Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Het Zonnekind 57.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste jongelui!

Ja, dat is wat geweest daar te Lechi. De Filistijnen juichten toen zij hun vijand gebonden en wel, aan zagen komen. Doch zij juichten te vroeg. Want de Geest des HEEREN werd vaardig over hem, zodat hij met een ezelskinnebakken duizend man versloeg. De Geest des HEEREN is ook de Geest van Christus. We hebben gezien dat daarom in Simson iets van Christus tot openbaring kwam, Die alle banden verbroken heeft, waarin de vijand Hem dacht besloten te hebben. Ook toen heeft men te vroeg gejuicht. Want Hij, Wie men dacht dat Hij niet weder op zou staan, is toch opgestaan uit de doden en heeft daardoor alle vijanden verslagen. De wachters, die wij in het verlengde van de Filistijnen moeten zien, werden als doden.

Zo juicht de wereld altijd te vroeg. En daar wordt wat gejuicht in de wereld over allerhande menselijke prestaties. De aarde dreunt er van. Doch wee degenen die nu lachen, die nu denken dat zij het gewonnen hebben, of het nog eens zullen winnen. Want zij zullen, als de Heere ten jongste dage nog eenmaal op zal staan tot de strijd, allemaal worden neergeslagen. En dan zal een groot geween het einde zijn.

Want denkt er niet gering over als er duizend doden op het slagveld achterbleven, terwijl de rest in een paniekstemming gevlucht zal zijn. Zo iets moet je meegemaakt hebben om te weten wat dat is. Wij leven gelukkig nog in een land dat al jaren buiten de oorlog is gebleven. De meesten van de lezers weten er uit de praktijk weinig of niets van. De ouderen nog wel. Zij hebben mogelijk in de laatste oorlog ook slachtoffers links en rechts van zich zien vallen. Dat is een zeer verschrikkelijke zaak. Wij die zelf de oorlog hebben meegemaakt en ook aan het front hebben verkeerd, weten er iets van. Weest er van overtuigd dat de werkelijkheid anders is, dan wanneer je er in een boek over leest.

We kunnen er nu ook nog dagelijks over lezen in de dagbladen. Want al is de oorlog niet binnen onze grenzen, daarbuiten wordt hij wel gevoerd. Iedere keer vallen er slachtoffers. Het zijn allemaal mensen met een ziel voor de eeuwigheid. Dat we door de gewoonte er toch niet door afgestompt zullen worden. Want dat gevaar is groot. Iets wat we iedere keer weer horen, zien en lezen daar dreigen we aan gewend te raken. De meest verschrikkelijke dingen spreken ons niet meer aan. De dood verschrikt ons niet meer. Vergeet echter niet dat hij altijd nog een koning is. En al leven we, door Gods algemene goedheid, nog in een land van vrede, de dood blijft er toch niet door buiten onze grenzen staan. Want ook al is er geen oorlog, dagelijks velt hij toch zijn slachtoffers. Elke dag sterven er mensen. Hetzij door een ziekte, hetzij door een ongeval, hetzij door ouderdom, of door moord, zelfs tot in de moederschoot toe. En als de mens sterft, hoe dan ook, waar is hij dan? Dit blijft altijd een vraag, een ernstige vraag. Want het antwoord op deze vraag is beslissend voor de eeuwigheid. Want wie sterft gaat een eeuwig wel, of een eeuwig wee tegemoet. Dit is geen zaak waar alleen oude mensen aan moeten denken, doch ook jonge mensen. Want die moeten ook sterven. Alle mensen moeten sterven, omdat alle mensen zondaren zijn. Alleen degenen die in de Zoon hebben leren geloven, de meerdere Simson, behoeven de dood niet te vrezen. Doch degenen die dat geloof niet hebben, hebben alles te vrezen. Want God is buiten Zijn Zoon altijd nog een eeuwige gloed en een verterend vuur, bij Wie niemand wonen kan.

Dat hebben de Filistijnen ervaren en zovelen met hen die in het ongeloof gestorven zijn. Het is echt wel de moeite waard om over deze dingen ernstig na te denken.

Ik denk ook aan die drieduizend mannen uit Juda, die Simson gevangen hadden genomen om hem gebonden aan de Filistijnen over te leveren. Zij worden in de geschiedenis niet meer genoemd. Maar het resultaat van Simsons optreden laat zich wel raden. Ik denk dat ook zij in een paniekstemming gevlucht zijn zo snel als hun benen hen dragen konden. Zij toch hadden hun richter gebonden om hem aan de vijanden over te leveren. Hij was gewillig met hen mee gegaan. En nu de vijanden er zo van langs kregen, wat zou hen te wachten staan? Zij waren toch in feite maar een stelletje laffe verraders, die hun verlosser in de handen van de vijand hadden gespeeld. Zij hadden eigenlijk niets anders dan ook de dood verdiend. Doch daar worden zij nog voor bewaard. God maakte hier onderscheid waar het door de zonden niet was. Zij waren, goed gezien, nog strafwaardiger dan de Filistijnen. Want dat waren heidenen. Die wisten tenslotte niet beter. Zij waren kinderen, uit Abraham gesproten. Zij wisten beter. Zij hadden een rijke geschiedenis achter de rug, waarin de HEERE Zijn goedheid menigmaal getoond had. En dan nu zo te handelen!

Ach, laten we ons niet blind staren op de kinderen van Juda, maar laten we het oog richten op ons zelf. Wij kijken zo vaak naar de wereld, die niet komt in de kerk en niet leeft bij het woord van God. Wij doen dat wel. Wij weten beter. Doch de vraag is: Zijn wii beter, doen wij zoveel beter? Een ieder die een beetje zelfkennis heeft zal zich niet kunnen verheffen. Want hoe menigmaal wordt de Verlosser, de meerdere Simson ook door ons niet overgeleverd aan de wereld. Als namelijk door ons gedrag de wereld spot met God en Zijn gebod en we komen er dan niet door in het geweer. Dan staan we in de rij van de mannen van Juda en mogen ook wij wel vrezen. En als we dan nog gespaard worden, is het niet omdat we beter zijn dan zo velen die dagelijks de dood ingaan, onvoorbereid, doch omdat God onderscheid maakt, waar het niet is. Want we hebben allen gezondigd. En als God dan toch niet handelt met ons naar onze zonden, hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden, dan doet Hij dit omdat Hij geen lust in onze dood heeft, maar daarin dat we leven zullen en onszelf zullen bekeren tot Hem, en ons zullen scharen achter Hem, Die méér is dan Simson, dat is de Heere Jezus Christus. Hij toch heeft gezegd: Volg Mij! Niet: Loop bij Mij vandaan! Maar: Volg Mij! Doen wij dat ook? Dat is eigenlijk het enige waar het op aan komt in ons leven. En dan kunnen wij geen twee heren dienen. We kunnen niet God dienen en de Mammon, God en de wereld. We kunnen er ook niet tussen in gaan staan. Want een neutraal terrein is er niet. Het is altijd: Of - Of. God vraagt een besliste keuze. Wie niet vóór Hem is, die is tegen Hem. Wie met Hem niet vergadert, die verstrooit.

Misschien zegt wel iemand: Het is zo moeilijk. Ik durf niet. Ik ben zo bang. Ik kan dat begrijpen. Als het van mij of jullie komen moet, komt het nooit. We zijn met de beste bedoelingen er toch altijd weer op uit om de weg van de minste weerstand te kiezen. Doch waag het eens met de HEERE. Hij, Die de opdracht geeft om van Hem getuigen in de wereld, om voor Hem uit te komen, om te laten horen en zien dat je niet van de wereld bent, Hij kan en wil en zal ook krachten geven om het te doen, wanneer je het alleen van Hem verwacht.


Welzalig hij, die al zijn kracht
En hulp alleen van U verwacht ....


Jullie kennen dat vers toch wel? En zo niet, ga het dan maar eens leren. Ik moet helaas iedere keer weer ontdekken dat velen zo weinig psalmen kennen. Dat vindt de boze heel goed. Doch het is voor jezelf heel kwaad. Zie daarom maar veel in de middellijke weg de psalmen je eigen te maken. Als je nog eens in een tijd komt dat er geen psalmboekjes meer te krijgen zijn, dan ken ie ze tenminste uit je hoofd en dat kan God gebruiken. Ik heb eens gelezen van iemand achter het ijzeren gordijn dat hij jaren heeft moeten leven zonder een letter van de bijbel te hebben gezien. Dat moet je jezelfs eens voorstellen. En dat was niet in de tijden van vervolging in een grijs verleden, maar dat is nu, in de tijd waarin wij leven. Hij moest het doen met datgene wat hij in zijn jeugd had gehoord en geleerd. En hij is staande gebleven. God heeft het tot zijn welzijn willen gebruiken.

Ik ga weer terug naar Simson. Hij had met een vochtig ezelskinnebakken duizend man geslagen. Hij had dat niet in eigen kracht gedaan. Neen, de Geest des Heeren was vaardig over hem geworden. Je zoudt denken dat Simson onder die hulp die hij van God verkregen had, wel erg klein geworden zou zijn. Je zoudt op zijn minst hebben verwacht dat hij na deze overwinning op het slagveld was neergeknield en dat hij daar God in een ootmoedig dankgebed zou hebben erkend voor zoveel gunsten hem betoond. Want dat de Heere hem zoveel kracht gaf om zulk een geweldige overwinning te behalen, dat had hij toch ook niet verdiend. Dat was enkel vrucht van genade, hem door God geschonken. Doch wie Simson denkt aanstonds op de knieën te zien, wordt wel teleurgesteld. En dan moeten jullie maar eens goed de tekst lezen die hierboven staat afgedrukt. Dan gaan we een volgende keer D.V. daar met elkander nader over denken. Want ik zie dat de mij toegemeten ruimte al weer verbruikt is. En daarom eindig ik voor ditmaal weer als jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's