heere Jezus Christus zo dierbaar, dat de Borg Zich heeft laten nagelen aan het kruis . . . . tussen die beide moordenaren! En dat Jezus Christus tot die „boetvaardig gemaakte” moordenaar sprak: „Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn!”

We willen in nog een volgende les D. V. een en ander zeggen over de rijke betekenis en vervulling van de „bloeiende staf van Aäron”.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1983

Bewaar het pand | 4 Pagina's

De Tabernakel Achttiende les

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 1983

Bewaar het pand | 4 Pagina's