Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zondagsheiliging: gebod of traditie? 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondagsheiliging: gebod of traditie? 3.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meningen van Coccejus - Voetius - Calvijn over het sabbatsgebod

In de Gereformeerde Kerken van de 17e eeuw werd een theologische strijd gevoerd over de interpretatie van het sabbatsgebod: Wat was de betekenis van het 4e gebod van de dekaloog (=10 Woorden) voor de Christelijke Kerk in de nieuw-testamentische bedeling? Is dit gebod met de komst van Christus afgeschaft of nog steeds van kracht? Cocce-janen en Voetianen stonden ten dezen scherp tegenover elkaar.

Onder Coccejanen verstaan wij de aanhangers van Johannes Coccejus (1603-1669). Coccejus werd in het jaar 1650 benoemd tot theologisch hoogleraar aan de universiteit van Leiden.

Hij ondertekende wel het verbindingsfor- mulier, maar zonder te erkennen dat de synode of de predikanten het recht zouden hebben hem aan banden te leggen. Toen zijn geestverwant Heidanus het 4e gebod niet moreel (=redelijk, blijvend) maar ceremonieel (=schaduwachtig, tijdelijk) had genoemd, viel Coccejus hem bij en verdedigde hij dat de sabbat niet in het paradijs, maar in de woestijn was ingesteld en door de christenen was afgeschaft. Hierop ontbrandde de strijd over de juiste inter-pretatie van het 4e „gebod” van de dekaloog. In 1659 maakten de Staten van Holland aan de pennestrijd tussen Coccejus enerzijds en Essenius en Hoornbeek anderzijds een einde, door in een resolutie de synode en de Leidse professoren te gelasten over de sabbats-vraag verder te zwijgen. Dat daarmee bepaalde ideeën van Coccejus de wereld nog niet uit zijn bewijst het laatste boekje van ds. M.R. van den Berg.

Wat leerde n.1. Johannes Coccejus?

Voor een samenvatting van zijn gedachten verwijs ik naar de dissertatie (=proefschrift) van dr. C. Steenblok, „Voetius en de sabbat”. Volgens Coccejus is de sabbat als wekelijks terugkerende rustdag niet in het paradijs, maar pas met de inzameling van het manna in de woestijn ingesteld (Ex. 16).

Dit sabbatsgebod is louter ceremonieel en wezenlijk onderscheiden van de andere geboden van de zedewet.

Als ceremonie is de sabbat type en schaduw geweest:

1. van de rust van Christus in het graf ná Zijn volbracht verlossingswerk

2. van de rust der Nieuw-Testamentische gelovigen van de dienstbaarheid der zonden en

3. van de eeuwige hemelse rust.

Het strenge gebod van de rust diende dus om het Joodse volk te leren dat hun eigen werken zondig, onrein en vleselijk waren. Daarom moest die uitwendige tijdelijke rust heenwijzen naar het betere, de ware rust der ziel, die Christus eens zou aanbrengen. De sabbat was teken: (sakrament) n.1. dat God Zelf het volk zou heiligen. Zo leert en sterkt de Oud-Testamentische sabbat de hoop op de komende Christus.

Het 4e gebod, dat alleen voor de Joden gold, is volgens Coccejus door Christus en de apostelen afgeschaft, zoals alle andere ceremonieën, Loofhuttenfeest, Grote Verzoendag, enz.

Toch werd ook in het Nieuwe Testament een bepaalde ruimte geschapen voor de z.g.n. cultus divinus, de Goddelijke eredienst. Dit gebeurde op de eerste dag van de week, dus niet op zaterdag (joodse sabbat) maar op de zondag, de Dag des Heeren genoemd. Echter deze heiliging van de Dag des Heeren vloeide niet voort uit het 4e gebod maar was een louter kerkelijke instelling.

De Utrechtse hoogleraar Gijsbertus Voetius (1589 - 1676) heeft de opvattingen van zijn Leidse kollega Coccejus beslist afgewezen. De geboden sabbatsrust is maar niet alleen profetie van Christus maar scheppings- ordinantie. In Gen. 2 : 3 heeft God voor Adam en zijn gehele nageslacht de sabbat gezegend en geheiligd. De wekelijkse tijdsbrekingdoor één rustdag beschouwt Voetius als een universeel geldende scheppingsordinantie. (Met scheppingsordinantiën worden die strukturen en verbanden aangeduid die door God met de schepping gegeven zijn in het kader van een door Hem gestelde vaste, zedelijke wereldorde en die ook na de zondeval door Hem gehandhaafd zijn en door ons dienen te worden geëerbiedigd als uitdrukkingen van Zijn wil).

Naast de algeméne heiliging van de tijd door een zesdaagse áárdse roeping gebiedt dit gebod dus bovendien een bijzondere gééstelijke roeping op een afgezonderde rustdag. Aldus Voetius.

Door de gedachte van de scheppingsordinantie van Gen. 2 : 3 te beklemtonen, trekt Voetius de lijn van Calvijn door. „Eerst heeft dus God gerust, vervolgens heeft Hij die rustdag gezegend, opdat ze door alle eeuwen onder de mensen heilig zou zijn of liever: elke 7e dag heeft Hij aan die rust gewijd opdat Zijn voorbeeld eeuwigdurende regel zou zijn”.

In Ex. 20 : 11 wordt Israël bevolen deze Sabbat, die God in het paradijs instelde, te gedenken.

Het is volgens Calvijn maar de helft van de Waarheid, wanneer men zegt dat het 4e gebod een louter schaduwachtig gebod is, welks onderhouding door de komst van Christus (de ware Rust) is afgeschaft.

„De ouden plegen het een schaduwachtig gebod te noemen omdat het de uitwendige onderhouding bevat van de dag, welke onderhouding door Christus’ komst met de figuren (uitwendige ceremonieën - die op Christus wezen) is afgeschaft. En dat is door hen wel naar waarheid gezegd maar zij roeren de zaak slechts ten halve aan”. God heeft naar de mening van Calvijn in hoofdzaak 3 bedoelingen gehad met het sabbatsgebod.

1. God heeft door de rust van de 7e dag voor het volk van Israël de geestelijke rust willen afbeelden, door welke de gelovigen van hun eigen werken moeten aflaten, om God in hen te laten werken. Vgl. Hebr. 3 : 13; 4 : 4.

2. God heeft ook gewild dat er een bepaalde dag zou zijn waarop de gelovigen zouden samenkomen om de Wet te horen enz.

3. Hij wil tenslotte aan dienstknechten enz. een noodzakelijke verpozing schenken.

Inderdaad is voor Calvijn de sabbat als afschaduwing van de geestelijke rust de kerninhoud van het gebod. Maar ook de tweede en derde bedoeling van God mag niet vergeten worden: er moet een speciale dag, één op de 7, afgezonderd worden voor de dienst van God en er moet een gelegenheid zijn om van de wekelijkse 6-daagse arbeid te rusten. In Institutie II, VIII, 32 lezen wij: ,,Het is buiten twijfel dat deze beide oorzaken de Heere bij het instellen van de arbeid ter harte gegaan zijn”.

En: „Wie zou ontkennen dat beide voor ons evenzeer past als voor de Joden? De kerkelijke samenkomsten worden ons door Gods Woord bevolen en hun noodzakelijkheid is door de ervaring des levens genoeg bekend. Als zij niet vastgesteld waren en niet hun bepaalde dagen hadden, hoe zouden ze dan genouden kunnen worden? Alle dingen moeten passend en met orde geschieden onder ons, zoals de apostel zegt (1 Kor. 14 : 40). Nu is het er zover vandaan, dat hetgeen passend en ordelijk is, zónder die regering en regeling zou kunnen behouden blijven, dat een volkomen en zekere verwarring en verwoesting de Kerk boven het hoofd hangt, als die regeling zou worden weggenomen. En indien wij dezelfde behoefte hebben, tot welker vervulling de Heere de Joden de sabbat heeft ingesteld, bewere niemand, dat de sabbat op ons geen betrekking heeft”.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Zondagsheiliging: gebod of traditie? 3.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's