Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods alwetendheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods alwetendheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heere, Gij doorgrondt en kent mij.

In deze Psalm bezingt David de alwetendheid des Heeren. Het besef van die alwetendheid vervult geheel zijn ziel en hoe dieper hij zich tracht in te leven in die verborgenheid Gods, des te duidelijker wordt het hem dat het ten enemale onmogelijk is. Die kennis is hem te wonderbaar; zij is hoog, hij kan er niet bij! Maar al verstaat hij het niet, dit is zeker: De Heere, de getrouwe Verbondsgod doorgrondt en kent hem.

Wat een gedachte: de Heere doorgrondt mij! Doorgronden: dat is maar niet een oppervlakkig weten, maar een goddelijk-nauw- keurig onderzoeken en doorzien. Wie is er, die het hart van de mens kan doorgronden? Dat hart, dat arglistig is, meer dan enig ding? Wie verstaat al die roerselen der ziel, al die overleggingen en overwegingen daarbinnen, dat worstelen en strijden, dat hopen en vrezen? Wie? Er is er Eén! Het is de Heere, die hoofd en hart en al onze gedachten reeds van verre kent.

Eén, die alles weet, die alles doorzoekt, voor Wie niets te hoog is, niets te gering, niets te veel.

De Heere doorgrondt en kent alles, - ook mij! De alwetendheid Gods in het geloof indenken en inleven maakt al klein en ootmoedig en stemt tot diepe eerbied.

Maar dan - ook mij!

Mijn leven en levensgeschiedenis voor Hem een geopend boek.

Mijn daden - God weet ze. Mijn gedachten - God kent ze. Mijn sluimerende droombeelden en fantasieën - God weet ervan. Mijn gedragingen, mijn bedoelingen, mijn ongerechtigheden, mijn zonden - God weet en kent ze. Ze staan klaar en helder in leesbaar schrift voor Zijn ogen.

God kent mijn zonden! Ken ik ze zelf wel? De grote - maar ook de kleine, en dan - de verborgene? Hij weet ze!

God kent ze, helemaal, volkomen. En ik? Heere, wie zal de afdwalingen verstaan? de zonden van mijn kindsheid, van mijn jeugd, van mijn volwassenheid? God weet ze! Heere, wie, die leeft, zal voor Uw aangezicht bestaan?

God kent mijn zonden, die duizenden, die de wereld niet ziet en misschien nooit in mij zou hebben vermoed, waarvan niemand mij kan beschuldigen. Die lage eerzucht, die valse nederigheid, die bedekte huichelarij. En dan: de Heere zal het zien en zoeken . . .

Zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat - Heere, wie zal bestaan? Maar neen: daar is vergeving altijd bij U geweest .... Heere, Gij Kent mijn zonden. Maar - Heere, Gij weet alle dingen: Gij weet, dat ik U liefheb!

David mocht zich troosten met die alwetendheid van God.

De laster vervolgde hem, misschien had hij de schijn tegen. Hij werd van alle kanten benauwd. Maar één weg was voor hem open, de weg die voor alle bedrukten openstaat: de weg naar boven, de weg naar zijn God! Heere, Gij doorgrondt en kent mij!

Laten de mensen dan lasteren, laten de Sanballats en de Tobia’s spotten, laat Simeï vloeken. Heere, Gij weet het: ik leg mijn hart en wandel voor U bloot! Gij doorgrondt mij. Mijn zonden. Ja, maar ook dat verlangen van mijn hart, mijn hopen op Uw heil in Christus, mijn heilbegerig uitzien, mijn worstelen en vrezen, mijn kleingelovig en twijfelmoedig vragen: zou God Zijn genâ vergeten, nooit meer van ontferming weten?

Heere, Gij weet alle dingen! Gij weet toch ook, dat ik U liefheb! Met alle zwakheid en tekort! Heere, Gij doorgrondt en kent mij! Die kennis is mij te groot!

Ik - geen onbekende bij God! Ik, onbekend bij de groten der wereld, geen onbekende bij Hem, Die Zich in Christus heeft geopenbaard als de God van volkomen zaligheid. Die de weg der ontkoming voor mij ontsloot, Wiens trouw door mijn ontrouw niet teniet gedaan wordt.

Ik - bij God geen onbekende, maar geacht als de appel van het oog, zorgvuldig bewaard, veilig geleid, bij alle worsteling en nederlagen.

Gij doorgrondt mij!

Die kennis is mij te wonderbaar!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Gods alwetendheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's